7.5 - Schoonmaakmiddelen

Welkom
Ga zitten en doe je jas uit.
Pak je spullen (pen, schrift, handboek, opdrachtenboek).
Doe je tas van tafel.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga zitten en doe je jas uit.
Pak je spullen (pen, schrift, handboek, opdrachtenboek).
Doe je tas van tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
10 min - Bespreken huiswerk
10 min - Zelfstandig werken (Schoonmaakmiddelen)
15 min - Zuren en basen
20 min - Zelfstandig werken
5 min - Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerkopgaven
Opdracht 39
Opdracht 42

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste kenmerk van een detergent?

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan uitleggen welke verschillende typen schoonmaakmiddelen er zijn en in welke situaties je deze moet gebruiken.
  • Je kan aan de hand van een pH waarde bepalen of een stof zuur, basisch of neutraal is.

Slide 5 - Tekstslide

Zs
Lees blz. 147 (Schoonmaakmiddelen) t/m "Schoonmaken door middel van chemische reacties op blz 148. (let ook op tabel 6!)

Maak de opgaven 48, 51 en 55


Slide 6 - Tekstslide

Zf
Lees blz. 147 (Schoonmaakmiddelen) t/m "Schoonmaken door middel van chemische reacties op blz 148. (let ook op tabel 6!)

Maak de opgaven 48, 51 en 55


Slide 7 - Tekstslide

Kort bespreken

Slide 8 - Tekstslide

Zuren en basen

Slide 9 - Tekstslide

Vul de tabel voor soorten schoonmaakmiddelen verder in

Slide 10 - Tekstslide

Schadelijk?
Laura zegt dat oplossingen met een lage pH onschadelijk zijn. Rashid Zegt dat oplossingen met een hoge pH onschadelijk zijn.

Heeft Laura gelijk?
Heeft Rashid gelijk?

Slide 11 - Tekstslide

Douchekop schoonmaken
Je wilt kalkaanslag in de douchekop verwijderen. Leg van de volgende stoffen uit waarom ze niet geschikt zijn om hiervoor te gebruiken:

Zeep
Geconcentreerd zoutzuur

Slide 12 - Tekstslide

Zf
Maak de opgaven 48 t/m 56

Of

Werk vast aan je dossieropdracht
(inleverdatum: zondag 15 april)

Slide 13 - Tekstslide

Vlekken schoonmaken
Wat voor soort schoonmaakmiddel kun je gebruiken om:
  1. Een inktvlek te verwijderen?
  2. Een bloedvlek te verwijderen?
  3. Een vetvlek te verwijderen?

Slide 14 - Tekstslide

Schoonmaakmiddelen
  1. Je hebt een schoonmaakmiddel waarvan de pH 9,0 is. Is dit een schoonmaakmiddel om kalkaanslag of juist vet te verwijderen?
  2. Je lost het schoonmaakmiddel op in een emmer water. Is de pH van deze oplossing groter, kleiner of gelijk aan 9,0?

Slide 15 - Tekstslide

pH
Je hebt een oplossing met een pH van 1,7.
  1. Wat wordt de pH als je de oplossing 10 keer verdunt?
  2. Hoeveel keer moet je verdunnen om op een pH van 4,7 uit te komen?
  3. Kan je door verdunnen uitkomen op een pH van 7,7? Zo ja, hoe vaak moet je verdunnen? Zo nee, waarom niet?

Slide 16 - Tekstslide

Volgende les
  • Practicum over schoonmaakmiddelen (proef 6 en 7)
  • Huiswerk: 48 t/m 56.

Slide 17 - Tekstslide