NN 3 - Spelling 4 - trema en apostrof

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Lesdoelen

Je weet wanneer je een trema en

een apostrof moet gebruiken.

Wat is een trema?

1. ;
2. }
3. ¨
4. :

Trema  ¨

Een trema is een leesteken.

Het geeft een nieuwe lettergreep aan:

ruine > ruïne 

ideeen > ideeën

Trema  ¨

Een trema is een leesteken.

het komt ook voor in leenwoorden:

föhn, rösti 

Wat is een apostrof?

1. ,
2. &
3. ~
4. '

apostrof  '

Een apostrof is een leesteken.

het komt voor bij meervouden van woorden die op
a, i, o, u, en y eindigen:

gala's, ski's, piano's, menu's, baby's

apostrof  '

Een apostrof is een leesteken.

het komt ook voor bij letter- of cijferwoorden: 

dvd'tje, zzp'er, cc'en, pc's, tv's, A4'tje

Wat is de juiste spelling?

1. A4tje
2. A4'tje

Wat is de juiste spelling?

1. besproeiing
2. besproei'ing
3. besproeiïng

Wat is de juiste spelling?

1. BNer
2. BNër
3. BN'er

Wat is de juiste spelling?

1. euros
2. euro's

Wat is de juiste spelling?

1. gluhwein
2. glühwein

Wat is de juiste spelling?

1. hüttenkäse
2. huttenkase

Wat is de juiste spelling?

1. intuitie
2. intuïtie

Wat is de juiste spelling?

1. lollytje
2. lollietje
3. lolly'tje

Wat is de juiste spelling?

1. nuance
2. nu'ance

Wat is de juiste spelling?

1. puppy's
2. puppies
3. puppys

Wat is de juiste spelling?

1. reunie
2. reünie

Wat is de juiste spelling?

1. wc'tje
2. wctje

Aan de slag

1. Bekijk de theorie op bladzijde 164

2. Maak opdracht 4 (blz. 164)