Anatomie en fysiologie bewegingsstelsel

Anatomie en fysiologie van de:
botten
gewrichten
spieren 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Anatomie en fysiologie van de:
botten
gewrichten
spieren 

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
  • je hebt kennis van de soorten botten van menselijke lichaam
  • je weet hoe een bot is opgebouwd, zijn verbonden met elkaar 
  • je hebt kennis van het skelet, spieren en pezen
  • weet waar de wervelkolom is opgebouwd
  • welke gewrichten er zijn en de werking 
  • welke spieren er zijn en wat hun functie is. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Uit hoeveel beenderen bestaat het skelet?
A
210
B
200
C
198
D
206

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de functie van het skelet?

Slide 5 - Woordweb

opbouw van het bot
  • sponsachtige massa --> bindweefsel en beenmerg
  • hieromheen zit harde dichte laag: de schors
  • schors wordt bedekt door beenvlies
  • beenvlies bevat bloedvaten en zenuwen 
  • lopen naar het binnenste van het bot voor de voeding
  • midden in het bot zit beenmerg 
  • rode beenmerg worden bloedcellen gemaakt
  • gele beenmerg gebruikt om vetzuren in op te slaan

Slide 6 - Tekstslide

Waar zorgen botten voor?

Slide 7 - Open vraag

Botten worden met elkaar verbonden zijn via een:

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Verschillende type botten
  • pijpbeenderen slanke beenderen met bredere stukken aan einde die de kop of kom; b.v. dijbeen, scheenbeen, spaakbeen en ellepijp
  • platte beenderen: buitenlagen liggen dicht bij elkaar; b.v. schedel, ribben, schouderbladen, heupbeenderen
  • sesambeenderen; bevindt zicht in het verloop van de pees; b.v . en zitten in handen en voeten
  • onregelmatige beenderen; behoren niet tot bovenstaande beenderen; b.v. wervels, hand- en voetwortelbeentjes

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Gewrichten 
  • hierdoor kunnen botten ten opzicht van elkaar bewegen
  • waar twee botten bij elkaar komen, zit gewricht als verbinding
  • 2 botstukken (kop en kom) tegen elkaar
  • bekleed met spiegelglaskraakbeen
  • zit kleine spleet tussen, waarin gewrichtssmeer zit (synovia)
  • zorgen dat gewricht soepel loopt
  • gewrichtsbanden; versterken, beschermen en houden gewricht op de plaats
  • gewrichtsbanden zijn elastisch weefsel = erg sterk
  • buitenzijde gewrichten zitten pezen
  • pezen zijn verbinding tussen bot en de spieren

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Noem 4 soorten gewrichten

Slide 16 - Open vraag

zadelgewricht vind je
A
nek
B
pols
C
duim
D
elleboog

Slide 17 - Quizvraag

Wat is geen kogelgewricht?
A
schouder
B
elleboog
C
heup

Slide 18 - Quizvraag

Bij een rolgewricht is er sprake van:
A
het ene boteinde draait om het andere heen
B
de grootste bewegingsvrijheid
C
kan in een richting bewegen
D
meer dan één beweging

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Spieren
  • Spieren vind je in alle delen van het lichaam
  • dwarsgestreepte en gladde spieren 
  • zijn gemaakt van vezels: korter of langer worden
  • vezels zitten in bundels, die zit verpakt in een vlies
  • spiervezels zitten alleen in dwarsgestreepte spieren
  • spierkracht wordt bepaald door lengte en het aantal vezels
  • zitten aan de botten vast d.m.v. pezen

Slide 22 - Tekstslide

wat zijn dwarsgestreepte spieren

Slide 23 - Woordweb

wat zijn gladde spieren en waar zitten zij in je lichaam?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Welke spieren zitten niet aan een bot vast? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
bovenarmspier
B
kuitspier
C
kringspier
D
mimische spier

Slide 26 - Quizvraag

leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen agonist en antagonist

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen atrofie en hypertrofie? Leg dit in eigen woorden uit!

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide