Les 02 - Functiewoorden en verbindingswoorden

Functiewoorden en verbindingswoorden
Leesvaardigheid §B2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Functiewoorden en verbindingswoorden
Leesvaardigheid §B2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van de les: 
- wat we onder de macro- en microstructuur van een tekst verstaan; 
- hoe we structuren binnen een tekst kunnen opsporen

Slide 2 - Tekstslide

Even terug naar vorig jaar...
Welke doelen kan een schrijver met zijn tekst hebben en wat houden deze tekstdoelen precies in? 

Slide 3 - Tekstslide

Zakelijke teksten
Om een tekst goed begrijpelijk te houden, zorgt de schrijver ervoor dat hij gebruik maakt van verbanden. 

Als lezer is het heel belangrijk om hierop te letten. Hierdoor zul je de tekst namelijk beter begrijpen. 

Slide 4 - Tekstslide

Macro- en microstructuur
Een zakelijke tekst is in verschillende delen op te delen. Zo is er een onderscheid tussen een macrostructuur en een microstructuur.

Met de macrostructuur verdelen we de tekst in inleiding, kern en slot. 

Met de microstructuur gaan we op zoek naar functies van en verbanden tussen de kleinere delen van de tekst. Hierbij gaan we in op de inhoud.

Slide 5 - Tekstslide

Functiewoorden en verbindingswoorden
Functiewoorden geven aan welke functie een of enkele alinea's in de tekst vervullen. Deze functiewoorden kunnen letterlijk in de tekst gegeven worden, maar vaak is dit niet het geval. 

Verbindingswoorden (ook wel signaalwoorden) geven aan hoe de verschillende onderdelen van de tekst (dus woorden, zinnen of alinea's) zich ten opzichte van elkaar verhouden. 

Slide 6 - Tekstslide

Tekstverbanden
Verbindingswoorden of signaalwoorden geven dus bepaalde tekstverbanden aan. We onderscheiden verschillende soorten tekstverbanden, bijvoorbeeld die van: opsomming, tijd, reden, oorzaak, gevolg, tegenstelling, voorwaarde, inperking, vergelijking, omschrijving, voorbeeld, verduidelijking, conclusie en samenvatting. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Vragen?
Hebben jullie vragen over de theorie van functiewoorden en verbindingswoorden?

Slide 9 - Tekstslide

Wat voor soort verbinding geeft het woord 'echter' aan.
A
Opsomming
B
Tijd
C
Vergelijking
D
Tegenstelling

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor soort verbinding geeft het woord 'want' aan.
A
Reden
B
Voorwaarde
C
Omschrijving
D
Verduidelijking

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor soort verbinding geeft het woord 'daardoor' aan.
A
Voorbeeld
B
Conclusie
C
Oorzaak
D
Verduidelijking

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor soort verbinding geeft het woord 'indien' aan.
A
Vergelijking
B
Voorwaarde
C
Inperking
D
Samenvatting

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor soort verbinding geeft het woord 'kortom' aan.
A
Conclusie
B
Samenvatting
C
Opsomming
D
Verduidelijking

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag
Werk nu aan opdracht 1 tot en met 3 op pagina 36 van je boek. 

Slide 15 - Tekstslide