ongelijkheden 3H

Ongelijkheden 3H
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ongelijkheden 3H

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 7.4 en 7.5: ongelijkheden en grafieken


Leerdoel:
- je leert wat een interval is.
je kunt de intervallen gebruiken bij het oplossen van ongelijkheden van grafieken
- je kunt een kwadratische ongelijkheid oplossen

Slide 2 - Tekstslide

Ongelijkheidstekens 
> groter dan
< kleiner dan
≥ groter of gelijk aan
≤ kleiner of gelijk aan

Slide 3 - Tekstslide

Interval
Een interval is een stukje van een getallenlijn
(een afstand tussen twee waarden)

Slide 4 - Tekstslide

voorbeeld 1: open interval
Op de getallenlijn





Met kleiner dan/groter dan tekens

1<x<5

Slide 5 - Tekstslide

voorbeeld 2: open interval
Op de getallenlijn





Met kleiner dan/groter dan tekens

x<3

Slide 6 - Tekstslide

voorbeeld 3: gesloten interval
Op de getallenlijn






Slide 7 - Tekstslide

Welke ongelijkheid hoort bij deze getallenlijn?
A
2>x>4
B
2<x<4
C
2<x4
D
2x>4

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Ongelijkheden en grafieken
f(x)=g(x)
Wanneer zijn de functie g en f gelijk?
Bij x = 2 en x = 5

Slide 10 - Tekstslide

Ongelijkheden en grafieken
f(x)<g(x)
2<x<5

Slide 11 - Tekstslide

Ongelijkheden en grafieken
f(x)<g(x)
f(x)>g(x)
2<x<5
x<2x>5

Slide 12 - Tekstslide

Ongelijkheden uit grafieken aflezen: f(x) > g(x)
Stappenplan:

Slide 13 - Tekstslide

Ongelijkheden uit grafieken aflezen: f(x) > g(x)
Stappenplan:
1. lees af f(x) = g(x)
2. Ga na waar f(x) boven g(x) ligt
3. Schrijf de oplossing op
noteer het juiste interval

Slide 14 - Tekstslide

Ongelijkheden uit grafieken aflezen: f(x) < g(x)
Stappenplan:
1. lees af f(x) = g(x)
2. Ga na waar f(x) onder g(x) ligt
3. Schrijf de oplossing op
noteer het juiste interval

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Kwadratische ongelijkheid oplossen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

1. f(x)<g(x)
2. Los op f(x)=g(x)
3. Interval op de x-as
4. Geef antwoord.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Stappenplan
1. Kijk welke grafiek f(x) en welke g(x) is. Kunnen ook andere letters zijn.
2. Los op f(x)=g(x)
3. Geef aan welk interval op de x-as
4. Geef het antwoord

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide