BG1 - Les 4/5/6

Begeleidingsmethodiek
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 160 min

Onderdelen in deze les

Begeleidingsmethodiek

Slide 1 - Tekstslide

Interventietechnieken
Interventies zijn methoden en technieken die je gebruikt om het gedrag van de cliënt te veranderen en hun omstandigheden te beïnvloeden.


Op het juiste moment het juiste doen op de juiste manier.


Slide 2 - Tekstslide

Doel van interventies
  • Om de kwaliteit van het leven van de cliënt/samenleving te veranderen.
  • Een interventie kan gericht zijn op 1 persoon, groep of een organisatie.


Interventies maken je bewust van je eigen handelen. Je leert als hulpverlener je eigen vaardigheden in de omgang met de cliënt te ontwikkelen. Daarnaast bied je cliënten ook interventies aan. Hiermee hebben ze de mogelijkheid hun situatie positief te veranderen.


Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden van interventietechnieken
  1. Voorbeeldgedrag
  2. Instrueren
  3. Conditioneren
  4. Ondersteunen
  5. Diverse gespreksvormen
  6. Coachen
  7. Therapie
  8. Aanbieden van activiteiten

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeldgedrag
Het goede voorbeeld geven is onderdeel van beroepshouding


Bewust kiezen voor extra voorbeeldgedrag zodat de cliënt dat navolgt

Slide 5 - Tekstslide

voorbeelden stage

Slide 6 - Tekstslide

Instrueren
Methodisch stap voor stap uitleggen wat de cliënt moet doen of hoe hij iets moet doen.

Gebruik bij ADL, een apparaat leren bedienen, huishoudelijke taken enz.

Slide 7 - Tekstslide

voorbeeld instructie

Slide 8 - Tekstslide

Conditioneren
Bij conditioneren wordt een verband gelegd tussen een handeling of prikkel en de reactie daarop. Hierdoor ontstaat ervaringsleren.



Door straffen en belonen gewenst gedrag aanleren (Skinner en Pavlov).

Frequent herhalen van handelingen

Slide 9 - Tekstslide

voorbeelden stage

Slide 10 - Tekstslide

Ondersteunen
Een cliënt helpen bij een handeling of activiteit (ADL, aanleren vaardigheden) :
  • Iets doen wat de cliënt zelf niet kan
  • Iets samen doen
  • De cliënt adviseren wat hij moet doen of hoe
  • Een luisterend oor

Slide 11 - Tekstslide

voorbeelden stage

Slide 12 - Tekstslide

Diverse gespreksvormen
Individueel of groepsgesprek:

  • Confronteren
  • Feedback geven

Slide 13 - Tekstslide

voorbeelden stage

Slide 14 - Tekstslide

Coachen
Iemand begeleiden zodat kwaliteiten vrijkomen 
Sturen zonder de baas te spelen
Stimuleren van zelfverantwoordelijkheid

Slide 15 - Tekstslide

voorbeelden stage

Slide 16 - Tekstslide

Therapie
Gericht op het herstel van een ziekte of andere vorm van welbevinden:
  • Psychotherapie
  • RET
  • Gezinstherapie
  • Sociotherapie
  • Gesprekstherapie
  • Fysiotherapie
  • Muziektherapie
  • Bewegingstherapie
  • Creatieve therapie

Slide 17 - Tekstslide

voorbeelden stage

Slide 18 - Tekstslide

Activiteiten aanbieden
Activiteiten zijn gericht op:
  • zinvolle tijdsbesteding
  • (als onderdeel van een therapie) herstel van een ziekte
  • Instandhouden van zelfredzaamheid en welbevinden

Slide 19 - Tekstslide

voorbeelden stage

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Meetmoment
beschrijf een crisis situatie casus die je hebt meegemaakt op je stage waarbij je hebt moeten ingrijpen. Je hebt tijdens deze crisis situatie de casus omschreven aan de hand van de 5W: wie, wat, waar, wanneer en waarom. Je verantwoord je begeleidingsstijl in , tijdens en na het moment en je verantwoord de ingezette methodieken en interventietechnieken .Je wordt tijdens dit project beoordeeld op vijfcriteria. Hieronder zie je wat deze criteria zijn enwat je moet laten zien om onvoldoende, voldoende of goed te scoren

Slide 22 - Tekstslide

Meetmoment
  1. Student heeft de casus omschreven volgens de 5W’s
  2. student kiest 1 begeleidingsstijl naar keuze en verantwoord waarom de anderen niet van toepassing zijn
  3. Student kiest ten minstens 3 begeleidingsmethodiekenen onderbouwt waarom 1 niet passend is
  4. student  
  5. student verantwoord 1 interventietechniek en verantwoord waarom twee anderen niet van toepassing zijn.

Slide 23 - Tekstslide

crisitisituaite
5 w's

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht:
 ▪Kies uit de voorgaande lijst één methodiek die je aanspreekt, maar die je nog NIET kent;
▪Zoek via internet, wat deze methodiek in het kort inhoudt en schrijf dit voor jezelf op;
▪Beschrijf hoe deze methodiek praktisch ingezet kan worden bij jouw doelgroep;
▪Noteer dit op papier voor jezelf;
▪Over 10 minuutjes gaan we dit gezamenlijk bespreken.
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

begeleidinstijlen
welke


meetmoment

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

welzijn
Begeleidingsmethoden
Beroepsgericht 1
Module 4 - Les 6

Slide 29 - Tekstslide

Omgaan met conflicten

Slide 30 - Tekstslide

Soorten conflicten
Inhoudelijk conflict
Belangen conflict
Sociaal-emotioneel conflict

Zichtbare- en onzichtbare conflicten

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Inhoudelijk conflict
Dit conflict gaat over de inhoud van het werk. 
Denk aan: verschil van mening over regels en procedures, verschil van inzicht over de agogische interventies.



