Leerstof S.O. KUA di 4 juni: Modern & Massa (algemeen, muziek, dans, film)

Leerstof S.O. KUA di 4 juni: Modern & Massa (algemeen, muziek, dans, film)
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 53 slides, met tekstslides en 11 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerstof S.O. KUA di 4 juni: Modern & Massa (algemeen, muziek, dans, film)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Modernisme
  • Het modernisme in de kunsten ontstaat aan het eind van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw. 

  • Het modernisme houdt in: het ontstaan van een breuk tussen de oude maatschappij/kunst en de nieuwe maatschappij/kunst. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstond de breuk?
Doordat er hele hoop nieuwe ontwikkelingen plaatsvonden op ontzettend veel gebieden:
  • Infrastructuur maakte reizen en andere vrijetijdsbesteding mogelijk (nieuwe plekken = nieuwe inspiratie) 
  • Nieuwe materialen en technieken werden uitgevonden
  • De psychologie kwam op (Freud)
  • Technische ontwikkelingen zoals; film, radio, telefoons, auto’s, treinen
  • De opdrachtgevers veranderen (niet langer alleen adel en kerk, maar nu ook bourgeoisie en staat)
 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kunstenaars in het Modernisme
  • Kunstenaars willen allemaal iets nieuws!
  • De kunstenaars die hier mee starten noemen we: Avant-garde kunstenaars (dit zijn kunstenaars die zich niet langer konden of wilden aansluiten bij de heersende opvattingen van de elite.)
  • -> gevolg: Kunstenaars worden steeds zelfstandiger = AUTONOOM
    en kiezen zelf wat ze uitbeelden/ideeën zijn achter hun kunst. 
  • Dus er ontstaan nieuwe stromingen en ontwikkelingen binnen alle genres (beeldend, dans, drama, muziek, architectuur en film).

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zag je die breuk?
[Van oude kunst 19e eeuw naar moderne kunst 1900-1950]

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Film
Oude film, modernistische film?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


19e eeuw

20e eeuw
Muziek

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massa & Postmodernisme

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 10 kenmerken heeft het Postmodernisme?

Jeff Koons, Play Doh, 1994-2014
CULTUURRELATIVISME (meervoudige perspectieven, gelijk aan elkaar).  
REMIXEN: opnieuw combineren, citeren, hergebruiken .
GEMAAKTHEID van de wereld (er is niet 1 waarheid, iedereen eigen waarheid) 
HERKENBAARHEID (dus figuratief ipv abstract) 
HIER & NU; het utopische toekomstbeeld staat niet meer centraal. 
ANYTHING GOES; geen originaliteit meer; alles is al eens gedaan. 
MULTI/INTERDISCIPLINAIRE KUNST; mengen kunstdisciplines voor nieuwe kunst 
HIGH ART & LOW CULTURE, door elkaar heen, geen onderscheid meer. 
KITSCH mag; wat vroeger stijlloos/smakeloos alleen decoratie was, is nu acceptabel 
IRONIE, SPOT, DUBBELZINNIGHEID in plaats van serieuze, ernstige kunst. 

Slide 17 - Tekstslide

Gemaaktheid: Iedereen kan er zelf een betekenis aan geven.
Herkenbaarheid: een berg klei.
Anything goes: dit is niet origineel, dit kan een kind.
hight art-low culture: groot kunstwerk dat gaat over kinderklei, voor bijna iedereen herkenbaar uit kindertijd. Staat in de belangrijkste musea over de wereld.
Kitsch: dit is toch geen kunst? nu wel.
Ironie: Het kan worden gezien als overdreven, over the top door de uitvergroting. 
Subcultuur betekenis
Subcultuur = onderdeel van algemene cultuur, maar met duidelijke kenmerken die een subcultuur anders maken dan algemene cultuur (= mainstream) eromheen. ​

Ontstaat vaak vanuit verzet tegen heersende cultuur; zijn vaak jongeren en hun cultuur: bv met luisteren naar rock-n-roll en The Beatles in jaren 50/60: culturele revolutie​

​Aantal subculturen nemen toe in tweede helft in 20e eeuw 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subcultuur, jeugdcultuur
Een jeugdcultuur is aantrekkelijk voor de massa (vooral tieners), terwijl subculturen uit kleinere groepen bestaan die afwijken van de breed gedragen jongerencultuur. 

Maar zodra iets mainstream wordt, komt de volgende/andere subcultuur.

Slide 19 - Tekstslide

https://npokennis.nl/longread/7974/van-nozems-tot-hipsters-is-de-jeugdcultuur-dood
Multicultureel
Postmodern: Meerdere waarheden en perspectieven
Immigranten brengen eigen cultuur mee.

Fusion = vermenging van culturele uitingen.

Westerse kunstenaars verwerken elementen uit andere culturen in hun werk.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postmoderne dans
Postmodern in dans heeft een wat andere betekenis dan postmodern in andere disciplines. Postmoderne dans ontstaat vroeg na de WOII. Tot '45  wordt de dans gedomineerd door het expressionisme. De emotie en het gevoel staan hierbij centraal  en vormen de directe aanleiding tot de dans. Het klassieke ballet bestaat daarnaast met verhalende voorstellingen en een danstaal in voorgeschreven  bewegingen. Na '45 wordt deze scheiding losgelaten.

De formele dans die dan ontstaat, mengt de expressionistische dans met bewegingen die uit het klassieke ballet komen. Het boeiende, spannende of fascinerende van de bewegingen en de choreografie is essentieel. Daarbij is iedere beweging toegestaan. Emotie uitdrukken of een verhaal vertellen, is daarbij veel minder belangrijk. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekendste choreografen (hoge kunst):



Pina Bausch (Duitsland) --> leerling van Kurt Jooss
Merce Cunningham (USA) --> leerling van Martha Graham
Anne-Theresa de Keersmaeker (Belgisch)

Pina Bausch ended up being one of the pioneers of a movement that came to be known as Tanztheater, which brought together elements of dance, theater, opera, and music. But what made Bausch´s work unique, wasn’t just that she refused to stick within the boundaries of classical dance.
She also created her own poetic way of storytelling that did not follow a traditional plotline. Instead, she created a tapestry of different scenes that were usually focused on the bittersweet reality of human relationships and human existence. Her works often included the painful repetitions of the same actions, words, and movements. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Pina Bausch ended up being one of the pioneers of a movement that came to be known as Tanztheater, which brought together elements of dance, theater, opera, and music. But what made Bausch´s work unique, wasn’t just that she refused to stick within the boundaries of classical dance.
She also created her own poetic way of storytelling that did not follow a traditional plotline. Instead, she created a tapestry of different scenes that were usually focused on the bittersweet reality of human relationships and human existence. Her works often included the painful repetitions of the same actions, words, and movements. 

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Samenvattend:
   Dans voor massa               &               Postmoderne dans
Lage kunst                                                    Hoge kunst
Gebaseerd op muziekstijl                  Gebaseerd op dansacademie                                                                           en kunstenaars       
Komt door popcultuur                            Is reactie op moderne dans
Voor vermaak, plezier                                Voor voorstellingen
ALLEBEI: HET HOEFT GEEN BOODSCHAP MEER TE HEBBEN

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormgeving muziek

  • Toonhoogte (hoogte klanken, instrumenten en/of stemmen)
  • Toonduur (maat en ritme)
  • Tempo (snelheid muziekstuk, langzaam-snel)
  • Dynamiek (klanksterkte, hard-zacht)
  • Klankkleur (kleur of karakter van stem of instrument)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IDENTITEIT   


Spelen met gender: Stromae

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IDENTITEIT
Engagement: protestsong: Bob Dylan

Slide 31 - Tekstslide

Jaren ‘60
Uiten onvrede maatschappelijke misstanden d.m.v. muziek
Kenmerkend: nadruk ligt op tekst/boodschap, muzikale begeleiding is daarom dienend en vaak eenvoudig (alleen wat akkoorden).
Door de muziek onthouden mensen de tekst beter (pakkende melodie)
Voorbeeld: Bob Dylan: “First poet of the Jukebox”
Roept op tot engagement “the Times They are A-Changin”
Jeugd identificeert zich met hem boodschap: weg met het etablissement, hij ziet eruit als een eenvoudige maar rebelse jongen van de straat, eenvoudige liedjes die jongeren mee kunnen zingen

Ontwikkeling muziek 20e eeuw
Jazz/blues/moderne muziek: jaren 1910. Blaasinstrumenten, drums, zang, bas, improvisatie, syncope. Duidelijke thema's vanuit zwarte gemeenschap VS. Melodieuze zang of als klaaglied. Modernistische muziek: Schönberg, atonaal, experimenteel of inspiratie uit oudere culturen.
Rythm-and-blues komt erbij: jaren 1940. Blues met sneller ritme, om op te kunnen dansen. De zangstijl was uitbundig en ruw, met een hoog volume en een krakend stemgeluid. Vaak  basgitaar, gitaar, drums, piano, saxofoon.
Rock-n-roll komt erbij: begin jaren 1950. Jongerencultuur. De zang is schreeuwerig, maar met teksten die jongeren aanspreken, de gitaren zijn elektrisch versterkt, vaak gebruik makend van vervorming (distortion). In de beginjaren werd in plaats van gitaren meer gebruik gemaakt van (scheurende) saxofoons en piano.
Popmuziek komt erbij & rock ontwikkelt verder: jaren 1950. Vooral elektrische gitaar, de basgitaar, drums en synthesizer. -----*Popmuziek: voor de massa, makkelijke teksten, melodie bllijft in je hoofd zitten, vrolijk en voor vermaak/dansen, spreekt de jongeren erg aan. Standaard opbouw van coupletten en refrein.
*Rock: de elektrische gitaar staat centraal, vaak met elektrische basgitaar, drums, en zang. Is vaak een groep ipv 1 artiest, maken de muziek zelf. Tekst kan wel diepere betekenis hebben dan popmuziek. Kan ook zwaar/boos/dramatisch zijn. 
Daarna komen er ontzettend veel nieuwe muziekgenres bij..... Door nieuwe instrumenten, nieuwe combinaties, mix culturen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rap
House
Reggae
Ska
Levenslied
Wereldmuziek
Rai
Afrobeats
Glamrock
Jazz
Blues
Rock(-n-roll)
Punk
protest song
Soul
Disco
Hiphop
Grunge
R&B
Metal
Psychedelische rock
Country

