egypte

Wat weten we eigenlijk
al/nog van het oude Egypte?
1 / 22
volgende
Slide 1: Woordweb
GeschiedenisBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat weten we eigenlijk
al/nog van het oude Egypte?

Slide 1 - Woordweb

De Oude Egyptenaren


Een geschenk  van de Nijl

Slide 2 - Tekstslide

Sleep de nummers naar de juiste plek in de kaart
Nijldelta
4
Middellandse Zee
3
Nijldal
2
Nijl
1

Slide 3 - Sleepvraag

Beneden-Egypte
Dit gebied ligt laag. Een andere naam voor Boven-Egypte is Neder-Egypte.
Boven-Egypte
Dit gebied ligt hoog. Een andere naam voor Boven-Egypte is Opper-Egypte.
Zet de pijlen op de juiste plek in de kaart.
Stroomafwaarts, met de stroom mee.
Stroomopwaarts, met de wind mee.

Slide 4 - Sleepvraag

Van de zwarte periode...
...naar de groene periode

Slide 5 - Tekstslide

En van de groene periode...
...naar de gele periode.

Slide 6 - Tekstslide

Groene periode
  • januari-april

  • Tijd van het zaaien en bewerken van het land

  • Hierbij wordt gebruik gemaakt van irrigatie

  • Irrigatie betekent dat het water met hulpmiddelen wordt gebruikt om het land te bevloeien

Slide 7 - Tekstslide

Gele periode
  • mei-augustus

  • Tijd van het oogsten (graan)

  • De opbrengst van de oogst wordt bijhgehouden en opgeschreven.

  • Voorraden worden aangelegd

Slide 8 - Tekstslide

Zwarte periode
  • september-december

  • Tijd van de overstroming van de Nijl

  • Op het land kan niet worden gewerkt

  • Meehelpen aan de bouw van bijvoorbeeld de piramides en de tempels (belasting betalen)

Slide 9 - Tekstslide

Overstromingsperiode
  • september-december

  • Tijd van de overstroming van de Nijl

  • Op het land kan niet worden gewerkt

  • Meehelpen aan de bouw van bijvoorbeeld de piramides en de tempels

Slide 10 - Tekstslide

Landbouwsamenleving
  • Graanopbrengsten zijn groot genoeg, zodat niet iedereen meer boer hoeft te zijn.

  • Er ontstaan nieuwe beroepen: ambachtslieden, schrijvers, ambtenaren en kunstenaars.

  • Er ontstaan ook meer verschillen in macht en rijkdom.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe gingen de oude Egyptenaren daarmee om?
  • De Nijl moet goed in de gaten worden gehouden (nilometer)

  • Er moet verstandig worden omgegaan met de hoeveelheid water: irrigatielandbouw

  • Er worden voorraden aangelegd voor mindere oogstjaren. Alle oogsten worden nauwkeurig bijgehouden

Slide 12 - Tekstslide

Denkvraag:
Hoe gaan de Egyptenaren tegenwoordig om met de Nijl?

Slide 13 - Tekstslide

Hoe gaat dat nu?
  • Sinds 1970 wordt de Nijl 'gecontroleerd' door de Aswandam

  • Voordelen: meerdere gecontroleeerde overstromingen, geen hongersnoden en er kan electriciteit worden opgewekt.

  • Nadelen: het slib blijft achter de dam en historische bouwwerken zijn 'verzopen'

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

En vooral: samenwerken!
  • Hiervoor heb je een leider nodig

  • Elke stam heeft een leider (dorpshoofd)

  • Die dorpshoofden krijgen ruzie met elkaar

  • Uiteindelijk blijft er één leider over: de farao ('Groot Huis')

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Bestuur
  • De farao is koning, legeraanvoerder én god

  • Meeste taken worden uitgevoerd door:
  1. ambtenaren: bestuur
  2. priesters: godsdienst
  3. officieren: leger

  • Omdat het een groot land is, zijn er geschreven wetten

Slide 18 - Tekstslide

Hiërogliefen
  • Egyptische schrift, dat bestaat uit pictogrammen

  • De naam hiërogliefen is Grieks en betekent: 'heilige groeven'. 

  • De Egyptenaren noemen ze zelf: Medu Netjer ('Goddelijke Woorden')

  • Hiërogliefen werden gebeiteld in rots of geschreven op papyrus
Met de Steen van Rosetta kon uiteindelijk, na lang puzzelen, het hiërogliefenschrift worden ontcijferd.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht:
- We gaan nu aan de slag met een opdracht met hiërogliefen. 
- Beantwoord de open vragen uit het werkblad.

Slide 20 - Tekstslide

Denkvraag:
Waarom zouden de hiërogliefen tegenwoordig niet meer worden gebruikt? 

Slide 21 - Tekstslide

Nabespreken

- Antwoorden van het werkblad controleren.

- Hebben jullie nog vragen? 

Slide 22 - Tekstslide