Woordenschat hoofdstuk Taal

Woordenschat hoofdstuk Taal
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat hoofdstuk Taal

Slide 1 - Tekstslide

Rapper Jay stuurt dagelijks demo’s naar platenlabels en deelt actief video's op sociale media om door te breken.
A
Aan de weg timmeren
B
Een brug te ver zijn
C
Geen zoden aan de dijk zetten
D
Op de lange baan schuiven

Slide 2 - Quizvraag

Tom wil zijn schuur opruimen, maar stelt het steeds uit tot volgende maand.
A
Aan de weg timmeren
B
Een brug te ver zijn
C
Geen zoden aan de dijk zetten
D
Op de lange baan schuiven

Slide 3 - Quizvraag

Emma wilde naast haar baan en studie ook nog een webshop beginnen, maar merkte al snel dat het te veel werd.
A
Aan de weg timmeren
B
Een brug te ver zijn
C
Geen zoden aan de dijk zetten
D
Op de lange baan schuiven

Slide 4 - Quizvraag

Sara probeert haar kapotte fietsband steeds opnieuw te plakken, maar na elke poging loopt hij weer leeg.
A
Aan de weg timmeren
B
Een brug te ver zijn
C
Geen zoden aan de dijk zetten
D
Op de lange baan schuiven

Slide 5 - Quizvraag

Nadat Tom weken had gewacht, betaalde zijn vriend eindelijk het geleende geld terug.
A
Het hazenpad kiezen
B
Over de brug komen
C
Vele wegen leiden naar Rome
D
De gulden middenweg kiezen

Slide 6 - Quizvraag

Julia wilde kamperen, haar vriend liever een luxe hotel; uiteindelijk boekten ze een comfortabele blokhut.
A
Het hazenpad kiezen
B
Over de brug komen
C
Vele wegen leiden naar Rome
D
De gulden middenweg kiezen

Slide 7 - Quizvraag

Toen Daan de boze buurman zag aankomen, rende hij snel via de achterdeur weg.
A
Het hazenpad kiezen
B
Over de brug komen
C
Vele wegen leiden naar Rome
D
De gulden middenweg kiezen

Slide 8 - Quizvraag

Lisa wilde arts worden, maar koos uiteindelijk voor een studie verpleegkunde, wetend dat ze daarmee ook in de zorg kon werken.
A
Het hazenpad kiezen
B
Over de brug komen
C
Vele wegen leiden naar Rome
D
De gulden middenweg kiezen

Slide 9 - Quizvraag

De dealer vermoordde zijn concurrent
A
Een dijk van een baan hebben
B
De laan uitsturen
C
Van het padje af zijn
D
Uit de weg ruimen

Slide 10 - Quizvraag

Toen Bram midden in de nacht met zwemvliezen aan naar de supermarkt ging om pindakaas te kopen, wist hij dat het écht mis was.
A
Een dijk van een baan hebben
B
De laan uitsturen
C
Van het padje af zijn
D
Uit de weg ruimen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het geweldig om docent Nederlands op het Noordik Lyceum te zijn!
A
Een dijk van een baan hebben
B
De laan uitsturen
C
Van het padje af zijn
D
Uit de weg ruimen

Slide 12 - Quizvraag

Toen Bas voor de derde keer slapend achter zijn bureau werd gevonden, zette zijn baas hem meteen op straat.
A
Een dijk van een baan hebben
B
De laan uitsturen
C
Van het padje af zijn
D
Uit de weg ruimen

Slide 13 - Quizvraag

Zo doof als een...

Slide 14 - Open vraag

Zo grijs als een

Slide 15 - Open vraag

Zo slim als een ..

Slide 16 - Open vraag

Zo glad als een ....

Slide 17 - Open vraag

Zo koppig als een ...

Slide 18 - Open vraag

Zo trots als een ....

Slide 19 - Open vraag

.......... als een fakkel

Slide 20 - Open vraag

als haringen in een ton....

Slide 21 - Open vraag

.... als een kip zonder kop

Slide 22 - Open vraag

..... als een mager speenvarken

Slide 23 - Open vraag

.... als een otter

Slide 24 - Open vraag

Als een paal boven water ....

Slide 25 - Open vraag

....... als een rietje

Slide 26 - Open vraag

..... als een stekker

Slide 27 - Open vraag

Eva staarde uit het raam tijdens wiskunde, tot haar leraar haar naam riep en vroeg waar de les over ging.
A
Door de bomen het bos niet meer zien
B
Van de hoed en de rand weten
C
Over koetjes en kalfjes praten
D
Bij de les blijven

Slide 28 - Quizvraag

Toen Sara online naar nieuwe schoenen zocht, raakte ze volledig overweldigd door het enorme aanbod.
A
Door de bomen het bos niet meer zien
B
Van de hoed en de rand weten
C
Over koetjes en kalfjes praten
D
Hij heeft zijn lesje wel geleerd

Slide 29 - Quizvraag

Toen Lisa haar oude buurvrouw tegenkwam in de supermarkt, hadden ze het even over het weer en de nieuwe bloemen in de straat.
A
Hij heeft zijn lesje wel geleerd
B
Uit de school klappen
C
Over koetjes en kalfjes praten
D
Bij de les blijven

Slide 30 - Quizvraag

Toen de printer vastliep, wist iedereen meteen dat ze Bart moesten roepen; hij kende het apparaat door en door.
A
Door de bomen het bos niet meer zien
B
Van de hoed en de rand weten
C
Over koetjes en kalfjes praten
D
Bij de les blijven

Slide 31 - Quizvraag

Nadat Tim urenlang verdwaald was omdat hij eigenwijs zonder navigatie reed, ging hij voortaan altijd voorbereid op pad.
A
Hij heeft zijn lesje wel geleerd
B
Van de hoed en de rand weten
C
Iemand de les lezen
D
Bij de les blijven

Slide 32 - Quizvraag

Toen Max alweer te laat kwam, nam zijn baas hem stevig apart en vertelde hem dat dit echt de laatste keer was geweest.
A
Door de bomen het bos niet meer zien
B
Bij de les blijven
C
Iemand de les lezen
D
Uit de school klappen

Slide 33 - Quizvraag

Toen Jasper per ongeluk vertelde wie verliefd was op Emma, wist binnen een dag de hele klas het.
A
Door de bomen het bos niet meer zien
B
Bij de les blijven
C
Iemand de les lezen
D
Uit de school klappen

Slide 34 - Quizvraag

Maak een zin met daarin de woorden 'aanvankelijk' en 'vervolgens'

Slide 35 - Open vraag

Welke bron kun je raadplegen als je wil weten wat het woord 'vocabulaire' betekent?

Slide 36 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een 'concreet' woord en een 'abstract' woord

Slide 37 - Open vraag

Wat is je favoriete vakantieland? Licht je antwoord toe? (toelichten)

Slide 38 - Open vraag

Maak een zin met het woord 'immers' ('immers' betekent hetzelfde als 'want/namelijk')

Slide 39 - Open vraag

Noem iets op school waar je bezwaar tegen hebt. Beargumenteer je antwoord. (let op: iets, niet iemand..)

Slide 40 - Open vraag

Probeer te achterhalen wie de oudste leerling in de klas is. Schrijf zijn of haar naam hier op..

Slide 41 - Open vraag

Schrijf drie woorden op met betrekking tot de les Nederlands

Slide 42 - Open vraag

Tijd om te evalueren: wat vond je van deze LessonUp?

Slide 43 - Open vraag