In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Start Mavo 2
Slide 1 - Tekstslide
Deze les:
Hoe gaat het met jullie?
Regels
checken wat weten we nog van vorig jaar?
Wat gaan we dit jaar doen?
Herhalingsopdrachten maken.
Afsluiting.
Slide 2 - Tekstslide
Aan het einde van deze les:
... Weet je hoe goed je de kennis van vorig jaar hebt onthouden (of bent vergeten)
... Weet je waar je het komende jaar mee gaat werken.
... Heb je geoefend met oefenvragen
... Kun je aangeven wat je nodig hebt om geschiedenis dit jaar tot een succes te maken.
Slide 3 - Tekstslide
Afspraken:
Wanneer de docent aan het woord is ben je stil
Wanneer je wat wil zeggen steek je je hand op en wacht je tot de docent zegt dat je wat mag zeggen.
Huiswerk wordt gemaakt en gecontroleerd.
Tijdens de les maak je aantekeningen in een schrift of document op de iPad (geen screenshots)
Slide 4 - Tekstslide
Dit weet ik nog van vorig jaar
Slide 5 - Woordweb
Dit vond ik moeilijk
Slide 6 - Woordweb
Herhaling: Tijdvakken van leerjaar 1
.
Tijdvak 1: Jagers en Boeren
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
Tijdvak 3: Monniken en Ridders
Tijdvak 4: Steden en Staten.
Tijdvak 5: Ontdekkers en Hervormers
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Woordweb
Slide 12 - Woordweb
Leerjaar 2:
H1: Regenten en Vorsten
H2: Pruiken en Revoluties
H3: Burgers en Stoommachines
H4: Wereldoorlogen
H5: De wereld na 1945
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag:
Beantwoord de volgende vragen, deze vragen gaan over de lesstof van vorig schooljaar. Je mag antwoorden opzoeken in de lessen van vorig jaar.
Kijk je antwoorden na, vul dan op de laatste dia in wat je van mij nodig hebt om geschiedenis dit jaar een succes te maken
Klaar? Check of de methode van leerjaar 2 werkt.
Slide 14 - Tekstslide
Lees de twee stellingen hieronder, kies daarna het juiste antwoord.
Stelling 1: De landbouwrevolutie voltrok zich in korte tijd, in het jaar 10.000 v. Chr. Stelling 2: Met de uitvinding van het schrift komt er een einde aan de prehistorie.
A
Stelling 1 is goed, stelling 2 is fout.
B
Stelling 1 is fout, stelling 2 is goed.
C
Stelling 1 en 2 zijn allebei goed.
D
Stelling 1 en 2 zijn allebei fout.
Slide 15 - Quizvraag
Gebruik bron 1 Gaat deze bron over het leven van een jager verzamelaar of dat van een boer? Leg je antwoord uit.
Slide 16 - Open vraag
Gebruik de bronnen 1-3.Noteer de cijfers 1-3 met telkens welk middel van bestaan is afgebeeld. Doe het zo: het middel van bestaan van de mensen op bron 1 is….. (doe dit ook voor bron 2 en 3)
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Open vraag
Geef aan of de bron een feit of een mening is, leg je keuze uit met een voorbeeld uit de bron! Doe het zo: Bron 1 is een (feit/mening), want in de bron staat ....
Slide 22 - Open vraag
Bekijk de bron. Koppel de afbeelding aan een begrip uit het hoofdstuk. Doe het zo: Deze afbeelding past bij het begrip (noem het begrip), want ik zie op de afbeelding … (leg je keuze uit en laat zien dat je weet wat het begrip betekent
Slide 23 - Open vraag
Is dit een primaire of een secundaire bron, leg je antwoord uit.
Slide 24 - Open vraag
Je hebt in dit hoofdstuk 3 soorten mensen geleerd die volgens de kerk niet goed waren. a. welke van deze drie zie je op de afbeelding? b. noem ook de andere 2 groepen
Slide 25 - Open vraag
Romaanse kerk
Gotische Kerk
dikke muren
grote ramen
hoge muren met luchtbogen
kleine ramen
na 1200
ronde bogen
spitse bogen
voor 1200
Slide 26 - Sleepvraag
Dit heb ik nodig van de docent om dit vak tot een succes te maken
Slide 27 - Open vraag
Gebruik bron 3. Was dit kerkgebouw protestants of katholiek? Leg je antwoord uit.
Slide 28 - Open vraag
Sleep de juiste denkwijzen naar het juiste tijdvak
wat de kerk verteld is altijd waar
zelf dingen onderzoeken
de wereld is plat
kritisch zijn
De kunst en cultuur van de oudheid is ons grote voorbeeld
Mijn plaats in de wereld is door God bepaald.
Slide 29 - Sleepvraag
Leg uit dat deze afbeelding een goed voorbeeld is van gebondenheid aan tijd en plaats