In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Stijlfiguren 2
Welkom 4V
Leg je oefenboek, pen en papier op tafel.
Slide 1 - Tekstslide
Stijlfiguren en beeldspraak in gedichten
Je kunt verschillende soorten beeldspraak en stijlfiguren benoemen en interpreteren in gedichten
Slide 2 - Tekstslide
Schrijf de betekenis achter de volgende vormen van beeldspraak. Test jezelf, werk in stilte.
1. vergelijking met verbindingswoord
2. zuivere metafoor
3. personificatie
4. synesthesie
5. pars pro toto
timer
2:00
Slide 3 - Tekstslide
schijnbare tegenstelling
ontkennen van het tegenovergestelde
samenvoegen van tegengestelde woorden
kruisstelling (ABBA)
paradox
litotes
antithese
chiasme
Slide 4 - Sleepvraag
opbouw in drieën
in een reeks is de laatste stap een tegenvaller
sterke overdrijving
afgezwakte uitdrukking
verzachtende uitdrukking
tricolon
anticlimax
hyperbool
understatement
eufemisme
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Overleg alleen fluisterend met diegene naast je.
timer
5:00
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Schrijf een gedicht over een droom die jij hebt voor de stad Den Haag. Hoe zou de stad eruit moeten zien over vijftig jaar? Wat vind jij belangrijk in de stad?
- Maak gebruik van minstens drie stijlfiguren in je gedicht.
- Maak gebruik van een zuivere metafoor
- Maak gebruik van een personificatie
timer
12:00
Slide 10 - Tekstslide
Lees het gedicht van diegene naast je.
Welke stijlfiguren herken je?
Herken je de zuivere metafoor? Wat is de werkelijkheid?