B5 Organen voor vertering






Een mens verteert tijdens zijn leven gemiddeld 30.000 kg voedsel. Dat is vergelijkbaar met het gewicht van zestig paarden. 
Om al die kilo’s te verteren, werken veel organen samen.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les






Een mens verteert tijdens zijn leven gemiddeld 30.000 kg voedsel. Dat is vergelijkbaar met het gewicht van zestig paarden. 
Om al die kilo’s te verteren, werken veel organen samen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Mondholte
Kauwen zorgt voor:

  • Kleine brokjes voedsel
  • Mengen van voedsel met speeksel
  • Groter oppervlakte waar enzymen op inwerken


Slide 3 - Tekstslide

Speekselklieren
Productie van speeksel

Speeksel bevat: 
  • slijm - water - enzymen
  • Stoffen die bacteriën doden
                                  
Functie slijm = makkelijk voedsel doorslikken
Functie enzymen = vertering zetmeel

Slide 4 - Tekstslide

Werking van verteringsenzymen
Een deel van het zetmeel wordt in de mond verteerd.

De rest wordt verteerd in de dunne darm

Slide 5 - Tekstslide

Voedsel inslikken
Slikreflex - tong duwt voedsel

Huig sluit neusholte af

Strotteklepje sluit luchtpijp af

Geen verteringssappen in slokdarm

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm
  • Alvleessap uit de alvleesklier
  • Enzymen uit alvleessap verteren eiwitten,koolhydraten en vetten

Slide 10 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm
  • Lever produceert gal
  • Gal wordt opgeslagen in de galblaas
  • Gal maakt van grote vetdruppels kleine druppels. Dit heet emulgeren.
  • Gal komt in de twaalfvingerige darm terecht

Slide 11 - Tekstslide

Emulgeren

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

in welk orgaan start de vertering van eiwitten?
A
mondholte
B
maag
C
twaalfvingerige darm
D
dunne darm

Slide 23 - Quizvraag

In welk orgaan worden, naast het verteren van eiwitten, ook bacteriën gedood?
A
Mondholte
B
Maag
C
Twaalfvingerige darm
D
Lever

Slide 24 - Quizvraag

In welk orgaan begint de vertering van vetten?
A
In de maag
B
In de galblaas
C
In de alvleesklier
D
In de 12-vingerige darm

Slide 25 - Quizvraag

In welk orgaan begint het verteren
A
slokdarm
B
mond
C
maag
D
twaalfvingerige darm

Slide 26 - Quizvraag

Welke organen horen bij het verterings-stelsel?
A
Maag, hart en lever
B
Maag, lever en darmen
C
Longen, luchtpijp en mondholte
D
Luchtpijp, slokdarm en luchtpijptak

Slide 27 - Quizvraag

In welk orgaan is GEEN darmperistaltiek?
A
2
B
5
C
7
D
10

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de naam van dit orgaan?
A
Maag
B
Dunne darm
C
Tong
D
Alvleesklier

Slide 29 - Quizvraag

Dit orgaan noemen we.............
A
dikke darm
B
maag
C
nieren
D
lever

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het strotklepje?
A
1
B
2

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video