4.3 Staatsvorming en centralisatie

Hoofdstuk 4

Les 1
4.3 Staatsvorming en centralisatie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4

Les 1
4.3 Staatsvorming en centralisatie

Slide 1 - Tekstslide

Les 1

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Introductie centralisatie
  • Zelf vragen bedenken belangrijk begrippen + lezen
  • Wedstrijd: op zoek naar antwoorden
  • Checken
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide


Wisbordje:


Wat weet je nog van het begrip 'centralisatie' ?

Slide 4 - Tekstslide

Wisbordje
Stel je maakt een 'politieke kaart' van Europa in de late middeleeuwen. Hoe zou dat er dan uit hebben gezien? (mag schematisch)


                          Nu ->

Slide 5 - Tekstslide

Wisbordje

  • Hoe kom je als vorst aan meer macht/land?
  • Huwelijke en oorlogen

Slide 6 - Tekstslide

  • De klas wordt zo opgesplitst in 3 groepen. Elke groep krijgt 3 begrippen waarbij je per begrip 3 vragen bedenkt. (In totaal dus 9)
  • Gebruik eerst het boek, als je niks meer weet gebruik je pas het internet.
  • Elke vraag schrijf je (leesbaar) aan de linker kant van het blad dat je krijgt. En rechts schrijf je het antwoord.
  • Hebben jullie alle vragen op het blad staan? Knip dan het blad uit op de stippel lijntjes. Leg de vragen op 1 stapel en de antwoorden op een stapel.

        


Opdracht 1: Vraag en antwoord maken
timer
25:00
De vragen:
  • Zijn op vwo niveau.
  • Hebben met het onderwerp te maken.
  • Kunnen open en gesloten vragen zijn., maar de helft is minimaal open.
  • Zijn niet te specifiek zoals 'Welke vorst bestuurde het hertogdom Gelre in 1346?' 
NU: Verdeel de begrippen in je groepje en ga de vragen maken.
Groep 1: Centralisatie, standenmaatschappij en gewesten
Groep 2: Keurvorsten, eerste Staten-Generaal en staatsvorming
Groep 3Hertogdommen, soevereiniteit en de lage landen

Slide 7 - Tekstslide

  • Iedereen krijgt nu een vraag en antwoord strookje.
  • Iedereen loopt rond en probeert bij zijn strookje het juist antwoord te vinden. 
  • Denken jullie dat je een goede combinatie hebt gevonden? Kom dan naar mij toe.
  • Heb je het goed? Dan krijgen jullie beide een punt.
  • De persoon met de meeste punten krijgt een kleine prijs.
Opdracht 2: Op zoek naar de antwoorden
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 3: Checken

Slide 9 - Tekstslide

Les 2

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 4

4.3 Staatsvorming en centralisatie
Les 2

Slide 11 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Opdracht 2 van gister: wedstrijd
  • Checken antwoorden
  • Reclamebureau opdracht
  • Afsluiten

Slide 12 - Tekstslide

  • Iedereen krijgt nu een vraag en antwoord strookje.
  • Iedereen loopt rond en probeert bij zijn strookje het juist antwoord te vinden. 
  • Denken jullie dat je een goede combinatie hebt gevonden? Kom dan naar mij toe.
  • Heb je het goed? Dan krijgen jullie beide een punt.
  • De persoon met de meeste punten krijgt een kleine prijs.
Opdracht 2: Op zoek naar de antwoorden
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 3: Checken

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht A: pitch raadgever
Je bent een raadgever en de koning van Frankrijk heeft jou gevraagd om advies over hoe hij zijn gebied moet centraliseren. Hij wil graag weten wat wel werk en wat juist niet werk. Gebruik paragraaf 4.3 in je boek voor de informatie.
  • Vertel in je pitch wat centralisatie is.
  • Laat in je pitch duidelijk naar voren komen wat er nodig is om centralisatie te laten lukken.
  • Geef duidelijke voorbeelden waardoor centralisatie kan mislukken. 
Hoe je het advies gaat pitchen aan de koning van Frankrijk mag je zelf weten. Je kunt een poster, mindmap, powerpoint presentatie of iets anders maken ter ondersteuning.
Opdracht B: boekopdrachten
Maak de opdrachten:
1, 2, 3, 4, 5, 10, 14 en 17.

Klaar?
15 en 16
timer
30:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Pitchen van de pitch

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Examenvragen oefenen
Een bewering: De opkomst van handel en nijverheid droeg bij aan de versterking van het centrale gezag in de late middeleeuwen. (2pt)
Leg deze bewering uit.

Wisbordje: Wat moet je doen bij deze vraag en hoeveel punten krijg je??

Slide 19 - Tekstslide

Wisbordje: formuleren
Een bewering: De opkomst van handel en nijverheid droeg bij aan de versterking van het centrale gezag in de late middeleeuwen.
Leg deze bewering uit.

Wisbordje: Hoe begin je met deze vraag?

Slide 20 - Tekstslide

Examenvragen oefenen
Een bewering: De opkomst van handel en nijverheid droeg bij aan de versterking van het centrale gezag in de late middeleeuwen. (2pt)
Leg deze bewering uit.

Schrijf het antwoord volgende OUT - structuur in je schrift

Slide 21 - Tekstslide

Wisbordje: formuleren
Een bewering: De opkomst van handel en nijverheid droeg bij aan de versterking van het centrale gezag in de late middeleeuwen.
Leg deze bewering uit.

  1. Vergelijk met z'n 4en jullie antwoorden.
  2. Kies het best geformuleerde antwoord uit.
  3. Schrijf op het wisbordje op waarom het antwoord goed is geformuleerd? (Dus niet of het juist is of niet)

Slide 22 - Tekstslide

Kern van een juist antwoord is:

  • Door de opkomst van handel en nijverheid (kwam een geldeconomie op
gang) en kon de vorst belasting heffen in geld / geld krijgen in ruil voor
stedelijke privileges 1
  • waardoor er ambtenaren konden worden aangenomen die de centrale
macht versterkten / waardoor huurlegers konden worden gevormd waardoor de macht van de feodale adel verminderde 1

Slide 23 - Tekstslide

Kern van een juist antwoord is:
Ik weet dat de opkomst van handel en nijverheid bij droeg aan de versterking van het centrale gezag in de late middeleeuwen omdat, er door de handel en nijverheid een geldeconomie op gang kwam waardoor de vorst belasting kon heffen. Door deze inkomsten konden er ambtenaren worden aangenomen. Daaruit concludeer ik dat door middel van die ambtenaren het centrale gezag versterkt kan worden.

Slide 24 - Tekstslide