Slide 33 - Tekstslide

 Iedereen een eigen genre. Korte uitleg: Hoe klinkt deze muziek? Snel, langzaam, bepaalde instrumenten? Hoe is het ontstaan? Hoort het bij een subcultuur?
Geef een goed voorbeeld: Artiest + nummer + youtubelink.

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

                          The Beatles
John Lennon
Paul McCartney
George Harrison
Ringo Starr
1960-1970
Meest invloedrijke band uit de geschiedenis
van de popmuziek

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Intercultureel
  • Cultuurrelativisme
  • Kunstenaars vermengen westerse met niet-westerse kunst

  • Fusion/cross-over: Talvin Singh, en Paul Simon.

Paul Simon-Graceland. jaren 80: USA en Zuid-Afrika.



Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Modernistische film
Accenten: 
Ontwikkelingen en experimenten binnen film (Eisenstein, Duits expressionisme, Hollywood, animaties)

Voorbeelden/invalshoeken: 
  • Film als amusement, bv. musicalfilm, Disney animatie

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alfred Hitchcock: regisseur
Na de komst van de tv, gaan minder mensen naar de bioscoop.
Hitchcock ontwikkelt een nieuw genre: Thriller. Hiervoor komen mensen wel!

Gaat niet over kritiek op de maatschappij;
Heeft geen diepere betekenis;

Puur vermaak en spanning!
Niet door enge beelden, maar door spanning op te wekken. Suspense
Het publiek weet meer dan de acteurs. "Kijk achter je!"

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hollywood & filmsterren
De Amerikaanse filmindustrie, die vooral in "Hollywood" was gevestigd, werd na de Eerste Wereldoorlog het nieuwe belangrijkste filmcentrum van de wereld. Hollywoodfilms werden over de hele wereld verspreid en in vele landen werd de markt overheerst door de Amerikaanse film.
James Dean
Marilyn Monroe
Elizabeth Taylor
Acteurs die James Bond speelden
Zij waren sterren en idolen, bepaalden de mode en iedereen wilde alles over hen weten. Grote invloed op de massacultuur.
Dramatisch acteren, neppe wereld, voor de massa

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europa reageert op "neppe" Hollywood met andere filmstijlen.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

sinds 1990, 34 seizoenen: nog steeds elke werkdag!
1956-2010, elke dag een aflevering. Best bekeken soapserie ooit.
Soapseries komen uit de Verenigde Staten, toen vooral bedoeld voor huisvrouwen.
De reclames tussendoor, waren in het begin over zeep. Vandaar de naam!
scène
https://www.youtube.com/watch?v=O8o01t59TT0
Dramatisch, niet geweldig geacteerd. Snel opgenomen, want iedere dag een nieuwe aflevering.
Cliffhanger

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Martial arts = vechtkunst, China
Anime = tekenfilms, Japan
Aziatische invloed op film

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fusion: het mengen 
van verschillende culturele stijlen, tot iets nieuws.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken musical (voor de massa)
  • Musical is multidisciplinair: dans, zang, acteren, muziek.
  • Musical mengt stijlen: heeft invloeden uit jazz, opera, pop, andere culturen.
  • grote theatershows met massale acts 
  • Het verhaal is meestal ondergeschikt aan de muziek- en dansnummers. Het verhaal verbindt de liedjes en dans.
  • Het is vaak een oppervlakkig verhaal [zoals Boy meets girl]
  • Muziek, aankleding en showballet is het belangrijkste.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hollywoodfilms "nu".
-Bekende acteurs;
-Stereotypes;
-Verhalen begrijpelijk voor de massa;
-Bedoeld om veel geld mee te verdienen. 
Het zijn vaak blockbusters. 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postmoderne film




Tarantino over zijn films: “I steal from every single movie ever made.” 
Hoe meer films je kent, hoe meer je postmoderne films kunt waarderen. Verwijzingen werken niet als je de verwijzing niet kent.

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekendste films van Tarantino
Postmoderne kenmerken:
*Mengen van genres;
*Absurde scenes en gesprekken;
*verwijzingen naar eigen en andere films;
*Grof geweld gebruiken als normaal;
*Onverwachte montage.

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Video

Deze slide heeft geen instructies