In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Even oefenen... H 2,3 en 4 en de begrippen van H1
Slide 1 - Tekstslide
VOC
Slide 2 - Tekstslide
Cultuurstelsel
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Ethische politiek en nationalisme
Slide 5 - Tekstslide
Tweede Wereldoorlog
Slide 6 - Tekstslide
Indonesië onafhankelijk
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Wat is de Staten-Generaal?
A
De directeur van de VOC
B
De regering van de Republiek
C
Het hoofdkantoor van de VOC in Indië
D
De oprichter van de VOC
Slide 9 - Quizvraag
De koning van Spanje tijdens de Tachtigjarige oorlog was:
A
Filips I
B
Filips II
C
Alva
D
Karel V
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een monopolie?
A
Een gezellig bordspel
B
Een bedrijf dat aandelen uitgeeft
C
Het alleenrecht op de handel in een product
D
Meerdere bedrijven die opgaan in één bedrijf
Slide 11 - Quizvraag
Herhaling hoofdstuk 2
Van verlies naar winst: 1800-1870
Slide 12 - Tekstslide
Herhaling Hoofdstuk 2
We oefenen begrippen, gebeurtenissen, personen en oorzaak-gevolg van hoofdstuk 1 en 2.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is een monopolie?
A
Een gezellig bordspel
B
Een bedrijf dat aandelen uitgeeft
C
Het alleenrecht op de handel in een product
D
Meerdere bedrijven die opgaan in één bedrijf
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de Staten-Generaal?
A
De directeur van de VOC
B
De regering van de Republiek
C
Het hoofdkantoor van de VOC in Indië
D
De oprichter van de VOC
Slide 15 - Quizvraag
Op welke manier probeerde de VOC zoveel mogelijk monopolies te krijgen?
A
Uitschakelen van concurrenten
B
Bouwen van handelsposten en factorijen
C
Contracten met inheemse vorsten
D
Opbouwen van handelsnetwerk in Azië
Slide 16 - Quizvraag
Welke tekst hoort bij welk begrip?
Let op!: ieder begrip mag maar één keer worden gebruikt.
Let op! Er blijft één begrip over.
Er werden handelsnederzettingen op gunstig gelegen plaatsen gesticht. Die bestonden uit een fort, een haven, wat pakhuizen en woningen. Van hieruit werd handel gedreven met de inlandse bevolking.
Begin 1621 verscheen de VOC met twaalf schepen voor het grootste eiland van de Banda-eilanden. De bemanning opende het vuur en kreeg de belangrijkste vestiging van het eiland in handen. Duizenden Bandanezen vluchtten naar de bergen. Hun dorpen werden verwoest. De inwoners werden onthoofd.
De koning van het eiland gaf aan de Compagnie de verzekering dat alle peper en wilde kaneel die in zijn rijk groeiden aan de Compagnie geleverd zouden worden. Verder zou alle peper geladen worden op schepen van de Compagnie, zonder dat andere landen er iets van zouden krijgen.
factorij
monopolie
strafexpeditie
hongitocht
Slide 17 - Sleepvraag
Wat gebeurde er in 1815 met Nederlands-Indië?
A
De VOC verliet Nederlands-Indië
B
Nederlands-Indië werd veroverd door Engeland
C
Nederland nam alle bezittingen op Nederlands-Indië over van de VOC
D
Nederlands-Indië werd een kolonie van Nederland
Slide 18 - Quizvraag
Welk belangrijk gevolg had de Java-oorlog?
A
De Indische regenten kregen meer macht
B
Het cultuurstelsel werd ingevoerd
C
Heel Java kwam in handen van Nederland
D
Alle Indische regenten werden vermoord of verbannen
Slide 19 - Quizvraag
Wat was het belangrijkste doel van het cultuurstelsel?
A
Cultuur brengen in Indonesië
B
Zorgen dat een vijfde deel van de grond voor Nederland gebruikt werd
C
De Indonesische bevolking landbouwtechnieken leren
D
De kolonie winstgevend maken
Slide 20 - Quizvraag
Hoe groot was het percentage dat de boeren van hun land moesten gebruiken voor het cultuurstelsel?
A
20%
B
30%
C
40%
D
50%
Slide 21 - Quizvraag
Welke producten moesten verplicht worden verbouwd?
