H6.1 en 6.2 Inwendige van de aarde en Zwaartekrachtmetingen
Hoofdstuk 6 paragraaf 1 en 2
6.1: Het inwendige van de aarde.
6.2: Zwaartekrachtmetingen
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 6 paragraaf 1 en 2
6.1: Het inwendige van de aarde.
6.2: Zwaartekrachtmetingen
Slide 1 - Tekstslide
6.1
Het inwendige van de aarde
Slide 2 - Tekstslide
Lagen in de aarde
Slide 3 - Tekstslide
Lagen in de aarde
Er zijn meerdere manieren om de lagen te benoemen.
Kijk je naar de samenstelling van de materialen, dan heeft de aarde maar 3 lagen.
- Korst
- Mantel
- (Binnen en buiten)kern
Slide 4 - Tekstslide
Lithosfeer(licht en donker beige)
Dit is de buitenste laag van de aarde.
Deze laag is vast.
Het bovenste deel is de aardkorst.
Het onderste deel hoort bij de mantel.
Slide 5 - Tekstslide
Astenosfeer (Rood)
Deze laag is vloeibaar en door de hoge temperatuur makkelijk te vervormen.
De lithosfeer drijft als het ware op deze laag.
Hierdoor kunnen aardplaten schuiven.
Slide 6 - Tekstslide
Rest van de mantel (Geel, roze, rood, licht beige)
De mantel is vast, maar wel nog te vervormen.
Bestaat ook uit meerdere lagen.
Slide 7 - Tekstslide
Buitenkern (Donkergrijs)
Bestaat vooral uit ijzer en nikkel.
Deze laag is vloeibaar.
Door de stroming van ijzer en nikkel ontstaat het magneetveld van de aarde.
Slide 8 - Tekstslide
Binnenkern (Lichtgrijs)
Door de grote druk van buitenaf is het binnenste van de kern vast.
Slide 9 - Tekstslide
Opbouw van de aarde
Kern is van ijzer
Hoe kan binnenkern vast zijn terwijl het daar heter is?
Slide 10 - Tekstslide
Convectie cellen in de mantel
warmte productie
radioactief
verval.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Aardbevingen
- Ontstaan door het schuiven van platen.
- Zoals in het filmpje te zien schuiven platen van elkaar of naar elkaar toe.
- Hier worden vaak grote krachten opgebouwd en ontstaat een grote spanning (vergelijk dit met een ver ingedrukte veer).
Slide 13 - Tekstslide
welke grootheid speelt een rol?
Slide 14 - Tekstslide
Hoe diep is het diepste gat dat gegraven is door de mens?
Slide 15 - Open vraag
Geofysische methoden
Slide 16 - Tekstslide
Zwaartekrachtmeting en gravimetrie
De zwaartekracht en valversnelling zijn niet overal op aarde even groot.
Dit is afhankelijk van de dichtheid van de gesteenten die in de grond zitten.
Slide 17 - Tekstslide
Seismologie en seismiek
Seismologie: Meten aan trillingen in de aarde.
Seismiek: Zelf trillingen opwekken om zo meer te weten te komen over de ondergrond.
Slide 18 - Tekstslide
Magnetische metingen of magnetometrie
Gesteenten hebben verschillende magnetische eigenschappen, door aan magnetisme te meten is het mogelijk om gesteenten op te sporen.
Slide 19 - Tekstslide
Elektrische weerstandsmeting
De weerstand van verschillende gesteenten is anders.
Door een sterke spanningsbron met elektroden in de grond te zetten en op verschillende plekken de spanning te meten, kan dit iets zeggen over de bodem.
Slide 20 - Tekstslide
Elektromagnetische methode
Hiermee kun je onderzoeken of er geleidende materialen in de bodem zitten.
Slide 21 - Tekstslide
Door welke laag gaan de aardplaten verschuiven.
