Kern van een juist antwoord is:
Ik weet dat de opkomst van handel en nijverheid bij droeg aan de versterking van het centrale gezag in de late middeleeuwen omdat, er door de handel en nijverheid een geldeconomie op gang kwam waardoor de vorst belasting kon heffen. Door deze inkomsten konden er ambtenaren worden aangenomen. Daaruit concludeer ik dat door middel van die ambtenaren het centrale gezag versterkt kan worden.