In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Commerciële calculatie
Hoofdstuk 1 en 2
03-11-2020
Slide 1 - Tekstslide
Winst
Als je goederen verkoopt, werkt winst maken zo:
Je koopt goederen in.
Je verkoopt die goederen tegen een hogere prijs dan je inkoopprijs (de prijs, exclusief btw, waarvoor je goederen inkoopt). Het verschil tussen de verkoopprijs en de inkooprijs is de brutowinst.
Je verrekent de kosten die je maakt met de brutowinst en houdt de nettowinst over.
Slide 2 - Tekstslide
Je krijgt dus:
Verkoopprijs - inkoopprijs = brutowinst
Brutowinst - kosten = nettowinst
Bij een dienstverlenend bedrijf:
Verkoopprijs - kosten = nettowinst
Slide 3 - Tekstslide
BTW
Belasting over de toegevoegde waarde
Drie btw-tarieven:
0% wanneer je aan het buitenland levert
9% op eerste levensbehoeften
21% op alle goederen en diensten die niet onder het 0%- of 9%-tarief vallen.
Slide 4 - Tekstslide
Btw is een indirecte belasting.
Te betalen btw ontvang je van klanten. Jij moet dit doorbetalen aan de belastingdienst.
Te vorderen btw betaal jij aan de leverancier. Jij mag dit terugvragen van de belastingdienst. (Ook wel voorbelasting)
Te verrekenen btw is het verschil tussen te betalen en te vorderen.
Slide 5 - Tekstslide
Handelshuis Guhl koopt wereldbollen in voor €12.100 inclusief btw. De hele partij verkoopt Guhl voor €18.150 inclusief btw. Bereken de voorbelasting.
Slide 6 - Open vraag
Handelshuis Guhl koopt wereldbollen in voor €12.100 inclusief btw. De hele partij verkoopt Guhl voor €18.150 inclusief btw.
Bereken de voorbelasting.
d
d
d
€12.100 / 121 x 21 = €2.100
Slide 7 - Tekstslide
Handelshuis Guhl koopt wereldbollen in voor €12.100 inclusief btw. De hele partij verkoopt Guhl voor €18.150 inclusief btw. Bereken de te betalen omzetbelasting.
Slide 8 - Open vraag
Handelshuis Guhl koopt wereldbollen in voor €12.100 inclusief btw. De hele partij verkoopt Guhl voor €18.150 inclusief btw.
Bereken de te betalen omzetbelasting.
€18.150 / 121 x 21 = €3.150
Slide 9 - Tekstslide
Handelshuis Guhl koopt wereldbollen in voor €12.100 inclusief btw. De hele partij verkoopt Guhl voor €18.150 inclusief btw. Bereken het bedrag van de te verrekenen btw.
Slide 10 - Open vraag
Handelshuis Guhl koopt wereldbollen in voor €12.100 inclusief btw. De hele partij verkoopt Guhl voor €18.150 inclusief btw.
Bereken het bedrag van de te verrekenen btw.
Slide 11 - Tekstslide
Handelshuis Guhl koopt wereldbollen in voor €12.100 inclusief btw. De hele partij verkoopt Guhl voor €18.150 inclusief btw. Toon met een berekening aan dat Guhl over de toegevoegde waarde btw betaalt.
Slide 12 - Open vraag
d
De toegevoegde waarde is hier dus € 5.000,-. De btw is 21% van € 5.000,- = € 1.050,-. Dit is precies het bedrag dat Guhl moet betalen aan de Belastingdienst. Vandaar de naam ‘btw’: belasting over de toegevoegde waarde
Slide 13 - Tekstslide
Inkoopfactuurprijs
Slide 14 - Tekstslide
Kortingen op het gewicht
Groothandel Esser koopt goederen in met een brutogewicht van 1850 kilo. De tarra is 2%.
