klas 2: Oefenen voor de GGGT,pers vnw/der/ein gr, met voorzetsels

GGGT
Samenvatting en oefenen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

GGGT
Samenvatting en oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Regels zelfstandig naamwoord (pagina...)

Geen regel! Uit je hoofd leren dus...
Biologische regel
Het woorden
Meervoud
woorden die eindigen op -e
-heit -ung- keit- schaft

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoorden
haben, sein
regematige werkwoorden
uitzonderingen van de werkwoorden
voltooid deelwoord

Slide 3 - Tekstslide

haben: ___ du Lust heute schwimmen zu gehen?

Slide 4 - Open vraag

zijn: Ihr ____ heute früh aus um zu schwimmen!

Slide 5 - Open vraag

Sie (machen) ihr Hausaufgaben

Slide 6 - Open vraag

Die Lehrerin (reden) zu viel

Slide 7 - Open vraag

Wenn du heute nicht küsst, (küssen) du heute

Slide 8 - Open vraag

Er hat auf meine Frage (antworten)

Slide 9 - Open vraag

Persoonlijke voornaamwoorden
Veranderen door hun functie in de zin en na een voorzetsel

1ste: onderwerp
3de: meewerkend voorwerp
4de: lijdende voorwerp

Slide 10 - Tekstslide

Was schenkst du (hun) zu Weihnachten?

Slide 11 - Open vraag

Ich habe (jullie) hier noch nie gesehen.

Slide 12 - Open vraag

Ich habe es (hem) gestern gesagt.

Slide 13 - Open vraag

Hast du noch (met haar) darüber gesprochen?

Slide 14 - Open vraag

Soll ich heute aber (naar jou) kommen?

Slide 15 - Open vraag

Ich kann nicht (zonder haar)!

Slide 16 - Open vraag

Der-Gruppe
Veranderen door hun functie in de zin en na een voorzetsel
 

1ste: onderwerp
3de: meewerkend voorwerp
4de: lijdende voorwerp

Slide 17 - Tekstslide

(Dit) Sportgeschäft (o) hat (geen)
Adidas-Schuhe mehr.

Slide 18 - Open vraag

(elke) Schwester kauft Schmicke

Slide 19 - Open vraag

(sommige) Männer mögen kein Fußball

Slide 20 - Open vraag

Der Postbote bringt (deze) Familie (het) Paket

Slide 21 - Open vraag

Torsten und Jens fahren mit (de) Fahrrad (o) zur Schule.

Slide 22 - Open vraag

Den Kuchen hat sie für (deze) Oma gebacken.

Slide 23 - Open vraag

Ein-Gruppe
Veranderen door hun functie in de zin en na een voorzetsel
 

1ste: onderwerp
3de: meewerkend voorwerp
4de: lijdende voorwerp

Slide 24 - Tekstslide

Du hast wieder (jouw ) Tasche vergessen!

Slide 25 - Open vraag

Wo wohnt (haar) Onkel? In Berlin

Slide 26 - Open vraag

Babette geht zu (haar) Tante ins Krankenhaus

Slide 27 - Open vraag

Ohne (mijn) Handy gehe ich nicht zur Schule

Slide 28 - Open vraag