Opkomst van handel en ontstaan steden

.
Opkomst van handel en ontstaan steden
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisWoordenschat+4BasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Steden lijken soms net grote magneten: iedereen wil ernaartoe. Kijk maar naar New York, Venetië of Amsterdam. Dat was in de middeleeuwen niet anders. Ook toen gingen veel mensen naar de vaak nog piepjonge stad. Niet om selfies te maken, maar om handel te drijven.

Onderdelen in deze les

.
Opkomst van handel en ontstaan steden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik sta hier in een stad die is ontstaan in de middeleeuwen. Weet jij welke plek in Nederland dit is?
Hint? Het is in het zuiden van Nederland.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is Maastricht! Hier werd in de middeleeuwen de eerste brug over de Maas gebouwd. Hierdoor trokken er steeds meer bewoners naar de bruisende stad. In deze les leer je meer over de opkomst van steden in de Middeleeuwen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragenmuur 
Wat zou je willen weten over de opkomst van steden en handel?  Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie
Na deze les:

  • weet ik hoe steden zijn ontstaan en welke invloed dit had op de handel in de middeleeuwen.
  • kan ik uitleggen waarom mensen in de middeleeuwen steeds meer naar de stad trokken.
  • kan ik uitleggen hoe het eraan toe ging op een middeleeuwse markt. 


Dit ga je leren
Woordenschat
Na deze les:

  • begrijp ik de belangrijke woorden die met de opkomst van handel en ontstaan van steden te maken hebben. 
Taal
Na de les:

  • kan ik een pitch geven waarin ik iemand uit de middeleeuwen kan overtuigen om in de stad te komen wonen.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Over welke tijd hebben we het?
Opkomst van steden en handel
1000 - 1500

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdiepende tekst
Klik op de loep en daarna op de tekst 
om de tekst te vergroten.

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt. 

Arceer in ieder geval: 
  • de handel 
  • het overschot
  • de ambachtslieden
  • ambachtelijk
  • de kooplieden


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd. 
Weet je de betekenis nog niet? Zoek dan de betekenis van het woord op, op deze website. Schrijf de betekenis voor jezelf op. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 8 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
Woordenschat
de handel
De handel
Het kopen en verkopen.
De handel in kaas levert heel wat op.
De kooplieden
Mensen die dingen verkopen in een winkel of op de markt.
Deze kooplieden verkopen groenten op de markt.
De ambachtslieden
Mensen die iets met hun handen maken.
Deze ambachtslieden maken ijzer met hun handen.
De ambacht
Wanneer je iets met je handen maakt.
Dit brood is ambachtelijk gemaakt.

Slide 9 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Filmpje
Wil jij weten hoe steden er in de middeleeuwen uitzagen? Bekijk dit filmpje!

Slide 10 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Heb jij de tekst en filmpjes goed begrepen?
Test je kennis!
De opkomst van handel en steden vindt plaats in de  tijd van steden en staten. Sleep het kasteel naar het juiste jaartal op de tijdlijn.
tot 3000 v. Chr. 
500 - 1000 
1000 - 1500
1600 - 1700
1800 - 1900
1900 - nu

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Is de uitspraak van Scoop WAAR of NIET WAAR?
Sleep het vinkje of het kruisje!
Veel steden in de middeleeuwen ontstonden uit bestaande dorpjes.

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

en filmpjes
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Waarom trokken veel boeren naar de stad?
A
Boeren werden handiger in hun werk, waardoor ze overschotten kregen. Deze wilde ze verkopen op markten in de stad.
B
Boeren hadden steeds minder werk op het platteland en trokken daarom naar de stad om werk te vinden.
C
Op het platteland was er te weinig eten, waardoor boeren naar de stad moesten trekken in de zoektocht naar voedsel.
D
De boeren werden gedwongen om naar de stad te trekken omdat het daar veiliger was.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kon je allemaal vinden in de middeleeuwse stad? Denk aan gebouwen en producten.

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje
Hoe ging het er precies aan toe op die markten in de Middeleeuwen? Bekijk het in dit filmpje!

Slide 15 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Wie én wat kon je allemaal vinden op de middeleeuwse markt?
Slepen maar!
kooplieden
aardappelen
kaarsenmakers
koningen
pastinaak
véél vlees

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Alet
Noem één verschil en één overeenkomst met een markt in deze tijd en een markt uit de middeleeuwen.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Is de uitspraak van Scoop WAAR of NIET WAAR?
Sleep het vinkje of het kruisje!
Mensen die iets maken met hun handen, zoals brood en kaarsen maken, noem je ambachtslieden.

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje
Hoe zat het nou precies met die kooplieden en munten in de middeleeuwen? Je ziet het in dit filmpje!