Slide 15 - Tekstslide
Afspraken
- Korting voor contant = binnen x aantal dagen betalen
- (30) dagen netto = uiterlijke betaaltermijn
- Kredietbeperkingstoeslag = te betalen als je over uiterlijke termijn heen gaat (alleen als deze gegeven staat)
Slide 16 - Tekstslide
Wat moet Frans betalen als hij na 8 dagen betaalt?
A
€14,17
B
€1417
C
€1431,17
D
€1374,49
Slide 17 - Quizvraag
Wat moet Frans betalen als hij na 20 dagen betaalt?
A
€14,17
B
€1417
C
€1431,17
D
€1374,39
Slide 18 - Quizvraag
Wat moet Frans betalen als hij na 45 dagen betaalt?
A
€14,17
B
€1417
C
€1431,17
D
€1374,39
Slide 19 - Quizvraag
Omzet
Bruto omzet (aant stuks x bruto verkoopprijs)
Korting (bijv. actiekorting, kwantumkorting en klantkorting)
-
Netto omzet (prijs na aftrek korting)
Slide 20 - Tekstslide
Inkoopwaarde van de omzet (IWO)
De inkoopwaarde van de omzet (IWO) is het totaal van de inkoopprijzen van alle verkochte artikelen in een bepaalde periode.
Verkoop je de ingekochte artikelen voor een hogere prijs dan waarvoor je deze inkocht, dan maak je winst: brutowinst.
Slide 21 - Tekstslide
Bereken de IWO
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Inkoopwaarde van de omzet (IWO)
Slide 24 - Tekstslide
Inkoopwaarde van de omzet (IWO)
IWO berekenen door gebruik brutowinst
Brutowinstopslag = brutowinst ten opzichte van inkoopprijs of IWO
Brutowinstmarge = brutowinst ten opzichte van omzet of verkoopprijs
Slide 25 - Tekstslide
Brutowinst in procenten van de IWO (brutowinstopslag)
d
€489.375 / 135 x 100 = €362.500
Slide 26 - Tekstslide
Brutowinst in procenten van de omzet (brutowinstmarge)
Kijk bij de opgaven altijd goed of het brutowinstpercentage van de IWO (brutowinstopslag) of het brutowinstpercentage van de verkoopprijs (brutowinstmarge) is gegeven.
Slide 28 - Tekstslide
Vestigingsmanager Bas verkoopt boeken. Hij heeft een omzet van € 345.000,- behaald. De inkoopwaarde van zijn omzet was € 224.250,-. Bereken voor Bas de brutowinst
Slide 29 - Open vraag
Vestigingsmanager Bas verkoopt boeken. Hij heeft een omzet van € 345.000,- behaald. De inkoopwaarde van zijn omzet was € 224.250,-.
Bereken voor Bas de brutowinst
Slide 30 - Tekstslide
Vestigingsmanager Bas verkoopt boeken. Hij heeft een omzet van € 345.000,- behaald. De inkoopwaarde van zijn omzet was € 224.250,-. Bereken het brutowinstpercentage als Bas de brutowinst uitdrukt in een percentage van zijn omzet.
Slide 31 - Open vraag
Vestigingsmanager Bas verkoopt boeken. Hij heeft een omzet van € 345.000,- behaald. De inkoopwaarde van zijn omzet was € 224.250,-.
Bereken het brutowinstpercentage als Bas de brutowinst uitdrukt in een percentage van zijn omzet.
Slide 32 - Tekstslide
Vestigingsmanager Bas verkoopt boeken. Hij heeft een omzet van € 345.000,- behaald. De inkoopwaarde van zijn omzet was € 224.250,-. Bereken het brutowinstpercentage als Bas de brutowinst uitdrukt in een percentage van de IWO. (Rond af op één decimaal)
Slide 33 - Open vraag
Vestigingsmanager Bas verkoopt boeken. Hij heeft een omzet van € 345.000,- behaald. De inkoopwaarde van zijn omzet was € 224.250,-.
Bereken het brutowinstpercentage als Bas de brutowinst uitdrukt in een percentage van de IWO. (Rond af op één decimaal)