Ontwikkelingspsychologie - H1.4.2

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Ontwikkelingspsychologie 

Planning:

1.  Terugblik H1.4.1

2. Theorie H1.4.2 (de peuter)

3. Zelfstandig werken

In het filmpje zie je dat de baby wijst naar verschillende objecten in de ruimte. Wanneer de moeder vervolgens het object een naam geeft (bijv. pop), ontwikkelt de baby:

1. Exploratiedrang
2. Symbool bewustzijn
3. Brabbelen

Rond de 7 maanden treedt er een cognitieve verandering op bij de baby. De baby kan bijvoorbeeld verdrietig worden als hij merkt dat hij alleen is of wanneer zijn ouders weg zijn.

Hoe wordt dit gedrag genoemd?

1. Eenkennigheid
2. Realisatie
3. Affectie

De peuter

18 maanden tot 3 jaar

De peuter (18 maanden tot 3 jaar)

Lichamelijk en motorisch ontwikkelingsgebied:






- Verfijnen van de grove motoriek (springen, klimmen, rennen)
- Verfijnen van de fijne motoriek (tekenen, aan- en uitkleden)

Peuter (18 maanden tot 3 jaar)

Cognitief ontwikkelingsgebied:

Concreet denken:
Denken o.b.v. aanwezig en tastbaarheid.

Magisch denken:
Zelf verklaringen bedenken, kan leiden tot angst.

Animistisch denken:
Menselijke eigenschappen aan levenloze dingen/ voorwerpen toekennen.

Oorzaak- gevolg denken:
Ontbreekt, de peuter kan nog niet overzien wat het gevolg van zijn/ haar actie is. 

Als ik mijn knuffel niet zie, bestaat deze ook niet

De dinosaurus praat tegen mij

Ik word door het doucheputje gespoeld

Animistisch denken

Concreet
denken

Magisch Denken

Peuter (18 maanden tot 3 jaar)

De peuter leert vaardigheden door:

1. Ervaringsleren

2. Herhalingsleren

3. Imitatie leren

Peuter (18 maanden tot 3 jaar)

Emotionele- en persoonlijkheids ontwikkeling

Ik besef 
Vanaf 1,5 jaar ontwikkeling ik- besef (wetend dat zijn gedrag effect heeft)

Egocentrisme
De peuter kan zich niet verplaatsen in een ander, bekijkt alles van eigen perspectief

- Peuterpuberteit, oftewel koppigheidsfase
- Leren en steun d.m.v. een knuffel
- Geen schaamte gevoel

Een peuter wil graag zelf dingen doen.

Geef een voorbeeld waarin je de autonomie kan stimuleren.

Peuter (18 maanden tot 3 jaar)

Sociaal ontwikkelingsgebied

Geen schaamtegevoel (beperkt geweten)



Spel

- Parallelspel (door egocentrisme)
- Bewegingsspel 
- Imitatiespel
- Constructiespel

Aan de slag!

1. Starten met de levenslijn

    Afgerond op 20 oktober

2. Digitale leeromgeving  

  

Oefenen begrippen.

Doel:

Oefenen begrippen van H1.1 t/m 1.4.2

Hoe:

 In groepen van 4

Drie verschillende rondes

- Ronde 1: Per persoon zoek je drie verschillende begrippen uit het

- Ronde 1: Zoek de juiste omschrijving bij het begrip. Ben je klaar? Vraag om het antwoordmodel

- Ronde 2: Leg alle begrippen omgekeerd op een stapel op tafel. Pak om de beurt een begrip én leg dit uit in eigen woorden.

De rest raadt.

- Ronde 3: Leg alle begrippen omgekeerd op een stapel op tafel. Pak om de beurt een begrip, leg dit uit a.d.h.v. een voorbeeld. De rest raadt.

Stel, de moeder van deze baby speelt kiekeboe en de baby doet haar na.
Dan is dit een vorm van?

1. Imitatieleren
2. Herhalingsleren
3. Ervaringsleren