VTV Medicatie 3

Herhaling medicatie 
3
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling medicatie 
3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

groepen medicijnen
Medicijnen kunnen worden ingedeeld naar toedieningswijze...
  • enterale medicijnen komen het lichaam in via het maag-darmkanaal
  • parenterale medicijnen komen op een andere manier het lichaam in

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

groepen medicijnen
Medicijnen kunnen worden ingedeeld naar toedieningswijze...
  • oraal (via de mond)
  • rectaal (via de anus)
  • sublinguaal (onder de tong)
  • subcutaan (onder de huid)
  • intramusculair (in de spier)
  • intraveneus (in een ader)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

groepen medicijnen
Medicijnen kunnen worden ingedeeld naar doel...
  • curatief (genezend)
  • symptomatisch (klachten verminderend)
  • palliatief (lijden verlichtend)
  • preventief (voorkómend)
  • suggestie wekken dat het werkt (placebo)

Slide 4 - Tekstslide

uratief (genezend): Deze medicijnen zijn bedoeld om een ziekte volledig te genezen. Bijvoorbeeld, antibiotica om een bacteriële infectie te behandelen.

Symptomatisch (klachten verminderend): Deze medicijnen verminderen of verlichten de symptomen van een ziekte zonder de onderliggende oorzaak te genezen. Bijvoorbeeld, pijnstillers zoals paracetamol om hoofdpijn te verlichten.

Palliatief (lijden verlichtend): Deze medicijnen verlichten het lijden en verbeteren de kwaliteit van leven bij ernstige, vaak terminale ziekten. Bijvoorbeeld, morfine bij kankerpatiënten om pijn te verlichten.

Preventief (voorkómend): Deze medicijnen voorkomen het ontstaan van een ziekte. Bijvoorbeeld, vaccins om infectieziekten zoals griep te voorkomen.

Voorbeeld:
Stel dat onderzoekers een nieuw medicijn voor hoofdpijn testen. Ze kunnen twee groepen patiënten maken:

De ene groep krijgt het nieuwe medicijn.
De andere groep krijgt een placebo (bijvoorbeeld een suikerpil die er hetzelfde uitziet als het echte medicijn).
Als de groep die het echte medicijn krijgt meer verbetering laat zien dan de groep die de placebo krijgt, kunnen de onderzoekers concluderen dat het medicijn waarschijnlijk effectief is. Als beide groepen zich ongeveer evenveel verbeteren, kan dat betekenen dat de verwachtingen en overtuigingen van de patiënten een grote rol spelen, en het medicijn zelf misschien niet zo effectief is als gedacht
groepen medicijnen
Medicijnen kunnen worden ingedeeld naar therapeutisch effect...
  • pijnstillers (analgetica)
  • angstdempers (anxiolytica)
  • bloeddrukverlagers
  • plastabletten (diuretica)
  • laxeermiddelen (laxantia) enz.

Slide 5 - Tekstslide

Pijnstillers (analgetica):

Wat betekent het? Dit zijn medicijnen die worden gebruikt om pijn te verlichten.
Voorbeeld: Paracetamol, ibuprofen, morfine.
Angstdempers (anxiolytica):

Wat betekent het? Dit zijn medicijnen die angst en spanning verminderen.
Voorbeeld: Diazepam (Valium), lorazepam (Ativan).
Bloeddrukverlagers:

Wat betekent het? Dit zijn medicijnen die worden gebruikt om de bloeddruk te verlagen.
Voorbeeld: Enalapril, amlodipine.
Plastabletten (diuretica):

Wat betekent het? Dit zijn medicijnen die de nieren stimuleren om meer urine te produceren, waardoor overtollig vocht en zout uit het lichaam worden verwijderd.
Voorbeeld: Furosemide, hydrochloorthiazide.
Laxeermiddelen (laxantia):

Wat betekent het? Dit zijn medicijnen die de darmbewegingen stimuleren of verzachten om obstipatie te verlichten.
Voorbeeld: Bisacodyl, lactulose.
groepen medicijnen
Medicijnen kunnen worden ingedeeld naar de match met de celmembraan...
  • beta-blokkers
  • ACE-remmers
  • SSRI's
  • TNF-alfa-blokkers
  • protonpompremmers enz.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

groepen medicijnen
Medicijnen kunnen worden ingedeeld naar bestrijding van ziekten of symptomen...
  • antidepressiva
  • anti-epileptica
  • antipsychotica
  • antibiotica
  • antihistaminica enz.

