H 4 Gelijkvormigheid

Hoofdstuk 4
Gelijkvormigheid
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
Gelijkvormigheid

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Jan heeft een tekening van zijn huis gemaakt.
De schaal is 1:18.
Van de woonkamer is een muur 4,95 meter lang.
Hoeveel cm is deze muur in de tekening?
A
0,275 cm
B
2,75 cm
C
27,5 cm
D
89,1 cm

Slide 4 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte van rechthoek PQRS
A
25cm2
B
50cm2
C
100cm2
D
100cm

Slide 5 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte van driehoek PQR
A
25cm2
B
50cm2
C
100cm2

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Video uitleg 2.1 Verhoudingstabellen

Slide 8 - Tekstslide

Menno koopt een stuk kaas van 756 gram.
Hij betaalt hier €5,15 voor.

Hoeveel gram kaas kan hij maximaal kopen voor €10,-?
A
1467 gram
B
1468 gram
C
1470 gram
D
68 gram

Slide 9 - Quizvraag

Hiernaast zie je een schaaltekening van een vijfhoekig speelpleintje.
In werkelijkheid zijn alle zijden van het pleintje 9,5 meter lang. In de tekening zijn de zijden 25 mm lang.

Op welke schaal is deze tekening gemaakt?
A
1:380
B
1:38
C
1:3,8
D
1:2,6

Slide 10 - Quizvraag

Hiernaast zie je een schaaltekening van een vijfhoekig speelpleintje.
In werkelijkheid zijn alle zijden van het pleintje 9,5 meter lang. In de tekening zijn de zijden 25 mm lang.

Hoe lang zijn de de banken in werkelijkheid?
A
3,8 m
B
3,8 dm
C
38 m
D
3800 mm

Slide 11 - Quizvraag

4-1 Vergrotingen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Video uitleg 4-1 Vergrotingen

Slide 14 - Tekstslide

Driehoek UVW is een vergroting van driehoek DEF.
Welke factor hoort bij deze vergroting?
A
0.8
B
1,25
C
45
D
54

Slide 15 - Quizvraag

Driehoek DEF is een vergroting van driehoek UVW

Welke factor hoort bij deze vergroting?
A
0.8
B
1,25
C
45
D
54

Slide 16 - Quizvraag

4-2 Rekenen met de factor

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Video uitleg 2-3 Rekenen met de factor

Slide 19 - Tekstslide

Foto 1 heeft een breedte van
5,5 cm en een hoogte van 3 cm.
Foto 2 is een vergroting met een hoogte van 24 mm.

Bereken de breedte van foto 2.
A
44 mm
B
44 cm
C
13,09 mm
D
13,09 cm

Slide 20 - Quizvraag

Foto 1 heeft een breedte van 5,5 cm en een hoogte van 3 cm.

Elmar laat de foto vergroten tot een poster. De poster wordt 132 cm breed.
Hoe hoog wordt de poster?
A
242 cm
B
7,2 cm
C
72 cm
D
44 cm

Slide 21 - Quizvraag

Driehoek FGH is een vergroting van driehoek KLM.

Bereken de lengte van zijde KM en de lengte van zijde FG1
A
KM = 7,2 cm FG = 6,525 cm
B
KM = 7,02 cm FG = 6,69 cm
C
FG= 6,75 cm KM= 6,96 cm
D
KM = 7,83 cm FG = 10,44 cm

Slide 22 - Quizvraag

4-3 Gelijkvormige figuren

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

video uitleg 2-4 Gelijkvormige figuren

Slide 26 - Tekstslide

Hiernaast zie je rechthoek ABCD en EFGH.

Zijn deze twee rechthoeken gelijkvormig?
A
ja, met de factor 1,6
B
ja, met de factor 1,7
C
ja, met de factor 1 2/3
D
nee, ze zijn niet gelijkvormig

Slide 27 - Quizvraag


Bereken

en


S
V
A
S=79°enV=83°
B
S=83°enV=79°

Slide 28 - Quizvraag

4-4 Rekenen met gelijkvormigheid

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

video uitleg 2-5 Rekenen met gelijkvormigheid

Slide 32 - Tekstslide


Driehoek PQR en driehoek STU zijn gelijkvormig.

Bereken de lengte van zijde ST en de lengte van zijde PQ

A
ST = 12,5 PQ= 7,56
B
ST = 7,56 PQ= 12,5
C
ST = 11,8125 PQ = 5,12
D
ST = 11,88 PQ = 5,09

Slide 33 - Quizvraag

In de figuur is driehoek ABC gelijkvormig met driehoek ADE.
De oppervlakte van driehoek ABC
is

Hoe groot is de oppervlakte van
driehoek ADE?
70mm2
A
105mm2
B
157,5mm2
C
175mm2
D
437,5mm2

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide