In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
5.1: Nieuwe steden
Welkom 1A/B
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Wat
Hoelang
Hoe
Lesdoelen
5 min
Klassikaal
Uitleg met vragen super leuk
15 min
Klassikaal
Werkboek 5.1 maken
15 min
Klassikaal
Afsluiting
5 min
Klassikaal
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen:
Waardoor onstonden nieuwe steden?
Wie was de baas van een stad
Slide 3 - Tekstslide
We zitten nu in een nieuw tijdvak!
Slide 4 - Tekstslide
Welk tijdvak zou H 5 over gaan?
A
Grieken en Romeinen
B
Steden en Staten
C
Monniken en ridders
D
Ontdekkers en hervormers
Slide 5 - Quizvraag
Middeleeuwen, waar denk je aan?
Slide 6 - Woordweb
Rond het jaar 1000 gaan de oogsten beter: een groot deel wordt door de boeren verkocht op de markt. Zo verdienden ze geld
Slide 7 - Tekstslide
Van dat geld...
Kochten de boeren bij handelaren producten die ze zelf niet maakten; bv stukken stof.
Ook waren de wegen veiliger geworden waardoor je makkelijker kon reizen en zo producten over de hele wereld kon verkopen
Slide 8 - Tekstslide
Noem een verschil in het leven van mensen in de tijd van monniken en ridders en steden en staten
Slide 9 - Open vraag
Handelaren wilde een goede plek om hun goederen op te slaan en te wonen tussen het reizen door, ze gingen vaak wonen bij:
A
Rivieren
B
kruispunt waar verschillende wegen lagen
C
Bij een klooster
D
Bij een kerk
Slide 10 - Quizvraag
In de stad was een bisschop of edelman de baas. Maar toen de stad groter werd wilde veel burgers eigen baas zijn: Burgers vroegen stadsrechten aan. Vanaf dat moment is een stad pas een stad
Slide 11 - Tekstslide
Wat zijn stadsrechten denk je?
A
Rechten om de edelman te vermoorden
B
Rechten om te doen wat je wilde
C
Rechten om zelf je stad te besturen en beslissingen te maken
D
Stemrecht
Slide 12 - Quizvraag
Voor die stadsrechten moesten de burgers iets terug doen, namelijk:
A
Lief zijn tegen de edelman
B
een stadsmuur bouwen voor bescherming
C
De heer bij oorlog helpen
D
Belasting betalen
Slide 13 - Quizvraag
Door de stadsrechten kreeg een stad eigen bestuur
Rakkers: Politie
Schout: baas politieke
Schepenen: soort rechters
Burgermeester: Adviesraad
Waren vaak mensen die uit de rijkste families kwamen
Slide 14 - Tekstslide
De baas van de rakker was de schout, wat voor beroepen zijn dit?
A
Politie en rechters
B
Politie en de baas van de politie
C
Politie en adviesraad
D
Politie en rijke familieleden
Slide 15 - Quizvraag
Steden worden nu anders bestuurd dan toen, namelijk zo:
Gemeenteraad: Maken plannen voor een gemeente/stad
Wethouders: Voeren die plannen uit
Burgermeesters: Hij staat aan het hoofd van de politie in de stad
Slide 16 - Tekstslide
Een adviesraad van toen kun je vergelijken met een:
A
Gemeenteraad van nu
B
Burgemeester van nu
C
Politie van nu
D
Rechter van nu
Slide 17 - Quizvraag
Zoek een foto die past bij 'schout en schepenen'
Slide 18 - Open vraag
Aan de slag met 5.1 in je werkboek via breakout rooms!