Les 07 - Verbindingswoorden en functiewoorden

Verbindingswoorden en functiewoorden
Taalvaardigheid §B2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verbindingswoorden en functiewoorden
Taalvaardigheid §B2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- hoe een schrijver de lezer helpt door structuur aan te brengen;
- wat functiewoorden doen en hoe ze jou kunnen helpen;
- wat tekstverbanden zijn en welke verbindingswoorden erbij horen.  

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 4 op pagina 49
Wat voor samenvatting maak je in de volgende gevallen? 

Slide 3 - Tekstslide

Je moet voor school een boekverslag schrijven.
A
Synoptische samenvatting
B
Indicatieve samenvatting
C
Informatieve samenvatting
D
Schematische samenvatting

Slide 4 - Quizvraag

Je wilt belangrijke punten van een tekst met cijfermatige gegevens overzichtelijk weergeven.
A
Synoptische samenvatting
B
Indicatieve samenvatting
C
Informatieve samenvatting
D
Schematische samenvatting

Slide 5 - Quizvraag

Je wilt een samenvatting van een hoofdstuk maken om de belangrijkste punten voor een proefwerk te leren.
A
Synoptische samenvatting
B
Indicatieve samenvatting
C
Informatieve samenvatting
D
Schematische samenvatting

Slide 6 - Quizvraag

Je schrijft voor anderen een recensie over een boek, zodat zij zelf kunnen besluiten of ze het gaan lezen.
A
Synoptische samenvatting
B
Indicatieve samenvatting
C
Informatieve samenvatting
D
Schematische samenvatting

Slide 7 - Quizvraag

Leesvaardigheid
Leesvaardigheid is een essentieel onderdeel binnen het vak Nederlands.

Hier op school, in je vervolgopleiding en tijdens je latere beroep is het kunnen interpreteren en doorgronden van teksten erg belangrijk. 

We hebben gekeken naar leesstrategieën en tekstdoelen; deze komen net als wat we nu gaan behandelen terug op je eindexamen. 

Slide 8 - Tekstslide

Structuur in een tekst
Een schrijver probeert zijn lezer altijd handvatten te bieden om zijn tekst goed te begrijpen. Daarom zorgt hij voor structuur. 

- De macro-structuur heeft te maken met een logische indeling in inleiding, kern en slot. Deze driedeling gaat niet zozeer op de inhoud in. 
- De micro-structuur heeft te maken met de onderlinge verbanden binnen de tekst en de functies van delen van de tekst. 

Slide 9 - Tekstslide

Functiewoorden
Functiewoorden hebben te maken met de micro-structuur van een tekst. Ze geven aan welke functie een bepaald deel van de tekst binnen het geheel van de tekst heeft. 

Soms zijn functiewoorden letterlijk in de tekst terug te vinden, maar soms is dit niet het geval. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Verbindingswoorden of signaalwoorden
Verbindingswoorden (ook wel signaalwoorden) geven aan wat de onderlinge verbanden zijn tussen delen van de tekst. 

Verbindingswoorden duiden op een bepaald tekstverband. 

Door goed te letten op signaalwoorden, krijgen we een goed inzicht van hoe de tekst is opgebouwd en welke tekstrelaties er zijn. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Aan de slag
Lees de column 'Hoe moeilijk kan het zijn?' van Jasper van Kuijk en maak bijbehorende opdrachten: 
- Onderstreep alle verbindingswoorden en benoem het tekstverband; 
- Zet waar mogelijk functiewoorden in de kantlijn; 
- Verdeel de tekst in inleiding, kern en slot; 
- Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? 
- Wat is/zijn het tekstdoel/de tekstdoelen van de schrijver?

Slide 14 - Tekstslide