Slide 33 - Tekstslide

Belangen conflict
Bij dit type conflict botst jouw eigenbelang met het belang van anderen. 
Je hebt een verschil van mening over wat de juiste verdeling is van tijd, geld, macht, enzovoort.

Slide 34 - Tekstslide

Sociaal-emotioneel conflict
In dit type conflict staan gevoelens en emoties centraal. 
Wanneer je dit soort conflicten vaak met iemand hebt, verlies je gaandeweg het vertrouwen in de ander en krijg je vaak een hekel aan hem.

Slide 35 - Tekstslide

Zichtbaar 
onzichtbaar 
conflict
Zichtbaar conflict
Een conflict dat aan de oppervlakte komt. Het is jou en de ander duidelijk waarover jullie een conflict hebben. 
Een zichtbaar conflict is niet per se een hanteerbaar conflict. Het wil alleen zeggen dat jij én de ander erkennen dat jullie een conflict hebben en dat jullie beiden kunnen aangeven waarover het conflict gaat.

Onzichtbaar conflict
Ook wel een verborgen conflict genoemd. In deze situatie kom je er (nog) niet openlijk voor uit dat je een conflict hebt. Je zegt niet wat je dwarszit. Je gaat het conflict (en dus de ander) uit de weg. 
Een onzichtbaar conflict kan evengoed escaleren. Meer nog dan een zichtbaar conflict, juist omdat het onzichtbaar is. Als je namelijk ontkent dat jou iets dwarszit, geef je je ongenoegen en onvrede juist de ruimte om te groeien.

Slide 36 - Tekstslide

Voorbeeld 
van een 
onzichtbaar 
conflict
Elvira heeft een onvoldoende beoordeling gekregen voor haar BPV. 
Tegen haar vriendin uit ze haar onvrede: ‘Nou als die vent denkt dat ik me er iets van aantrek, heeft hij het mooi mis. Ik zou onvoldoende geduld opbrengen, hoe kan hij dat nou weten? Ik heb daar braaf ja en amen zitten knikken, toen hij ermee kwam. Ik dacht bij mezelf: mij krijg je echt niet klein, hoor.’

Slide 37 - Tekstslide

Niet-effectieve
conflicthanteringsstijlen
▪ Forceren en vechten​
Bij vechten en forceren (afdwingen, doordrukken) streef je je eigen belangen na ten koste van de ander. Je probeert je eigen wil, je eigen mening, je eigen strategie op te leggen aan de ander, vaak door gebruik van macht.

▪ Ontlopen en vermijden​
Bij ontlopen en vermijden ga je het conflict niet aan. Het probleem van deze strategie is dat je niet opkomt voor jezelf en de ander jouw grenzen dus niet kan respecteren. Deze conflicthanteringsstijl heeft vooral op de lange termijn veel nadelen. Omdat je je niet uitspreekt, krop je de dingen op. 

▪ Aanpassen en toegeven​ 
Net als bij ontlopen en vermijden ga je ook bij aanpassen en toegeven het conflict niet aan. Maar je wilt het conflict niet op de spits drijven, of je wilt de goede samenwerking niet op het spel zetten, of je vindt de belangen van de ander groter dan die van jezelf. Daarom kies je voor aanpassen en toegeven.

 

Slide 38 - Tekstslide

Effectieve conflicthanteringsstijlen
▪ Samenwerken en oplossen​
 Bij samenwerking ervaar je het conflict als een gezamenlijk probleem. Deze conflicthanteringsstijl staat dus lijnrecht tegenover vermijden en ontlopen. Samen met de andere partij ga je rond de tafel zitten om erover te praten. Kenmerkend is dat je samen vaststelt wat nu het probleem is.

▪ Onderhandelen en een compromis zoeken​
Bij onderhandelen en het zoeken van een compromis probeer je samen met de andere partij een oplossing te vinden die voor beide partijen gedeeltelijk bevredigend is. Deze conflicthanteringsstijl houdt het midden tussen vechten en aanpassen en is voornamelijk aan de orde bij kwesties waarbij grote belangen spelen. 

Slide 39 - Tekstslide

Voorkomen escalatie versus in gang zetten

Slide 40 - Tekstslide

Thomas en Kilmann conflictmodel

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Roos van Leary

De Roos van Leary is een model waarmee escalatie bij conflicten of een impassen in gedragspatronen kunnen worden doorbroken.

Binnen het model van de Roos van Leary roept ‘Boven-gedrag’ ‘Onder-gedrag’ op en andersom.
‘Samen-gedrag’ versterkt ‘Samen-gedrag’ en ‘Tegen-gedrag’ roept ‘Tegen-gedrag’ op.

 

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Roos van Leary
  • De Roos van Leary helpt bij bewustwording van gedrag (van jezelf én de ander) en de dynamiek van gedrag binnen groepen. 
  • Het model geeft inzichten om gedrag te beïnvloeden door zelf het gewenste gedrag te vertonen (samen of tegen) of juist het tegenovergestelde gedrag te laten zien (boven of onder).

 

Slide 45 - Tekstslide

Roos van Leary

Slide 46 - Tekstslide