A
koffie, suiker en indigo
B
specerijen, tabak en indigo
C
koffie, thee en specerijen
D
tabak, koffie en zout
Slide 22 - Quizvraag
Welk bedrijf was verantwoordelijk voor het cultuurstelsel
A
VOC
B
H&M
C
VED
D
NHM
Slide 23 - Quizvraag
Waarom nam het aantal Nederlanders in Indonesië vanaf 1830 sterk toe?
A
Omdat gouverneur Jan Pieterszoon Coen veel soldaten nodig had om Atjeh te veroveren.
B
Omdat het cultuurstelsel werd ingevoerd en meer ambtenaren nodig waren voor toezicht.
C
Omdat Nederlandse arbeiders nodig waren als contractarbeiders en ambtenaren toezicht moesten houden.
D
Omdat veel Nederlandse arbeiders in Indonesië in fabrieken gingen werken.
Slide 24 - Quizvraag
Wat waren positieve gevolgen van het cultuurstelsel voor Indonesië?
A
Er ontstond een geldeconomie
B
Er werden wegen aangelegd
C
De boeren mochten veel werken
D
De opbrengst ging naar Nederland
Slide 25 - Quizvraag
Wat waren negatieve gevolgen van het cultuurstelsel voor Indonesië?
A
de regenten werden armer en de boeren rijker
B
hongersnoden
C
geen geld om levensmiddelen te kopen
D
boeren haalden de 66 dagen herendiensten niet
Slide 26 - Quizvraag
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
VOC failliet
Indië wordt een kolonie van NL
Invoering cultuurstelsel
Max Havelaar komt uit
Slide 27 - Sleepvraag
Volgende les:
Neem de theorie van hoofdstuk 3 en 4 door.
Oefen met Quizlet de begrippen van H3 en 4.
Bekijk het materiaal in Google Classroom.
Slide 28 - Tekstslide
Herhaling hoofdstuk 3 en 4
Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1918
Indonesië wordt onafhankelijk: 1918-1949
Slide 29 - Tekstslide
Welke 3 groepen verdienden veel geld met het Cultuurstelsel?
A
1. de inheemse bestuurders, 2. de Nederlandse ambtenaren, 3. de Nederlandse staat
B
1. de inheemse bestuurders, 2. de Nederlandse ambtenaren, 3. de Javaanse boeren.
C
1. de inheemse bestuurders, 2. de Javaanse ambachtslieden, 3. de Nederlandse staat
D
1. de Javaanse boeren, 2. de Javaanse ambachtslieden, 3. de Nederlandse staat
Slide 30 - Quizvraag
Wie is wie?
Soekarno
Hatta
Slide 31 - Sleepvraag
Dit is de leider van de ...
A
DPA
B
PKI
C
PNI
D
FNV
Slide 32 - Quizvraag
Wanneer riep Soekarno de onafhankelijkheid uit?
Slide 33 - Open vraag
Wat is modern imperialisme?
A
Koloniën die onafhankelijkheid wilden
B
Het onafhankelijk worden van veel koloniën
C
Europese landen wilden zoveel mogelijk kolonies
D
Europese landen wilden zoveel mogelijk grondstoffen
Slide 34 - Quizvraag
Wat was het doel van de politionele acties?
A
De laatste Japanners uit Nederlands-Indië verjagen.
B
Het gezag herstellen in Nederlands-Indië.
C
De kolonie met nieuwe gebieden gaan uitbreiden.
D
De toenemende invloed van de Sovjet-Unie in Indonesië tegengaan.
Slide 35 - Quizvraag
In welk jaar erkende Nederland de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië?
A
1940
B
1830
C
1925
D
1949
Slide 36 - Quizvraag
Waar en in welke periode werd dit bankbiljet als wettig betaalmiddel gebruikt?
A
in Indonesië in de periode 1942-1945
B
in Japan in de periode 1942-1945
C
in Nederland in de periode 1942-1945
D
in Japan in de periode 1946-1949
Slide 37 - Quizvraag
Wat is een koelie?
A
Een boer die zijn eigen stuk land heeft.
B
Een bediende van een Javaanse edelman.
C
Een Nederlander in dienst van een edelman.
D
Een contractarbeider in Nederlands-Indië.
Slide 38 - Quizvraag
Nadat Soekarno in 1945 de Republiek Indonesië had uitgeroepen, brak er overal chaos uit. Jongeren trokken plunderend en moordend rond. Ongeveer 100.000 mensen werden vermoord. Hoe noemen we deze periode?
A
De Bersiap-periode.
B
De nationalistische periode.
