Facilitaire dienstverlening; Huishoudelijke Dienst deel 1

Facilitaire dienstverlening, catering en inrichting 
Facilitaire dienstverlening, catering en inrichting
schoonmaakbeurt van een grootkeuken
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Facilitaire dienstverlening, catering en inrichting 
Facilitaire dienstverlening, catering en inrichting
schoonmaakbeurt van een grootkeuken

Slide 1 - Tekstslide

Huishouden

Slide 2 - Woordweb

Periodieke schoonmaak is
A
iets dagelijks reinigen
B
onregelmatig iets reinigen
C
met vaste regelmaat iets reinigen
D
nooit iets reinigen

Slide 3 - Quizvraag

schoonmaakfrequentie is
A
hoe vaak je het gebruikt
B
hoe vaak je het schoonmaakt
C
waarmee je het schoon moet maken
D
waarom je het schoon moet maken

Slide 4 - Quizvraag

schoonmaakmiddelen
reinigingsmiddelen - schoonmaken van bv keuken/ toilet

onderhoudsmiddelen - levensduur verlengen bv meubelwas/ leeronderhoud

desinfecteermiddelen - micro-organismen doden bv chloor

oplosmiddelen - hardnekkig vuil bv terpentine voor verf ( gevaarlijk voor milieu en gezondheid)

Slide 5 - Tekstslide

reinigingsmiddelen
vetoplosser; basisch - lage zuurgraad, hoge PH waarde ( bv soda, afwasmiddel)
kalk verwijderen; - zuur - hoge zuurgraad, lage PH waarde ( bv schoonmaakazijn, antikalk)

Slide 6 - Tekstslide

zet de afbeelding op het juiste soort schoonmaakmiddel.
reinigingsmiddel
oplosmiddel
onderhoudsmiddel
desinfecteermiddel

Slide 7 - Sleepvraag

Voor het schoonmaken van de keuken gebruik je meestal
A
allesreiniger
B
chloor
C
terpentine
D
glassex

Slide 8 - Quizvraag

voor het verwijderen van kalkaanslag kan je het beste een ........ schoonmaakmiddel gebruiken
A
basisch
B
zuur

Slide 9 - Quizvraag

een schoonmaakmiddel wat goed vet kan oplossen heeft een ...... PH waarde
A
hoge
B
lage

Slide 10 - Quizvraag

aan de slag
  • Maken lesbrief 2 in teams
  • uitvoeren; 
Lijst met onderdelen voor de periodieke schoonmaak
(lades, kasten, kookplaat, afzuigkap, vaatwasser, ramen, vloer etc...). Zet alles in een schema en geef daarin aan hoe vaak het moet worden schoongemaakt.

Slide 11 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

vragen?

Slide 13 - Tekstslide