In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2
Gelijkvormigheid
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Jan heeft een tekening van zijn huis gemaakt. De schaal is 1:18. Van de woonkamer is een muur 4,95 meter lang. Hoeveel cm is deze muur in de tekening?
A
0,275 cm
B
2,75 cm
C
27,5 cm
D
89,1 cm
Slide 4 - Quizvraag
Bereken de oppervlakte van rechthoek PQRS
A
25cm2
B
50cm2
C
100cm2
D
100cm
Slide 5 - Quizvraag
Bereken de oppervlakte van driehoek PQR
A
25cm2
B
50cm2
C
100cm2
Slide 6 - Quizvraag
Aan de slag
Maak opdracht V-2, V-4, V-5
Kijk je werk goed na met een andere kleur!
Je gaat rustig aan het werk....
Overleggen mag maar op fluistertoon.
Slide 7 - Tekstslide
2.1 Verhoudingtabellen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Video uitleg 2.1 Verhoudingstabellen
Slide 10 - Tekstslide
Menno koopt een stuk kaas van 756 gram. Hij betaalt hier €5,15 voor.
Hoeveel gram kaas kan hij maximaal kopen voor €10,-?
A
1467 gram
B
1468 gram
C
1470 gram
D
68 gram
Slide 11 - Quizvraag
Hiernaast zie je een schaaltekening van een vijfhoekig speelpleintje. In werkelijkheid zijn alle zijden van het pleintje 9,5 meter lang. In de tekening zijn de zijden 25 mm lang.
Op welke schaal is deze tekening gemaakt?
A
1:380
B
1:38
C
1:3,8
D
1:2,6
Slide 12 - Quizvraag
Hiernaast zie je een schaaltekening van een vijfhoekig speelpleintje. In werkelijkheid zijn alle zijden van het pleintje 9,5 meter lang. In de tekening zijn de zijden 25 mm lang.
Hoe lang zijn de de banken in werkelijkheid?
A
3,8 m
B
3,8 dm
C
38 m
D
3800 mm
Slide 13 - Quizvraag
Aan de slag
Maak opdracht 3, 4, 5, 7
Kijk je werk goed na met een andere kleur!
Je gaat rustig aan het werk....
Overleggen mag maar op fluistertoon.
Slide 14 - Tekstslide
2-2 Vergroten
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Video uitleg 2.2 Vergrotingen
Slide 17 - Tekstslide
Driehoek UVW is een vergroting van driehoek DEF. Welke factor hoort bij deze vergroting?
A
0.8
B
1,25
C
45
D
54
Slide 18 - Quizvraag
Driehoek DEF is een vergroting van driehoek UVW
Welke factor hoort bij deze vergroting?
A
0.8
B
1,25
C
45
D
54
Slide 19 - Quizvraag
Aan de slag
Maak opdracht 10, 13, 14, 15
Kijk je werk goed na met een andere kleur!
Je gaat rustig aan het werk....
Overleggen mag maar op fluistertoon.
Slide 20 - Tekstslide
2-3 Rekenen met de factor
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Video uitleg 2-3 Rekenen met de factor
Slide 23 - Tekstslide
Foto 1 heeft een breedte van 5,5 cm en een hoogte van 3 cm. Foto 2 is een vergroting met een hoogte van 24 mm.
Bereken de breedte van foto 2.
A
44 mm
B
44 cm
C
13,09 mm
D
13,09 cm
Slide 24 - Quizvraag
Foto 1 heeft een breedte van 5,5 cm en een hoogte van 3 cm.
Elmar laat de foto vergroten tot een poster. De poster wordt 132 cm breed. Hoe hoog wordt de poster?
A
242 cm
B
7,2 cm
C
72 cm
D
44 cm
Slide 25 - Quizvraag
Driehoek FGH is een vergroting van driehoek KLM.
Bereken de lengte van zijde KM en de lengte van zijde FG1
A
KM = 7,2 cm
FG = 6,525 cm
B
KM = 7,02 cm
FG = 6,69 cm
C
FG= 6,75 cm
KM= 6,96 cm
D
KM = 7,83 cm
FG = 10,44 cm
Slide 26 - Quizvraag
Aan de slag
Maak opdracht 18, 19, 20, 21, 22
Kijk je werk goed na met een andere kleur!
Je gaat rustig aan het werk....
Overleggen mag maar op fluistertoon.
Slide 27 - Tekstslide
2-4 Gelijkvormige figuren
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
video uitleg 2-4 Gelijkvormige figuren
Slide 31 - Tekstslide
Hiernaast zie je rechthoek ABCD en EFGH.
Zijn deze twee rechthoeken gelijkvormig?
A
ja, met de factor 1,6
B
ja, met de factor 1,7
C
ja, met de factor 1 2/3
D
nee, ze zijn niet gelijkvormig
Slide 32 - Quizvraag
Bereken en
∠S
∠V
A
∠S=79°en∠V=83°
B
∠S=83°en∠V=79°
Slide 33 - Quizvraag
Aan de slag
Maak opdracht 23, 25, 26, 27, 28
Kijk je werk goed na met een andere kleur!
Je gaat rustig aan het werk....
Overleggen mag maar op fluistertoon.
Slide 34 - Tekstslide
2-5 Rekenen met gelijkvormigheid
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
video uitleg 2-5 Rekenen met gelijkvormigheid
Slide 38 - Tekstslide
Uitleg vergroting en oppervlakte
Slide 39 - Tekstslide
Driehoek PQR en driehoek STU zijn gelijkvormig.
Bereken de lengte van zijde ST en de lengte van zijde PQ
A
ST = 12,5
PQ= 7,56
B
ST = 7,56
PQ= 12,5
C
ST = 11,8125
PQ = 5,12
D
ST = 11,88
PQ = 5,09
Slide 40 - Quizvraag
In de figuur is driehoek ABC gelijkvormig met driehoek ADE. De oppervlakte van driehoek ABC is