9.1 Rekenen met breuken

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 9

+ 

afmaken introductie

Huiswerk:
Opgaven maken ging ....

1. Goed
2. Deels
3. Ik snapte er niks van
4. Ik heb het niet gemaakt

Inleveren opgave 21.

Hoofdstuk 9

H9 Rekenen met variabelen

9.0 Voorkennis           Leerdoelen:

1. Je kunt de rekenvolgorde, rekenregels voor breuken, rekenregels voor wortels en herleidregels toepassen.

Dus is veel rekenwerk wat je straks ook moet kunnen toepassen bij gebruik van letters (variabelen).

Leerdoel behaald deze les?

1. +
2. +/-
3. -

Hoofdstuk 9

H9 Rekenen met variabelen

Deze les: 9.1 Rekenen met breuken

Leerdoelen:

1. Je kunt rekenen met breuken waarin variabelen voorkomen.

2. je kunt breuken met variabelen erin vereenvoudigen. (ook als de teller uit 2 termen bestaat)

Bereken:

​3​​1​​+​9​​1​​=

Bereken:

​x​​1​​+​x​​4​​=

Bereken:

​x​​1​​+​2x​​4​​=

Bereken:

​3x​​2​​−​5x​​1​​=

9.1 Rekenen met breuken

Breuken optellen en aftrekken:

Bereken:

​3​​2​​⋅​5​​1​​=

Bereken:

3⋅​5​​2​​=

Bereken:

​3x​​2​​⋅​5​​1​​=

Vereenvoudig:

​6​​4​​

Vereenvoudig:

​12x​​4x​​

Vereenvoudig:

​12x​​4x​2​​​​

9.1 Rekenen met breuken

Vereenvoudig:

​2​​12x+6​​

9.1 Rekenen met breuken

​x+3​​2​​

​3​​9x+12​​=​3​​9x​​+​3​​12​​=3x+4

Andersom kan niet!!

Aantekening 9.1 Rekenen met breuken

Breuken optellen: eerst noemers gelijk maken

Breuken vermenigvuldigen: 

Dit geld ook als er variabelen in de breuk staan.

Zeker maken: 1, 3, 4, 6, 7, 9 en 10

Denk aan: breuken vereenvoudigen.

Hoofdstuk 9

H9 Rekenen met variabelen

Deze les: 9.1 Rekenen met breuken

Leerdoelen:

1. Je kunt rekenen met breuken waarin variabelen voorkomen.

2. je kunt breuken met variabelen erin vereenvoudigen. (ook als de teller uit 2 termen bestaat)