Het persoonlijk voornaamwoord
2. Lijdend voorwerp
Mij, jou, u, hem, haar, ons, jullie, hen zijn ook persoonlijke voornaamwoorden.
Deze persoonlijke vnw gebruik je dus ook als lijdend voorwerp in de zin en dan heeft het een andere vorm dan het onderwerp!
Ik (o) geef hem (lv) een boek
Zij (o) leent haar (lv) een trui.