Spelling - Blok 8 Week 1 Les 4

Welke 2 woorden zijn goed gespeld?
A
sertificaat
B
financieel
C
consequentie
D
cirkus
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Welke 2 woorden zijn goed gespeld?
A
sertificaat
B
financieel
C
consequentie
D
cirkus

Slide 1 - Quizvraag

Welke 2 woorden zijn goed gespeld?
A
theorieen
B
ordinair
C
zorgenloos
D
oud-burgemeester

Slide 2 - Quizvraag

Welke 2 woorden zijn goed gespeld?
A
onmiddellijk
B
foto-collage
C
spatibalk
D
haviken

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
opstakel
B
perzikken
C
trottoir
D
roetewoord

Slide 4 - Quizvraag

Vul de juiste vervoeging in:
Jij .......... je goed voor (bereiden, TT).

Slide 5 - Open vraag

Vul de juiste vervoeging in:
Hij .......... veel (verwachten, VT).

Slide 6 - Open vraag

zelfstandig 
naamwoord
Bezittelijk
Voornaamwoord
Persoonlijk
Voornaamwoord
Voorzetsel


langs


hun


ons


paperclip

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is ''aan haar moeder'' in deze zin:
Zij schrijft een brief aan haar moeder.
A
Meewerkend voorwerp
B
Onderwerp
C
Persoonsvorm
D
Lijdend voorwerp

Slide 8 - Quizvraag

Wat is ''de boeken'' in deze zin:
Lars legt de boeken in de kast.
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Werkwoordelijk gezegde
D
Meewerkend voorwerp

Slide 9 - Quizvraag

Wat is ''hebben gezien'' in deze zin:
De kinderen hebben veel dieren gezien in de dierentuin.
A
Lijdend voorwerp
B
Persoonsvorm
C
Werkwoordelijk gezegde
D
Meewerkend voorwerp

Slide 10 - Quizvraag

Dictee

Slide 11 - Open vraag

Dictee

Slide 12 - Open vraag

Dictee

Slide 13 - Open vraag

Dictee

Slide 14 - Open vraag

Dictee

Slide 15 - Open vraag