Slide 7 - Tekstslide

Antidepressiva:

Wat betekent het? Dit zijn medicijnen die worden gebruikt om depressie en soms andere aandoeningen zoals angststoornissen te behandelen. Ze werken meestal door het beïnvloeden van neurotransmitters in de hersenen, zoals serotonine en norepinefrine.
Voorbeeld: Fluoxetine (Prozac), sertraline (Zoloft), amitriptyline.
Anti-epileptica:

Wat betekent het? Dit zijn medicijnen die worden gebruikt om epilepsie en aanvallen te behandelen. Ze werken door het stabiliseren van elektrische activiteit in de hersenen.
Voorbeeld: Carbamazepine, valproïnezuur, lamotrigine.
Antipsychotica:

Wat betekent het? Dit zijn medicijnen die worden gebruikt om psychotische stoornissen zoals schizofrenie te behandelen. Ze werken door het beïnvloeden van neurotransmitters zoals dopamine.
Voorbeeld: Haloperidol, risperidon, olanzapine.
Antibiotica:

Wat betekent het? Dit zijn medicijnen die bacteriële infecties bestrijden. Ze werken door het doden van bacteriën of het remmen van hun groei.
Voorbeeld: Amoxicilline, ciprofloxacine, doxycycline.
Antihistaminica:

Wat betekent het? Dit zijn medicijnen die worden gebruikt om allergische reacties te behandelen. Ze werken door het blokkeren van histamine, een stof die het lichaam aanmaakt tijdens een allergische reactie.
Voorbeeld: Cetirizine, loratadine, diphenhydramine (Benadryl).
groepen medicijnen
Medicijnen kunnen worden ingedeeld naar chemische structuur...
  • benzodiazepinen
  • corticosteroïden
  • NSAID's
  • aceetaniliden enz.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

groepen medicijnen
Medicijnen die onder de opiumwet vallen. Deze hebben...
  • een verhoogd risico op misbruik
  • een verhoogd risico op verslaving

Slide 9 - Tekstslide

Deze medicijnen hebben krachtige effecten op het lichaam en de geest. Hoewel ze belangrijke medische toepassingen hebben, zoals pijnbestrijding en sedatie, hebben ze ook een significant risico op misbruik en verslaving. Daarom worden ze streng gereguleerd om te voorkomen dat ze zonder medische noodzaak worden gebruikt en om de risico's voor de gebruikers te beperken.

De Opiumwet is een wet in Nederland (en vergelijkbare wetten bestaan in andere landen) die de productie, distributie en het gebruik van bepaalde verdovende middelen en geneesmiddelen controleert

groepen medicijnen
Medicijnen die onder de opiumwet vallen. Ze horen tot de groep van de opioïden (of opiaten)...
  • fentanyl
  • morfine
  • oxycodon
  • tramadol enz.

morfine

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

groepen medicijnen
Opiaten...
  • moeten apart van andere medicijnen bewaard worden, achter slot en grendel
  • uitgifte moet dubbel gecontroleerd worden
  • naam zorgvrager en paraaf verstrekker moeten genoteerd

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

groepen medicijnen
In homeopathische medicijnen...
  • is de werkzame stof heel erg verdund, zodat deze niet schadelijk is voor de mens
  • de werkzame stof hoeft geen natuurlijke basis te hebben
  • sommigen zijn vrij verkrijgbaar, anderen via een homeopathisch arts

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

medicatie en fouten...
Medicatiefouten komen voor in alle sectoren. In 2022 vielen ongeveer 1000 doden door medicatiefouten. Daarnaast wordt geschat dat er jaarlijks 25.000 ziekenhuisopnames zijn vanwege medicatiefouten.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

medicatie en fouten...
Bij het verstrekken van medicijnen gaat het om...
  • veilige zorg voor de cliënt
  • veilig werken voor de zorgverlener
  • daarbij is het doel...