C
De PKI-periode.
D
De PNI-periode.
Slide 39 - Quizvraag
Wat zijn Pemoeda's?
A
Belangrijke Indische specerijen
B
Indonesiërs die trouw zijn aan Nederland
C
Gewapende Nationalistische troepen trouw aan Soekarno
D
Indonesische voetbalsupporters
Slide 40 - Quizvraag
Zet in de juiste chronologische volgorde: 1 VOC wordt opgericht 2 ethische politiek 3 politionele acties 4 cultuurstelsel
A
1,2,3,4
B
4,2,3,1
C
1,4,2,3
D
1,2,4,3
Slide 41 - Quizvraag
Herhaling Hoofdstuk 3 + 4
We oefenen begrippen, gebeurtenissen, personen en oorzaak-gevolg van hoofdstuk 3 en 4.
Bij sommige vragen zal ik extra uitleg geven.
Slide 42 - Tekstslide
Alleen op Java
koelies
Nederlandse ondernemers
Nederlandse Handelsmaatschappij (NHM)
plantloon
contractarbeider
Cultuurstelsel
Na 1870
Slide 43 - Sleepvraag
Wat is modern imperialisme?
A
Koloniën die onafhankelijkheid wilden
B
Het onafhankelijk worden van veel koloniën
C
Europese landen wilden zoveel mogelijk kolonies
D
Europese landen wilden zoveel mogelijk grondstoffen
Slide 44 - Quizvraag
Wat houdt de ethische politiek in?
A
Nederland ging iets terug doen voor de Indonesiërs
B
Dat je alleen de politiek in mocht als je Nederlands was
C
De afschaffing van het Cultuurstelsel
D
Indonesiërs mochten ook politieke partijen oprichten
Slide 45 - Quizvraag
Welke maatregel hoort niet bij de ethische politiek?
A
Vaccineren van de Indonesische bevolking
B
Irrigatie in de landbouw
C
Onderdrukking nationalisme
D
Stichten van scholen
Slide 46 - Quizvraag
Wat was een onbedoeld gevolg van de ethische politiek?
A
Imperialisme
B
Industrialisatie
C
Militarisme
D
Nationalisme
Slide 47 - Quizvraag
Nederland laat ze met rust
Nederland treedt hard op
zelfstandigheid
onafhankelijkheid
Soekarno
Volksraad
gematigde nationalisten
radicale nationalisten
Slide 48 - Sleepvraag
Japan belooft Indonesië onafhankelijkheid
Japan geeft Indonesië onafhankelijkheid
Japanse bezetting
Nederland werkt samen met Japan
Soekarno werkt samen met Japan
Nederlanders hebben het zwaar
Indonesiërs hebben het zwaar
Slide 49 - Sleepvraag
Wat zijn politionele acties?
A
Acties van Nederland om te voorkomen dat Indonesië onafhankelijk werd.
B
Acties van Japan een nieuwe poging te doen om Nederlands-Indië in te nemen.
C
Acties van Nederlands-Indië om ervoor te zorgen dat zij onafhankelijk werden.
D
Acties van Duitsland om Japan te gaan helpen in de oorlog.
Slide 50 - Quizvraag
De naam politionele acties verwijst naar...
A
De Politiek. De politici van Nederland hebben tot deze acties besloten
B
De Politiek. De acties zijn een vervolg op ethische de politiek
C
De Politie. Nederland stuurde geen legereenheden maar manschappen van de Rijkspolitie
D
De Politie. Hiermee wilde de Nederlandse overheid aangeven dat het geen militaire inval was, maar een herstel van recht en orde
Slide 51 - Quizvraag
Hieronder staan vier gebeurtenissen die te maken hebben met de geschiedenis van Indonesië.
Zet deze gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
1
2
3
4
De Eerste Politionele Actie begint.
Nederland erkent de onafhankelijkheid van Indonesië.
Japan bezet Indonesië.
Soekarno roept de onafhankelijke Republiek Indonesië uit.
Slide 52 - Sleepvraag
Militair gezien waren de politionele acties een groot succes. Waarom moest Nederland dan toch de onafhankelijkheid van Indonesië erkennen?
A
De bevolking van Indonesië luisterde niet meer naar de Nederlanders
B
Veel Nederlandse burgers waren tegen het geweld in Indonesië
C
Nederland had geen geld meer om oorlog te blijven voeren
D
Internationaal kwam er veel kritiek, vooral vanuit de VS