In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 160 min
Onderdelen in deze les
welzijn
Begeleidingsmethoden
Module 4 - Combi les 4/5 + start les 6
Beroepsgericht 1
Slide 1 - Tekstslide
Thema's in module 4
Les 1 en 2 - Thema: Dagbesteding
Les 1: Wat is dagbesteding?
Les 2: Methodisch begeleiden
Les 3 t/m 5 - Thema: Ondersteuning en begeleiding
Les 3: Begeleiden
Les 4: Begeleidingsstijlen
Les 5: Begeleidingsmethodieken en interventietechnieken
Les 6 t/m 8 - Thema: Conflicthantering
Les 6: Conflicthantering
Les 7: Omgaan met agressie
Les 8: Onvoorziene crisissituaties
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
De student kan benoemen wat een begeleidingsmethode is.
De student kan 1 begeleidingsmethode toelichten en voorzien van een praktijkvoorbeeld.
De student weet hoe hij omgaat met conflicten a.d.h.v. een test.
De student kan benoemen wat conflicthantering betekent.
Slide 3 - Tekstslide
Benoem een begeleidingsstijl
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat betekent begeleidingsmethodiek?
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat vind je van het onderwerp begeleidingsmethodieken?
A
Super interessant, ik wil hier meer van weten!
B
Ik vind het nog lastig en erg theoretisch...
C
Ik doe mijn werk liever zonder methodieken
D
Ik denk dat ik al expert ben!
Slide 12 - Quizvraag
Interventietechnieken
Interventies zijn methoden en technieken die je gebruikt om het gedrag van de cliënt te veranderen en hun omstandigheden te beïnvloeden.
Op het juiste moment het juiste doen op de juiste manier.
Slide 13 - Tekstslide
Doel van interventies
Om de kwaliteit van het leven van de cliënt/samenleving te veranderen.
Een interventie kan gericht zijn op 1 persoon, groep of een organisatie.
Interventies maken je bewust van je eigen handelen. Je leert als hulpverlener je eigen vaardigheden in de omgang met de cliënt te ontwikkelen.
Daarnaast bied je cliënten ook interventies aan. Hiermee hebben ze de mogelijkheid hun situatie positief te veranderen.
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeelden van interventietechnieken
Voorbeeldgedrag
Instrueren
Conditioneren
Ondersteunen
Diverse gespreksvormen
Coachen
Therapie
Aanbieden van activiteiten
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeldgedrag
Het goede voorbeeld geven is onderdeel van beroepshouding
Bewust kiezen voor extra voorbeeldgedrag zodat de cliënt dat navolgt
Slide 16 - Tekstslide
Instrueren
Methodisch stap voor stap uitleggen wat de cliënt moet doen of hoe hij iets moet doen.
Gebruik bij ADL, een apparaat leren bedienen, huishoudelijke taken enz.
Slide 17 - Tekstslide
Conditioneren
Bij conditioneren wordt een verband gelegd tussen een handeling of prikkel en de reactie daarop. Hierdoor ontstaat ervaringsleren.
Door straffen en belonen gewenst gedrag aanleren (Skinner en Pavlov).
Frequent herhalen van handelingen
Slide 18 - Tekstslide
Ondersteunen
Een cliënt helpen bij een handeling of activiteit (ADL, aanleren vaardigheden) :
Iets doen wat de cliënt zelf niet kan
Iets samen doen
De cliënt adviseren wat hij moet doen of hoe
Een luisterend oor
Slide 19 - Tekstslide
Diverse gespreksvormen
Individueel of groepsgesprek:
Confronteren
Feedback geven
Slide 20 - Tekstslide
Coachen
Iemand begeleiden zodat kwaliteiten vrijkomen
Sturen zonder de baas te spelen
Stimuleren van zelfverantwoordelijkheid
Slide 21 - Tekstslide
Therapie
Gericht op het herstel van een ziekte of andere vorm van welbevinden:
Psychotherapie
RET
Gezinstherapie
Sociotherapie
Gesprekstherapie
Fysiotherapie
Muziektherapie
Bewegingstherapie
Creatieve therapie
Slide 22 - Tekstslide
Activiteiten aanbieden
Activiteiten zijn gericht op:
zinvolle tijdsbesteding
(als onderdeel van een therapie) herstel van een ziekte
Instandhouden van zelfredzaamheid en welbevinden
Slide 23 - Tekstslide
Opdracht:
▪Kies uit de voorgaande lijst één interventietechniek die past bij jouw casus interventietechnieken (meetmoment);
▪Zoek via internet, wat deze interventie verder nog inhoudt en schrijf dit voor jezelf op; ▪Beschrijf hoe deze interventie praktisch ingezet kan worden bij jouw doelgroep, probeer het te koppelen aan je casus; ▪Noteer dit op papier voor jezelf;
▪Over 10 minuutjes gaan we dit gezamenlijk bespreken.
Denk aan: verschil van mening over regels en procedures, verschil van inzicht over de agogische interventies.
Slide 30 - Tekstslide
Belangen conflict
Bij dit type conflict botst jouw eigen belang met het belang van anderen.
Je hebt een verschil van mening over wat de juiste verdeling is van tijd, geld, macht, enzovoort.
Slide 31 - Tekstslide
Sociaal-emotioneel conflict
In dit type conflict staan gevoelens en emoties centraal.
Wanneer je dit soort conflicten vaak met iemand hebt, verlies je gaandeweg het vertrouwen in de ander en krijg je vaak een hekel aan hem.
Slide 32 - Tekstslide
Zichtbaar
&
onzichtbaar
conflict
Zichtbaar conflict
Een conflict dat aan de oppervlakte komt. Het is jou en de ander duidelijk waarover jullie een conflict hebben.
Een zichtbaar conflict is niet per se een hanteerbaar conflict. Het wil alleen zeggen dat jij én de ander erkennen dat jullie een conflict hebben en dat jullie beiden kunnen aangeven waarover het conflict gaat.
Onzichtbaar conflict
Ook wel een verborgen conflict genoemd. In deze situatie kom je er (nog) niet openlijk voor uit dat je een conflict hebt. Je zegt niet wat je dwarszit. Je gaat het conflict (en dus de ander) uit de weg.
Een onzichtbaar conflict kan evengoed escaleren. Meer nog dan een zichtbaar conflict, juist omdat het onzichtbaar is. Als je namelijk ontkent dat jou iets dwarszit, geef je je ongenoegen en onvrede juist de ruimte om te groeien.
Slide 33 - Tekstslide
Voorbeeld
van een
onzichtbaar
conflict
Elvira heeft een onvoldoende beoordeling gekregen voor haar BPV.
Tegen haar vriendin uit ze haar onvrede: ‘Nou als die vent denkt dat ik me er iets van aantrek, heeft hij het mooi mis. Ik zou onvoldoende geduld opbrengen, hoe kan hij dat nou weten? Ik heb daar braaf ja en amen zitten knikken, toen hij ermee kwam. Ik dacht bij mezelf: mij krijg je echt niet klein, hoor.’
Slide 34 - Tekstslide
Niet-effectieve
conflicthanteringsstijlen
▪ Forceren en vechten
Bij vechten en forceren (afdwingen, doordrukken) streef je je eigen belangen na ten koste van de ander. Je probeert je eigen wil, je eigen mening, je eigen strategie op te leggen aan de ander, vaak door gebruik van macht.
▪ Ontlopen en vermijden
Bij ontlopen en vermijden ga je het conflict niet aan. Het probleem van deze strategie is dat je niet opkomt voor jezelf en de ander jouw grenzen dus niet kan respecteren. Deze conflicthanteringsstijl heeft vooral op de lange termijn veel nadelen. Omdat je je niet uitspreekt, krop je de dingen op.
▪ Aanpassen en toegeven
Net als bij ontlopen en vermijden ga je ook bij aanpassen en toegeven het conflict niet aan. Maar je wilt het conflict niet op de spits drijven, of je wilt de goede samenwerking niet op het spel zetten, of je vindt de belangen van de ander groter dan die van jezelf. Daarom kies je voor aanpassen en toegeven.
Slide 35 - Tekstslide
Effectieve conflicthanteringsstijlen
▪ Samenwerken en oplossen
Bij samenwerking ervaar je het conflict als een gezamenlijk probleem. Deze conflicthanteringsstijl staat dus lijnrecht tegenover vermijden en ontlopen. Samen met de andere partij ga je rond de tafel zitten om erover te praten. Kenmerkend is dat je samen vaststelt wat nu het probleem is.
▪ Onderhandelen en een compromis zoeken
Bij onderhandelen en het zoeken van een compromis probeer je samen met de andere partij een oplossing te vinden die voor beide partijen gedeeltelijk bevredigend is. Deze conflicthanteringsstijl houdt het midden tussen vechten en aanpassen en is voornamelijk aan de orde bij kwesties waarbij grote belangen spelen.
Slide 36 - Tekstslide
Voorkomen escalatie versus in gang zetten
Slide 37 - Tekstslide
Thomas en Kilmann conflictmodel
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Video
Roos van Leary
De Roos van Leary is een model waarmee escalatie bij conflicten of een impassen in gedragspatronen kunnen worden doorbroken.
Binnen het model van de Roos van Leary roept ‘Boven-gedrag’ ‘Onder-gedrag’ op en andersom.
‘Samen-gedrag’ versterkt ‘Samen-gedrag’ en ‘Tegen-gedrag’ roept ‘Tegen-gedrag’ op.
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Video
Roos van Leary
De Roos van Leary helpt bij bewustwording van gedrag (van jezelf én de ander) en de dynamiek van gedrag binnen groepen.
Het model geeft inzichten om gedrag te beïnvloeden door zelf het gewenste gedrag te vertonen (samen of tegen) of juist het tegenovergestelde gedrag te laten zien (boven of onder).