Samentrekking

Lees de zinnen 1 t/m 3. Wat hebben deze zinnen gemeen?
1. Landsgrenzen en provinciegrenzen.
2. Marco trainde de voetballers en John coachte de voetballers.
3. beroemde zwemmers en beroemde schaatsers.
1 / 16
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lees de zinnen 1 t/m 3. Wat hebben deze zinnen gemeen?
1. Landsgrenzen en provinciegrenzen.
2. Marco trainde de voetballers en John coachte de voetballers.
3. beroemde zwemmers en beroemde schaatsers.

Slide 1 - Open vraag

Samentrekking
- Soms komt een woorddeel, woord of zinsdeel twee keer in een zin voor.
- Door identieke (delen van) woorden of zinsdelen weg te laten, kun je informatie korter formuleren.
- Dit noemen we: samentrekking.
- Voorbeeld: landsgrenzen en provinciegrenzen
                           --> lands- en provinciegrenzen (= samentrekking)

Slide 2 - Tekstslide

Wel samentrekking gebruikt
Geen samentrekking gebruikt/nodig
Kleine jongens en grote meisjes
Rode en groene appels
Bruidsjurken en -taarten
Beroemde schaatsers en zwemmers
Een bankrekening en een bankstof

Slide 3 - Sleepvraag

Bekijk de samentrekkingen hieronder. 1-2-3 horen bij elkaar, a-b-c ook. Waarom?
1 landsgrenzen en provinciegrenzen.
2 nationale wedstrijden en internationale wedstrijden.
3 Marco trainde de voetballers en John coachte de voetballers.
a bruidsjurken en bruidsboeketten.
b beroemde zwemmers en beroemde schaatsers.
c Marius reed 165 km/uur en Marius kreeg daarom een flinke boete.




Slide 4 - Open vraag

Samentrekking: 2 soorten
- Binnen de samentrekkingen onderscheiden we twee soorten.
- [1] voorwaartse samentrekking: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het eerste deel van de samentrekking en verderop weggelaten: een goedkope armband en een dure (-)
- [2] achterwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt genoemd in het laatste deel van de samentrekking en daarvóór weggelaten: in voor- en tegenspoed

Slide 5 - Tekstslide

Pak jij de theekopjes en -schoteltjes?
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 6 - Quizvraag

Ik heb appel-, chocolade- en perentaart.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 7 - Quizvraag

Ik hou meer van oude boeken dan van nieuwe.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 8 - Quizvraag

Hij verzamelt zowel oude als nieuwe boeken.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 9 - Quizvraag

Samentrekkingen: 3 niveaus
1. woordniveau 
- voorwaarts: carnavalsfeesten en -optochten
- achterwaarts: slagers- en bakkerswinkels.

2. woordgroepsniveau 
- voorwaarts: gescheiden mannen en (-) vrouwen
- achterwaarts: grote (-) en middelgrote steden.

3. zinsniveau
- voorwaarts: Jolinde gaat op de fiets en Tamar (-) op de scooter.
- achterwaarts: Wij schaatsten (-) en onze kinderen sleeden in die strenge winter elke dag

Slide 10 - Tekstslide

In hun familie zijn er veel twee- en drielingen.
A
woordniveau - achterwaarts
B
woordniveau - voorwaarts
C
zinsniveau - achterwaarts
D
zinsniveau - voorwaarts

Slide 11 - Quizvraag

Hij kwam binnen, hing zijn jas op en ging zitten.
A
woordniveau - achterwaarts
B
woordniveau - voorwaarts
C
zinsniveau - achterwaarts
D
zinsniveau - voorwaarts

Slide 12 - Quizvraag

Hij is acteur en uitgenodigd bij de première.
A
woordniveau - achterwaarts
B
woordniveau - voorwaarts
C
zinsniveau - achterwaarts
D
zinsniveau - voorwaarts

Slide 13 - Quizvraag

Gescheiden mannen en vrouwen verzamelden zich op het plein.
A
woordgroepsniveau - achterwaarts
B
woordgroepsniveau - voorwaarts
C
zinsniveau - achterwaarts
D
zinsniveau - voorwaarts

Slide 14 - Quizvraag

Samenvatting:
- Je hebt nu kennisgemaakt met het begrip [1].
- Deze kent twee soorten: [2] en achterwaarts.
- Samentrekkingen komen voor op [3] niveaus.
A
1 samentrekking - 2 voorwaarts - 3 drie
B
1 samentrekking - 2 voorwaarts - 3 vier
C
1 samentrekking - 2 zijwaarts - 3 drie
D
1 nevenschikking - 2 voorwaarts - 3 drie

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag
Je kunt nu uitleggen:
...wat samentrekkingen zijn.
...wat het verschil is tussen voorwaartse en achterwaartse samentrekkingen.
...welke drie niveaus er zijn, en deze herkennen.
Aan de slag:
Vond je deze les makkelijk of moeilijk? Kies een route:
Route basis: blz. 30 > startopdracht, 1, 2, 3, 4
Route expert: blz. 30 > 2, 3, 4, 6 


Slide 16 - Tekstslide