Slide 19 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
en filmpjes
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Wat moesten kooplieden kunnen om succesvol te worden?
A
De kooplieden moesten weten wat de mensen in de verschillende steden wilde kopen.
B
Het was belangrijk dat kooplieden verschillende talen spraken zodat ze in elke stad met de mensen konden praten en handelen.
C
Het was belangrijk dat kooplieden wisten wat de munten in de verschillende steden waard waren.
D
De kooplieden moesten goede producten inkopen zodat ze sneller verkocht konden worden op de markt.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Alet
Waar moesten kooplieden voor oppassen als ze aan het rondreizen waren tussen de verschillende steden?
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Is de uitspraak van Scoop WAAR of NIET WAAR?
Sleep het vinkje of het kruisje!
In de middeleeuwen kon het wel weken duren voordat de spullen waarmee mensen wilde handelen in de stad aankwamen.

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Welke beschrijving hoort bij welk beroep?
Slepen maar!
Kooplieden
Ambachtslieden
Deze mensen maken producten met hun handen, zoals brood en kaarsen.
Deze mensen drijven handel en verkopen spullen in verschillende steden.

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bespreek de vraag met je schoudermaatje.
Zou jij het leuk vinden om in een middeleeuwse stad te wonen? Waarom wel of niet?

Slide 24 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verwerkingsopdracht
Uitleg
Tip!
 Maak aantekeningen zodat je het goed kunt onthouden en nog even terug kunt lezen!
In deze les heb je geleerd waarom er steeds mensen vanaf het platteland naar de steden trokken in de middeleeuwen. De hoogste tijd om meer mensen te overtuigen! 

Vandaag ga je een pitch van 1 minuut maken waarin je iemand van het platteland (uit de middeleeuwen) overtuigt om naar de stad te verhuizen. 

Het is natuurlijk wel handig dat je begrijpt wat het 
doel van een pitch is en dat je weet hoe je dat kunt 
doen. In het filmpje op de volgende slide wordt het uitgelegd. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Uitleg
Probeer tijdens je pitch in de huid van je rol te kruipen.  Waarom is het voor deze mensen beter om in de stad te wonen dan op het platteland?
Verdeel nu eerst de klas in groepjes van vier. Klaar? 
Iedereen uit het groepje kiest één rol:
1. Een boer
2. Een ambachtsman
3. Een koopman
4. Een gewone burger

Stel je voor dat één van de rollen iemand van het platteland moet overtuigen om in de stad te komen wonen. Wat zou diegene zeggen? Geef minstens 3 argumenten.


Haal argumenten voor je pitch uit de tekst. Bijvoorbeeld: welke voordelen heeft de stad? Wat is er allemaal te doen in de stad? 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In het filmpje heb je geleerd hoe je een goede pitch kunt geven. Tijd om aan de slag te gaan!

Bekijk tijdens het schrijven alvast de checklist hiernaast en gebruik het schrijfkader op de volgende slide.
Verwerkingsopdracht

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Bekijk het schrijfkader hiernaast. Gebruik het werkblad, vul hem in en plak 'm in je logboek. Dit helpt je om straks je pitch nog beter te kunnen geven.
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Als het goed is weet je nu wat je wilt gaan zeggen. Oefen je pitch in tweetallen. Eerst vertelt de een en luistert de ander. Daarna draai je de rollen om. 

Help elkaar door te vertellen wat er al goed gaat en wat nog beter kan. Gebruik hierbij de checklist. 
timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pitchen maar!
Iedereen krijgt een nummer. Draai aan het rad en zie wie er mag pitchen in het tafelgroepje. 
Mag jij pitchen? Kies dan twee klasgenoten uit die de checklist voor jou mogen invullen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de stellingen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie

  • Ik weet hoe steden zijn ontstaan en welke invloed dit had op de handel in de middeleeuwen.
  • Ik kan uitleggen waarom mensen in de middeleeuwen steeds meer naar de stad trokken.
  • Ik kan uitleggen hoe het eraan toe ging op een middeleeuwse markt.  


Dit weet ik nu ... & Dit kan ik nu ... 
Woordenschat
  • Ik begrijp de belangrijke woorden die met de opkomst van handel en het ontstaan van steden te maken hebben. 
Taal
  • Ik kan een pitch geven waarin ik iemand uit de middeleeuwen kan overtuigen om in de stad te komen wonen.
Schrijf jij in je projectschrift wat je deze les hebt geleerd?

Slide 33 - Tekstslide

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Wat hebben uw leerlingen geleerd?
Vragenmuur & Weetmuur
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen?
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord?
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 34 - Tekstslide

Vragenmuur & weetmuur
Bekijk samen met de leerlingen de vragenmuur. Zijn er al vragen beantwoord? Verplaats die vragen naar de weetmuur. Zijn er tijdens deze les nieuwe vragen ontstaan?
Tot de volgende keer!

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies