De cliënt zelf :
In het eerste gesprek komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Wat is de (ziekte)geschiedenis van deze cliënt?
- Hoe ziet de cliënt zichzelf? Wat is zijn persoonlijk verhaal: wie is de cliënt, wat vindt hij belangrijk?
- Wat kan de cliënt vertellen over zijn wensen, beperkingen, klachten en problemen?
- Wat is zijn ondersteuningsvraag: welke zorg/begeleiding heeft de cliënt nodig?
- Welke risico’s zijn er op het gebied van gezondheid of andere levensgebieden?
De familie of naasten :
Niet alle cliënten kunnen zelf goed hun verhaal doen. Daarom kan informatie uit het netwerk van de cliënt, bijvoorbeeld familie en vrienden, een belangrijke aanvulling zijn.
Andere professionals
Als een cliënt al zorg of ondersteuning van anderen ontvangt, kunnen zij soms aanvullende informatie geven, bijvoorbeeld de huisarts.
Observatie :
Niet alleen wat de cliënt of mantelzorger vertelt is belangrijk, maar ook wat jij zelf of je collega’s waarnemen over welke zorg en ondersteuning iemand nodig heeft.
- Hoe uit de cliënt zich verbaal en non-verbaal?
- Welke aanwijzingen/signalen zijn er?
- Hoe ziet zijn huis/leefomgeving eruit?
- Hoe is het gesteld met de lichamelijke verzorging?
Dossier :
Vaak kun je je ook een beeld vormen aan de hand van beschikbare informatie uit het (elektronische) dossier. Daarin vind je vaak de medische gegevens en voorgeschiedenis, een levensloopverslag en begeleidings- of behandelverslagen
Het ondersteuningsplan komt tot stand door de cliënt, hulpverlener en sociaal netwerk. Daarom heb je meerdere bronnen nodig