-niet te informeel, zeg u tegen directeur van de school
Slide 2 - Tekstslide
Feedback
-Veel erg lange hoofd/bijzinnen
en ....maar ....dus... omdat ....want...
-Oplossing: kortere zinnen!!
-omdraaien van werkwoord en onderwerp in zinsstructuur
-woordenschat: houseboat-woonboot
canals-grachten
-spelling/hoofdletters
-
Slide 3 - Tekstslide
Feedback
lidwoorden (soms geen lidwoord of het verkeerde)
voorzetsels
meervoud
Hoe zou je de volgende zin kunnen herschrijven?
Slide 4 - Tekstslide
1 heeeeele lange zin
AICS focus veel op wat de leerlingen willen doen als ze ouder worden, en ik begrijp dat dat de mening is van een school, maar jullie geven niks over hoe ze dagelijks leven gaat worden wanneer ze ouder zijn en koken is een van de meest belangrijke dingen om te weten en dat is ook waarom ik denk dat het het beste zou worden voor jullie leerlingen als AICS een naschoolse koken klas kon geven.
Slide 5 - Tekstslide
Zo maak je goede hoofdzinnen en bijzinnen:
Ik koop een broodje, omdat ik honger heb.
In de hoofdzin staan onderwerp en persoonvorm altijd naast elkaar
Bijzin: voegwoord-onderwerp-evt andere woorden-persoonsvorm
In een bijzin staat de persoonsvorm dus vaak ACHTERAAN!
Slide 6 - Tekstslide
samengestelde zinnen
Ik werd vanochtend wakker.
Ik sprong onder de douche.
Je kunt deze twee zinnen ook verbinden met een woord ertussen.
Ik werd vanochtend wakker en sprong onder de douche.
Dat noemen we een samengestelde zin.
Het woordje 'en' verbind hier de twee zinnen aan elkaar.
Slide 7 - Tekstslide
Let op: en, of maar want en dus
Na of maar want en dusstaat de persoonsvorm en het onderwerp op dezelfde plaats als in de hoofdzin. Maar bij de andere voegwoorden verandert de structuur van de zin.
Ik sprong onder de douche, wantik was nog niet helemaal wakker.
Ik sprong onder de douche, omdatik nog niet helemaal wakker was.
Ik was nog niet helemaal wakker, dus sprong ik onder de douche.
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeelden van samengestelde zinnen:
Slide 9 - Tekstslide
Task 15 min.
Herschrijf 3 zinnen waar veel fouten in staan (zinsbouw en grammatica)
Schrijf je nieuwe zinnen op een papier.
Laat je nieuwe zinnen controleren op fouten.
Lever je assessment weer in.
Ben je klaar? controleer je antwoorden op de volgende slide