2VMBO-KGT: Paragraaf_5.3_12_5.4

Leerdoelen 5.3:
Aan het einde van deze les ken je de betekenis van 'Woorden 2'.

Aan het einde van deze les weet je wat een versterking is.

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen 5.3:
Aan het einde van deze les ken je de betekenis van 'Woorden 2'.

Aan het einde van deze les weet je wat een versterking is.

Slide 1 - Tekstslide

absurd
de bedreiging
fiks
handjevol
het komt erop aan
flink, behoorlijk (in aantal)
iets waar je bang voor bent
enkele
heel raar en belachelijk

het is spannend en belangrijk of iets wel of niet gebeurt

Slide 2 - Sleepvraag

onverschrokken
in volle gang zijn
de meevaller
de puntjes op de i zetten
ruimschoots
iets heel precies in orde maken

voordeel dat je niet had verwacht

volop, meer dan genoeg

bezig zijn

zonder angst, moedig

Slide 3 - Sleepvraag

Leertekst: samenstelling + versterking
In een samenstelling kan het eerste woord een bijvoeglijk naamwoord zijn.
Vaak versterkt het eerste woord het tweede woord.
Voorbeeld:
- Iets is niet leuk, maar reuzeleuk (= enorm leuk).
- De muziek staat niet hard, maar keihard.

Zo'n samenstelling noemen we een versterking.

Veel versterkingen bestaan al heel lang. Je kunt die niet meer veranderen.
Bijvoorbeeld: Vroeger bouwden mensen hun huizen van hout en leem. Alleen wie rijk was, kon een huis van steen bouwen. Hij was dan steenrijk.

Slide 4 - Tekstslide

prop
stom
stok
razend
straat
dood
stil
snel
arm
oud
vol
dronken

Slide 5 - Sleepvraag

Maak van de woorden een versterking.
Kies uit: git-, brood-, lood-, ijs-, honds-, knal-, piep-, dood-: ...rood

Slide 6 - Open vraag

Maak van de woorden een versterking.
Kies uit: git-, brood-, lood-, ijs-, honds-, knal-, piep-, dood-: ...ziek

Slide 7 - Open vraag

Maak van de woorden een versterking.
Kies uit: git-, brood-, lood-, ijs-, honds-, knal-, piep-, dood-: ...mager

Slide 8 - Open vraag

Maak van de woorden een versterking.
Kies uit: git-, brood-, lood-, ijs-, honds-, knal-, piep-, dood-: ...zwaar

Slide 9 - Open vraag

Maak van de woorden een versterking.
Kies uit: git-, brood-, lood-, ijs-, honds-, knal-, piep-, dood-: ...jong

Slide 10 - Open vraag

Maak van de woorden een versterking.
Kies uit: git-, brood-, lood-, ijs-, honds-, knal-, piep-, dood-: ...koud

Slide 11 - Open vraag

Maak van de woorden een versterking.
Kies uit: git-, brood-, lood-, ijs-, honds-, knal-, piep-, dood-: ...brutaal

Slide 12 - Open vraag

Leerdoelen 5.4:
Dit weet je al: 
- Je weet wat een zelfstandig naamwoord is;
- Je weet wat een (splitsbaar) werkwoord is;
- Je weet wat een voorzetsel is;
- Je weet wat een hoofdtel- en een rangtelwoord is;
- Je weet wat een bijvoeglijk naamwoord is;
- Je weet wat de drie lidwoorden zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Typ twee zelfstandige naamwoorden.

Slide 14 - Open vraag

Typ twee werkwoorden, waarvan één splitsbaar werkwoord.

Slide 15 - Open vraag

Typ een zin met twee voorzetsels.

Slide 16 - Open vraag

Typ een hoofdtelwoord en een rangtelwoord.

Slide 17 - Open vraag

Typ twee bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 18 - Open vraag

Typ de drie lidwoorden.

Slide 19 - Open vraag

Benoem de woordsoorten: lw, bn, ww, vz, tw. Giel Beelen heeft het wereldrecod radiomaken verbroken.

Slide 20 - Open vraag

Benoem de woordsoorten: lw, bn, ww, vz, tw. We willen jou feliciteren met jouw recordbrekende prestatie.

Slide 21 - Open vraag

Benoem de woordsoorten: lw, bn, ww, vz, tw. Je bent fantastisch.

Slide 22 - Open vraag