Slide 15 - Tekstslide

Veilige zorg voor de cliënt:

Ervoor zorgen dat de cliënt de juiste medicatie, in de juiste dosering, op het juiste tijdstip en op de juiste wijze toegediend krijgt.
Voorkomen van medicatiefouten die de gezondheid van de cliënt kunnen schaden.
Monitoren van de cliënt op eventuele bijwerkingen en reageren op veranderingen in de gezondheidstoestand.
Veilig werken voor de zorgverlener:

Het volgen van protocollen en richtlijnen om de kans op fouten te minimaliseren.
Het gebruik van veilige technieken en hulpmiddelen om blootstelling aan gevaarlijke stoffen te voorkomen.
Het waarborgen van de eigen gezondheid en veiligheid door bijvoorbeeld het dragen van beschermende kleding en het correct omgaan met naalden en andere scherpe voorwerpen.
Daarbij is het doel:

Optimaliseren van de gezondheid en het welzijn van de cliënt: Door ervoor te zorgen dat de cliënt de medicatie effectief en zonder complicaties ontvangt, wordt hun gezondheidstoestand verbeterd en hun welzijn bevorderd.
Minimaliseren van risico's: Het doel is om de kans op fouten, bijwerkingen en andere complicaties te verminderen, zowel voor de cliënt als voor de zorgverlener.
Waarborgen van naleving van wet- en regelgeving: Zorgdragen voor het correct en verantwoord toedienen van medicijnen volgens de geldende richtlijnen en wettelijke eisen.
Bevorderen van vertrouwen en tevredenheid: Door veilige en effectieve zorg te bieden, wordt het vertrouwen van de cliënt in de zorgverlener en de algehele tevredenheid met de zorg verhoogd.
de juiste cliënt
Je moet zeker weten dat de medicatie die je verstrekt aan de juiste cliënt gegeven wordt

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

krijgt het juiste medicijn
Je moet zeker weten dat je de juiste medicijnen geeft aan de cliënt

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

op de juiste tijd
Je moet zeker weten dat de cliënt de medicijnen op het juiste tijdstip krijgt

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

in de juiste hoeveelheid
Je moet zeker weten dat je de juiste hoeveelheid geeft...
  • dosis (hoeveelheid per keer, bijv. 6 mg per keer, of 2 tabletten per keer)
  • dosering (hoeveelheid per dag, bijv. 18 mg/dag, of 3x2 tabl./dag)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

en op de juiste wijze
Je moet zeker weten dat je de medicatie op de juiste wijze toedient...
  • klopt de toedieningswijze?
  • is het een voorbehouden handeling? volg ik het juiste protocol?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

veilig toedienen van medicatie
Als je de verantwoordelijkheid hebt voor het toedienen van de medicatie aan de cliënt, is belangrijk...
  • medicijnen klaarmaken
  • klaarzetten en toedienen
  • controleren en registreren

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
medicijnen klaarmaken
  • zorg dat je niet afgeleid wordt
  • maak de medicatie klaar volgens protocol
  • tabletten mag je malen bij toestemming arts
  • capsules mag je openhalen bij toestemming arts

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
medicijnen klaarmaken
  • werk zoveel mogelijk met voorverpakte medicijnen (in een baxterrol, dit heet geneesmiddel distributiesysteem of GDS)
  • er is één controle moment nodig (apotheek deed de eerste)
  • opiaten mogen gezamenlijk in een gesloten baxterzakje

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2
klaarzetten en toedienen
  • spreek duidelijk af met de cliënt hoe medicatie klaargezet wordt
  • kan ik ervan uitgaan dat de cliënt zijn medicatie inneemt zonder dat ik erbij ben??
  • opvallend innamegedrag noteren in het zorgdossier

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3
controle en registreren
  • bij losse medicatie: klopt de regel van 5?
  • in baxterrol: klopt het aantal tabletten, is  de tekst van het etiket hetzelfde als die van de toedienlijst.
  • bij twijfel: overleg met collega of arts

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3
controle en registreren
  • na toedienen teken je af dat medicijnen zijn gegeven
  • noteer als de medicatie niet ingenomen is
  • noteer de werking of bijwerking van de medicijnen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'zo nodig' medicatie
  • pijnstillers, rustgevers of slaapmedicatie staan soms als 'zo nodig' op het recept
  • de arts moet in het zorgdossier aangeven in welke situatie deze medicatie gegeven mag worden

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies