5/2 Cursus 1 Meer dan lezen, § 4 Stappenplan Lezen

Cursus 1 Meer dan lezen
§ 4 Stappenplan Lezen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Cursus 1 Meer dan lezen
§ 4 Stappenplan Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning

  • Lesdoel
  • Lezen
  • Wat weet je nog?
  • Instructie
  • Werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:

  • kun je weer benoemen wat oriënterend lezen, globaal lezen en precies lezen en analyseren zijn (stappenplan lezen);
  •  heb  je geoefend met oriënterend lezen, globaal lezen, precies lezen en analyseren;
  • heb je geoefend met begrijpend lezen.

Blauw = kennen = kennis = leren
Oranje = kunnen = met de kennis de vaardigheid oefenen

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00
In stilte lezen uit het door jouw gekozen boek op niveau.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Noteer uit je hoofd de vier stappen uit het stappenplan lezen.
(op volgorde en onder elkaar)

Slide 6 - Open vraag

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over voor geschiedenis. Je leest de tekst in je geschiedenisboek.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoekt de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen
Analyse

Slide 7 - Sleepvraag

Stappenplan
Stap 1: Oriënterend lezen 
Bepaal het onderwerp van de tekst: lees de titel, bekijk de eventuele afbeelding(en) en lees de eerste alinea(’s).
• Vraag je af: 
– Wat weet ik al van dit onderwerp? 
– Wat zal de tekst over dit onderwerp zeggen?

--> onderwerp bestaat uit meestal uit een of twee woorden --> kan nooit een hele zin zijn!




Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 2: Globaal lezen 
Om alvast een idee van de inhoud te krijgen, lees je de tekst vluchtig door: 
• Stel vast uit welke alinea(’s) de inleiding en het slot bestaan. Zet strepen tussen inleiding, middenstuk en slot.
• Probeer deelonderwerpen te onderscheiden: lees van elke alinea het begin en het eind en ga op zoek naar kernzinnen. Zet strepen tussen de delen. 

Slide 9 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 3: Precies lezen 
• Ga na of je eerdere verwachtingen over de tekst bevestigd worden.
Noteer de betekenis van woorden die je niet kent: achterhaal die via een woordraadstrategie of raadpleeg een woordenboek.
Markeer van elke alinea de kernzin of de zinnen die samen de belangrijkste informatie geven.
Markeer de signaalwoorden die verbanden tussen alinea’s aangeven.
Noteer (in de marge) de deelonderwerpen: kernwoorden of vragen die in het betreffende tekstgedeelte beantwoord worden.
Markeer (als die er zijn) woorden die de functie van een alinea aanduiden.
Markeer signaalwoorden die een belangrijk verband tussen zinnen aangeven.

Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 4: Analyse afronden 
Noteer de structuur van de tekst (als die duidelijk herkenbaar is). 
Markeer de hoofdgedachte van de tekst of noteer die in eigen woorden.
Noteer het (belangrijkste) tekstdoel
Noteer de tekstsoort.

Slide 11 - Tekstslide

Werk voor deze les + huiswerk: 
    Pak je VIP en noteer:
    Met je groepje de opdracht van gisteren nakijken en afwijkende antwoorden en bevindingen bespreken.
    +
    Zelfstandig:
    - Online: Cursus 1 Meer dan lezen, § 4 Stappenplan Lezen, opdracht 5b
    + openstaand huiswerk 'Meer dan lezen'

    Klaar = in STILTE lezen
    Wat niet af is = huiswerk

    timer
    25:00

    Slide 12 - Tekstslide

    Lesdoel:
    Aan het einde van deze les:

    • kun je weer benoemen wat oriënterend lezen, globaal lezen en precies lezen en analyseren zijn (stappenplan lezen);
    •  heb  je geoefend met oriënterend lezen, globaal lezen, precies lezen en analyseren;
    • heb je geoefend met begrijpend lezen.

    Blauw = kennen = kennis = leren
    Oranje = kunnen = met de kennis de vaardigheid oefenen

    Slide 13 - Tekstslide

    Ik kan benoemen wat oriënterend lezen, globaal lezen en precies lezen en analyseren zijn (stappenplan lezen).


    😒🙁😐🙂😃

    Slide 14 - Poll

    Reflectie:
    Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
    Wat kan nog iets beter? Hoe ga je dat verbeteren?

    Slide 15 - Open vraag

    Feedback:
    Wat vond je fijn/goed aan deze les?
    Wat zou je liever anders willen zien?

    Slide 16 - Open vraag