In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Inhaal les 3SB4B test je kennis klassikaal
Slide 1 - Tekstslide
Leg uit wat de functies zijn van ons geraamte. Noem 2 functies
Slide 2 - Open vraag
Welke typen spiervezels zijn er in je lichaam?
Slide 3 - Open vraag
Welke 2 vormen van spiervezels zijn er in de skeletspieren?
Slide 4 - Open vraag
Cranium
Pelvis
Scapula
Humerus
Colomna Vertebralis
Patella
Tibia
Femur
Ulna
Radius
Costa
Calcaneus
Slide 5 - Sleepvraag
Pectoralis Major
M. Rectus Abdominis
M. Biceps Brachii
M. Quadriceps
M. Gastrocnemius
M. Triceps Brachii
M. Trapezius
M. Latissimus Dorsi
M. Gluteus Maximus
Slide 6 - Sleepvraag
M. Biceps Brachi
M. Deltoideus
M. Obliquus Externus Abdominis
M. Latissimus Dorsi
M. Triceps Brachii
M. Trapezius
M. Serratus Anterior
M. Rectus Abdominis
M. Pectoralis Major
Slide 7 - Sleepvraag
Biceps Brachii
Latissimus Dorsi
Abductie
Extensie
Slide 8 - Sleepvraag
Dorsaalflexie
Plantairflexie
Anteversie
retroversie
Flexie
Extensie
Slide 9 - Sleepvraag
Plantairflexie
Dorsaalflexie
Extensie
Flexie
Anteflexie
Retroflexie
Slide 10 - Sleepvraag
Hartspierweefsel:
A
Is snel uitgeput
B
Is glad spierweefsel
C
Is niet onder de invloed van de wil
D
Is wel onder de invloed van de wil
Slide 11 - Quizvraag
Welk type skeletspier is snel uitgeput?
A
Fast Twitch
B
Slow Twitch
C
Dead Twitch
D
Muscle Twitch
Slide 12 - Quizvraag
Wat voor een soort gewricht is je knie?
A
Vlak gewricht
B
Zadelgewricht
C
Kogelgewricht
D
Scharniergewricht
Slide 13 - Quizvraag
In slagaders zit altijd zuurstofrijk bloed?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Een marathonloper heeft veel getraind op de volgende CLUKS:
A
Kracht
B
Snelheid
C
Uithoudingsvermogen
D
Coordinatie
Slide 15 - Quizvraag
Noem alle CLUKS:
Slide 16 - Open vraag
Leg de 2 volgende begrippen uit:
vermogen en capaciteit
Slide 17 - Open vraag
Welke spier zorgt voor plantairflexie?
Slide 18 - Open vraag
Je lichaam kan op verschillende manieren energie leveren, afhankelijk van de soort inspanning. Welk energieleverend systeem heeft de grootste capaciteit?
Slide 19 - Open vraag
Duur
Systeem
Proces
Substraat
Soort Belasting
0-4 seconden
CP systeem
ATP
4-20 seconden
Anaeroob a-lactisch
20-120 seconden
Koolhydraten
120 sec. tot uren
Zuurstofsysteem
Marathon
Vul het schema
speerwerper
CP
CP-systeem
Anaeroob lactisch
Aeroob
Anaeroob a-lactisch
Koolhydraten en vetten
100 meter sprinter
Melkzuursysteem
1500 meter schaatser
Slide 20 - Sleepvraag
Welk systeem gebruikt de sporter op de achtergrond veel?
A
Aeroob systeem
B
Melkzuursysteem
C
CO2-systeem
D
CP-systeem
Slide 21 - Quizvraag
Welk systeem gebruikt de sporter op de achtergrond veel?