11. Samentrekkingen

Grammatica: samentrekking
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica: samentrekking

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Lezen
- Terugblik
- Instructie 
- Huiswerk
- Afsluiting les

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van samengestelde zinnen?
A
Er staan een aantal woorden met hoofdletters in de zin.
B
Er staan twee persoonsvormen in.
C
Er staat een signaalwoord of voegwoord in.
D
De zin bestaat altijd uit een hoofdzin en een bijzin.

Slide 4 - Quizvraag

Herken de
samengestelde zinnen.
A
Ik vind het fijn dat het mooi weer is.
B
De kinderen houden niet erg van skaten.
C
Een lange zin is niet altijd samengesteld.
D
Als je de stof herhaalt, onthoud je meer.

Slide 5 - Quizvraag



Wat is een tekststructuur?
A
Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
B
Het belangrijkste in een alinea.
C
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.
D
Relaties tussen verschillende delen van de tekst.

Slide 6 - Quizvraag

opsommend tekstverband
concluderend tekstverband
tegenstellend tekstverband
redengevend tekstverband
uitleggend/voorbeeldgevend tekstverband
oorzaak-gevolg tekstverband
samenvattend tekstverband
dus
en
toch
zodat
zoals
maar
kortom
daarom
vervolgens
immers
daarentegen
niet alleen...maar ook
dan ook
alles bij elkaar
dat wil zeggen
want

Slide 7 - Sleepvraag

Samentrekking
Doel: Je kunt samentrekking op woordniveau, woordgroepsniveau en zinsniveau herkennen en toepassen.  

Slide 8 - Tekstslide

Samentrekkingen
- Samentrekking houdt in dat woord(deel) of zinsdeel wordt weggelaten, omdat het ook elders in de zin voorkomt. ​

- Voorwaartse en achterwaartse samentrekking. 

Slide 9 - Tekstslide

Typen samentrekking
Voorwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt vooraan in de samentrekking genoemd.
  • Een oude fiets en een nieuwe ~

Achterwaartse samentrekking:  het gemeenschappelijke deel wordt achteraan in de samentrekking genoemd.
  • In- en uitvoer

Slide 10 - Tekstslide

Niveaus van samentrekking
Woordniveau: een woorddeel wordt weggelaten en op de plek van het weggelaten woorddeel wordt een streepje genoteerd: 
  • (voorwaarts) bakkersbollen en -speculaas
  • (achterwaarts) voor- en achteruitgang

Slide 11 - Tekstslide

Niveaus van samentrekking
Woordgroepsniveau: binnen een woordgroep worden een of meer woorden weggelaten:
voorwaarts: gescheiden mannen en vrouwen
achterwaarts: grote en middelgrote steden

Slide 12 - Tekstslide

Niveaus van samentrekking
Zinsniveau: een of meer zinsdelen (ow, wg, lv, mv, bwb etc.), die twee keer voorkomen, worden weggelaten.
  • (voorwaarts) Mees gaat op de fiets en Joia (...) op de scooter
  • (achterwaarts) Wij werken (...) en onze kinderen studeren elke dag van de week.

Slide 13 - Tekstslide

Waar zie je een samentrekking?
A
keukenstoel en keukentafel
B
zon- en feestdagen
C
dure ringen en dure armbanden
D
hoge bergen en lage bergen

Slide 14 - Quizvraag

Hoe kun je dit korter schrijven?
nationale wedstrijden en internationale
wedstrijden
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

feestmutsen en -neuzen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 16 - Quizvraag

beroemde zwemmers en schaatsers
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 17 - Quizvraag

Wel samentrekking gebruikt
Geen samentrekking gebruikt/nodig
Kleine jongens en grote meisjes
Rode en groene appels
Bruidsjurken en -taarten
Beroemde schaatsers en zwemmers
Een bankrekening en een bankstof

Slide 18 - Sleepvraag

Afsluiting
Doel: Je kunt samentrekking op woordniveau, woordgroepsniveau en zinsniveau herkennen en toepassen.  

Slide 19 - Tekstslide