Stijlfiguren 2

Stijlfiguren 2
Welkom 4HC

Leg je oefenboek, pen en papier op tafel. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren 2
Welkom 4HC

Leg je oefenboek, pen en papier op tafel. 

Slide 1 - Tekstslide

Stijlfiguren in gedichten
Je leert hoe herhalingen en tegenstellingen structuur geven aan gedichten. 

Slide 2 - Tekstslide

schijnbare tegenstelling
ontkennen van het tegenovergestelde
samenvoegen van tegengestelde woorden
kruisstelling (ABBA)
paradox
litotes
antithese
chiasme

Slide 3 - Sleepvraag

opbouw in drieën
in een reeks is de laatste stap een tegenvaller
sterke overdrijving
afgezwakte uitdrukking
verzachtende uitdrukking
tricolon
anticlimax
hyperbool
understatement
eufemisme

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf een gedicht over een droom die jij hebt voor de stad Den Haag. Hoe zou de stad eruit moeten zien over vijftig jaar? Wat vind jij belangrijk in de stad?

Gebruik minstens drie stijlfiguren in je gedicht.
timer
12:00

Slide 8 - Tekstslide

Lees het gedicht van diegene naast je. Welke stijlfiguren herken je?
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide