L'adjectif

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 2-4

BONJOUR !!!

RÉVISE: adjectif qualificatif 

Ofwel: het bijvoeglijk naamwoord

We bespreken 8+9+15+16

Lesdoelen:

• wat is de plaats in de zin?
• en welke uitzonderingen zijn er ook al weer? 
• Dan: oefenen!

Adjectif - bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt meer over een zelfstandig naamwoord. 

C'est une robe bleue.

Het komt ook vaak na een koppelwerkwoord (en dan vooral vaak na een vorm van het werkwoord 'zijn').

La robe est bleue. 

Het adjectif past zich aan

In het Frans verandert het bijvoeglijk naamwoord zodat het bij het zelfstandig naamwoord past (dat mannelijk, vrouwelijk en/of meervoud is). 

Le jean est bleu. 

La robe est bleue. 

Cherchez l'adjectif:

Zoek het bijvoeglijk naamwoord en leg uit (of in stilte in je hoofd, of hardop samen met je buurman/-vrouw) hoe het is aangepast aan het zelfstandig naamwoord. 

1. Ma chambre est petite.
2. Mon père est intelligent.
3. Utrecht est une grande ville. 
4. Le prof a les cheveux blonds.
5. Tu as aussi les yeux bleus?

La fleur est ....

1. bleu
2. bleue

Le chat est ....

1. grand
2. grande

Les filles sont ...

1. joli
2. jolis
3. jolie
4. jolies

La robe est ...

1. rouge
2. rougee

ONREGELMATIG 

-ON WORDT -ONNE                           BON / BONNE

-EN WORDT -ENNE                             ITALIEN / ITALIENNE

-EUX WORDT -EUSE                          HEUREUX / HEUREUSE

-IF WORDT -IVE                                    SPORTIF / SPORTIVE

-ER WORDT -ÈRE                                 PREMIER / PREMIÈRE

Dit geldt voor alle woorden met deze letters op het einde!

Nous habitons une (...) maison.

1. vieux
2. vieille
3. vieux
4. vieilles

Mes copines ne sont pas très (...)

1. sportif
2. sportive
3. sportifs
4. sportives

C'est une (...) idée!

1. bon
2. bonne
3. bons
4. bonnes

le ... garçon

1. beau
2. belle

PLAATS VAN HET ADJECTIF

Meestal staat het bijvoeglijk naamwoord ACHTER het zelfstandig naamwoord. 

C'est une personne gentille. 

Maar er zijn een aantal uitzonderingen die VOOR het zelfstandig naamwoord komen. 

C'est une haute montagne. 

Deze moet je uit je hoofd leren: 

bon

grand

petit

premier

dernier

joli

jeune 

vieux

nouveau

mauvaus

long

beau

 

 

Wat is goed?

1. C'est un problème difficile.
2. C'est un difficile problème.

Wat is goed?

1. Nous avons une voiture nouvelle.
2. Nous avons une nouvelle voiture.

Wat is goed?

1. Mon frère est un élève horrible.
2. Mon frère est un horrible élève.

Résumé

• wat is een adjectif in het Nederlands?
• waar zegt het adjectif iets over?
• hoe vorm je een adjectif?
• gaat dat altijd zo? 
• waar staat het adjectif, ervoor of erna

huiswerk

Au travail!

exercices 10 tot en met 14