3.2 Het Geschenk van de Nijl

Ga naar Tijd voor Geschiedenis, les 3.2
  • Lees eerst tekst 3.2.1: water en slib.
  • Maak daarna de invul samenvatting.
  • Klaar? Ga dan pas verder met de volgende vragen hier in LessonUp.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ga naar Tijd voor Geschiedenis, les 3.2
  • Lees eerst tekst 3.2.1: water en slib.
  • Maak daarna de invul samenvatting.
  • Klaar? Ga dan pas verder met de volgende vragen hier in LessonUp.

Slide 1 - Tekstslide

  • Nadat je een antwoord hebt ingevuld kun je dit meteen controleren (antwoordmodel).
  • Echter: als docent kan ik zien of je je antwoord VOOR of NA het controleren hebt ingevuld.
  • Als je na je zelfcontrole je antwoord nog verandert reken ik dit als
    NIET GEMAAKT.
  • NOGMAALS: beter een fout antwoord dat je zelf hebt bedacht dan een goed antwoord gekopieerd!!!
GOED OM TE WETEN

Slide 2 - Tekstslide

Deze vragen horen bij tekst 3.2.1
Als het goed is heb je de tekst gelezen en de invulsamenvatting gemaakt.

1a. Leg uit waarom de Nijl vandaag de dag niet meer overstroomt.

Slide 3 - Open vraag

1b. Het overstromen van de Nijl gaf voor de oude Egyptenaren zowel voordelen als nadelen. Geef voor beide één voorbeeld.
Schrijf je antwoord op als volgt:
Voordeel:
Nadeel:

Slide 4 - Open vraag

2. Leg uit waarom irrigatielandbouw in Egypte nodig is. Werk als volgt:

Geef eerst een uitleg van het begrip irrigatielandbouw.
Leg vervolgens uit waarom irrigatielandbouw in Egypte noodzakelijk is.

Slide 5 - Open vraag

3a. Bekijk de afbeelding (klik om te vergroten)

Geef aan in welke richting de Nijl stroomt.
A
naar het noorden
B
naar het zuiden

Slide 6 - Quizvraag

3b. Geef aan waar de Nijldelta ligt.
A
helemaal stroomopwaarts
B
helemaal stroomafwaarts

Slide 7 - Quizvraag

4. Sleep de teksten naar het vakje onder de juiste afbeelding
Door hevige regenval stijgt het waterpeil in de rivier. Dit zorgt ervoor dat het overstroomt en het land bedekt.

Als het waterpeil daalt, laat de rivier slib achter. De boeren gebruiken dit om hun land vruchtbaar te maken. Ze slaan een deel van het water op in poelen.


De rivier heeft het laagste waterpeil.
Er is niet genoeg vruchtbare grond om gewassen te laten groeien.


Slide 8 - Sleepvraag

5a. Bekijk de afbeelding (klik om te vergroten)

Geef aan welk onderdeel van de irrigatielandbouw te zien is.

Slide 9 - Open vraag

5b. Bedenk welke maanden van het jaar het beste bij deze
bron passen. Geef een uitleg voor je antwoord.

Slide 10 - Open vraag

6. Bekijk het filmfragment tot 2.33 minuten.

Noem de twee oorzaken uit het filmfragment
voor het stijgen van het Nijlwater


Slide 11 - Open vraag

7. Leg de titel van deze paragraaf 'Het geschenk van de Nijl' uit.


Slide 12 - Open vraag

8. De Nijl zorgde niet altijd alleen voor leven. Soms bracht de rivier ook ongeluk en dood. Bedenk twee voorbeelden.
Schrijf het op als volgt:
Als de overstroming te klein was:.....
Als de overstroming te groot was:....


Slide 13 - Open vraag

Ga naar Tijd voor Geschiedenis, les 3.2
  • Lees eerst tekst 3.2.2 Stad en Schrift
  • Maak daarna de invul samenvatting.
  • Klaar? Ga dan pas verder met de volgende vragen hier in LessonUp.

Slide 14 - Tekstslide

Deze vragen horen bij tekst 3.2.2: Stad en Schrift
Als het goed is heb je de tekst gelezen en de invulsamenvatting gemaakt.

9a. leg het begrip "agrarisch stedelijke samenleving" uit.

Slide 15 - Open vraag

9b. Leg uit hoe er in Egypte een agrarisch-stedelijke samenleving kon ontstaan.

Slide 16 - Open vraag

9c. In een agrarisch-stedelijke samenleving ontstonden nieuwe beroepen. Geef uit de tekst vier voorbeelden van deze nieuwe beroepen.

Slide 17 - Open vraag

10. Leg uit waarom de Egyptenaren vooral gebruik maakten van papier om op te schrijven.

Slide 18 - Open vraag

11. Leg uit waarom de irrigatielandbouw pas kon
ontstaan toen Egypte een agrarisch-(stedelijke)
samenleving werd.

(je kunt ook het animatiefilmpje gebruiken)

Slide 19 - Open vraag

12. Leg met twee voorbeelden uit de bron uit dat het oude
Egypte de 'graanschuur van het Midden-Oosten' wordt
genoemd.

Slide 20 - Open vraag

13a. Noem twee soorten werkzaamheden van boeren
die in deze bron zijn afgebeeld.
Schrijf je antwoord in hele zinnen!

Slide 21 - Open vraag

13b. Noem twee ambachten die passen bij de bron.

Slide 22 - Open vraag

14a. Leg uit wat een ambtenaar is.

Slide 23 - Open vraag

14b. Welke van deze beroepen is GEEN ambtenaar?
A
belasting inspecteur
B
politicus
C
politie agent
D
hotel manager

Slide 24 - Quizvraag

14c. Leg je antwoord van vraag 14b uit.
Schrijf het zo op:

Beroep (a,b,c,of d) is geen ambtenaar want de andere drie...........

Slide 25 - Open vraag

14d. Wat hoort bij arbeidsspecialisatie.
A
mensen doen 1 soort werk
B
mensen maken alles wat ze nodig hebben zelf.

Slide 26 - Quizvraag

14e. Leg uit dat het beroep van ambtenaar een voorbeeld is van arbeidsspecialisatie.

Slide 27 - Open vraag

15a. De Prehistorie eindigde....
A
met het uitsterven van de dinosaurussen
B
met de uitvinding van het schrift
C
met het ontstaan van de mens
D
met het begin van de jaartelling

Slide 28 - Quizvraag

15b. Leg de volgende uitspraak met behulp van de tekst uit:
'In Egypte duurde de prehistorie ongeveer 500 jaar langer dan in Mesopotamië.'

Slide 29 - Open vraag

congratulations
proficiat!

Slide 30 - Tekstslide