Herhaling hoofdstuk 3-4-5

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Herhaling hoofdstuk 3

Inleiding

• Periode: 1914-1918, begin moderne oorlogsvoering.
• Aanleiding: Moord op kroonprins Franz Ferdinand.
• Context: Groeiende spanningen door nationalisme, militarisme, bondgenootschappen.
• Belangrijk: Waarom de oorlog uitgroeide tot een wereldoorlog.

Spanningen in Europa

• Optimisme in Europa: Vooruitgangsdenken begin 20e eeuw.
• Oorzaken spanning: Nationalisme, imperialisme, wapenwedloop, bondgenootschappen.
• Bondgenootschappen: Centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije) en Geallieerden (Frankrijk, GB, Rusland).
• Von Schlieffenplan: Duits plan om tweefrontenoorlog te vermijden.

Van moordaanslag naar wereldoorlog

• Moordaanslag: Kroonprins van Oostenrijk-Hongarije vermoord.
• Bondgenootschappen activeren: Oorlog tussen twee landen breidt zich uit.
• Begin oorlog: Gevechten langs verschillende fronten.
• Loopgravenoorlog: Oorlog loopt vast in het westen.

Oorlog op alle fronten

• Totale oorlog: Volledige samenleving betrokken bij oorlogsinspanningen.
• Nieuwe wapens: Tanks, gifgas, machinegeweren.
• Propaganda en censuur: Oorlogseffecten op thuisfront.
• Wereldwijd conflict: Betrokkenheid soldaten uit koloniën, Amerikaanse deelname.

Einde en Vrede van Versailles

• Amerikaanse deelname: Doorslaggevende bijdrage aan Geallieerde overwinning.
• Wapenstilstand 1918: Duitsland geeft zich over.
• Verdrag van Versailles: Duitsland als hoofdschuldige zwaar gestraft.
• Gevolgen verdrag: Herstelbetalingen, verlies gebieden, militaire beperkingen.

Herhaling hoofdstuk 4 & 5

Inleiding

• Periode: Tussen de twee wereldoorlogen (1918-1939).
• Belangrijke gebeurtenissen: Opkomst van totalitaire staten en economische crisis.
• Hoofdrolspelers: Lenin, Stalin, Hitler.
• Thema’s: Revoluties, economische problemen, nieuwe wereldorde.

Twee revoluties in Rusland

• Februarirevolutie: Tsaar treedt af, onrust in Rusland.
• Oktoberrevolutie: Bolsjewieken grijpen de macht onder Lenin (revolutie van boven)
• Gevolg revoluties: Rusland wordt communistische staat (Sovjet-Unie).
• Nieuwe ideologie: Communisme verspreidt zich in Europa.

Sovjet-Unie onder Stalin

• Machtsgreep: Stalin wint machtsstrijd na Lenin’s dood.
• Collectivisatie en planeconomie: Landbouw en industrie gecontroleerd door staat.
• Grote Terreur: Showprocessen en vervolging tegenstanders.
• Totalitaire samenleving: Propaganda en indoctrinatie beheersen het dagelijks leven.

Nieuwe orde na Versailles

• Isolationisme VS: Amerikaanse politiek na Eerste Wereldoorlog.
• Gevolgen Verdrag van Versailles: Economische problemen in Duitsland.
• Hyperinflatie in Duitsland: Geld verliest waarde door herstelbetalingen.
• Dawesplan: Hulp aan Duitsland om economie te stabiliseren.

Economische crisis en Beurskrach

• Beurskrach 1929: Inzinking aandelenmarkt VS.
• Economische gevolgen: Wereldwijde werkloosheid en armoede.
• Effect op Duitsland: Diepe crisis, groeiende steun voor extremistische partijen.
• Crisis slaat over: Wereldwijde recessie versterkt politieke spanningen.

Duitsland & opkomst Hitler

• Gevolgen crisis: Werkloosheid en armoede versterken steun voor Hitler.
• Hitler grijpt de macht: NSDAP wint aan invloed, Duitsland wordt dictatuur.
• Investeringen in economie: Werkgelegenheidsprojecten en herbewapening.
• Totalitaire staat: Indoctrinatie en vervolging politieke tegenstanders.

Wat is de belangrijkste oorzaak voor het uitbreken van WO1? Waarom?

Waarom werd de Eerste Wereldoorlog een loopgravenoorlog?

Wat is kenmerkend voor de manier waarop Stalin de Sovjet-Unie bestuurde? (Stalinisme)

Wat waren de oorzaken en gevolgen van de Beurskrach van 1929?

Hoe kwam Hitler in Duitsland aan de macht?