A
Lithosfeer
B
Asthenosfeer
C
Mantel
D
Buitenkern
Slide 22 - Quizvraag
Welke metalen zitten er in de kern?
A
Aluminium en Gallium
B
Zink en Lood
C
Nikkel en IJzer
D
Tin en Chroom
Slide 23 - Quizvraag
Toepassingen
Onderzoek naar aardbevingen.
Voorspellen van vulkaanuitbarstingen.
Slide 24 - Tekstslide
6.2
Zwaartekrachtmetingen
Slide 25 - Tekstslide
Na deze les kan ik ...
... uitleggen wat de invloed van een grotere afstand tot de aardkern heeft op de valversnelling.
... uitleggen welke invloed de nabijheid van een grote massa heeft op de valversnelling.
... de valversnelling corrigeren voor massa en afstand.
Slide 26 - Tekstslide
De valversnelling, g
Fz=m⋅g
Slide 27 - Tekstslide
De valversnelling, g
Fz=m⋅g
g= 9.81 m/s2
Slide 28 - Tekstslide
De valversnelling, g wordt bepaald door de aantrekkingskracht van de aarde. Hoe zou de valversnelling veranderen als: 1. de massa van de aarde groter zou zijn en 2. je verder weg van de aarde zou zijn?
A
1. g wordt groter
2. g wordt groter
B
1.g wordt groter
2. g wordt kleiner
C
1. g wordt kleiner
2. g wordt groter
D
1. g wordt kleiner
2. g wordt kleiner
Slide 29 - Quizvraag
De valversnelling, g
g=r2G⋅M
G: gravitatieconstante = 6.67*10-11Nm2kg-2
M: massa van het object dat een voorwerp aantrekt (de aarde) (kg)
r: de afstand van het voorwerp tot het massamiddelpunt van het object (m)
voorwerp
Object
Slide 30 - Tekstslide
De aarde is niet rond!
Slide 31 - Tekstslide
De aarde is niet rond!
de vervormingen zijn niet op schaal!
Slide 32 - Tekstslide
De aarde is niet rond!
r is niet overal constant, dus g ook niet
g=r2G⋅M
Slide 33 - Tekstslide
De aarde is niet rond!
1. Reliëf: gebergte, dalen, zeeën
2. Afplatting aarde
Slide 34 - Tekstslide
Op de evenaar is de valversnelling ... op de noordpool.
A
kleiner dan
B
even groot als
C
groter dan
Slide 35 - Quizvraag
De correctie op de zwaartekrachtversnelling
1. als resultaat van een grotere afstand
g=r2G⋅M
h
Slide 36 - Tekstslide
De correctie op de zwaartekrachtversnelling
1. als resultaat van een grotere afstand
g=r2G⋅M
δghoogte=−R2⋅g⋅h=−0.3086⋅10−5⋅h
δ
= "een kleine correctie op"
g= valversnelling op zeeniveau (m/s2)
R= straal aarde (m)
h= hoogte boven zeeniveau (m)
h
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Video
De correctie op de zwaartekrachtversnelling
2. als resultaat van de "extra massa" onder je
g=r2G⋅M
δgB=0.1119⋅10−5⋅h
extra massa
Slide 39 - Tekstslide
De correctie op de zwaartekrachtversnelling
gmeting=gcorr+δghoogte+δgB
wat je meet gecorrigeerde correctie correctie
valversnelling hoogte massa
Slide 40 - Tekstslide
Wat kun je zeggen over 1. en 2. als je in een diep dal staat?
gB
ghoogte
A
1. is positief
2. is negatief
B
1. is positief
2. is positief
C
1. is negatief
2. is negatief
D
1. is negatief
2. is positief
Slide 41 - Quizvraag
Na deze les kan ik ...
... uitleggen wat de invloed van een grotere afstand tot de aardkern heeft op de valversnelling.
... uitleggen welke invloed de nabijheid van een grote massa heeft op de valversnelling.
... de valversnelling corrigeren voor massa en afstand.