OEFENTOETS spelling

Oefentoets

Werkwoordspelling, meervoud, samenstellingen, hoofdletters

basisvaardigheid:
- schrijfvaardigheid
- leesvaardigheid
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Oefentoets

Werkwoordspelling, meervoud, samenstellingen, hoofdletters

basisvaardigheid:
- schrijfvaardigheid
- leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Wat (vinden, tt) je van mijn nieuwe schoenen?
A
vind
B
vindt
C
vint

Slide 2 - Quizvraag

Als ik de takken (vasthouden, tt), dan kan jij ze bij elkaar binden.
A
vasthoudt
B
vasthoud

Slide 3 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.

De (ontslaan) medewerker zoekt nu een nieuwe baan.

Slide 4 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.

De rechtbank besloot beide verdachten tegelijk te (berechten)

Slide 5 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.

De burgers van het (beschieten) dorp vluchtten de bergen in.

Slide 6 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.

Gisteren (luiden) de voorspelling nog regen en storm, maar nu schijnt de zon

Slide 7 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.

Thea en Bas waren zo laat vertrokken, zodat ze (vrezen) te laat te komen.

Slide 8 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.

De fotograaf (vergroten) vorige week de foto.

Slide 9 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.

Hoewel we de tekst goed geleerd hadden, (vergissen) we ons vaak.

Slide 10 - Open vraag

pv tt - pv vt - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?

Ik antwoord graag op al jouw vragen. 'Antwoord' is?

Slide 11 - Open vraag

pv tt - pv vt - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?

Het vliegtuig is op tijd geland. 'Geland' is?

Slide 12 - Open vraag

pv tt - pv vt - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?

De politie verbrandde de gevonden drugs. 'Verbrandde' is?

Slide 13 - Open vraag

pv tt - pv vt - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?

De boer oogst het graan in augustus. 'Oogst' is?

Slide 14 - Open vraag

pv tt - pv vt - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?

De verklede meisjes zagen eruit als clowns. 'Verklede' is?

Slide 15 - Open vraag

pv tt - pv vt - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?

Ruim nu onmiddellijk je kamer op! 'Ruim' is?

Slide 16 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:

de (verven) deur

Slide 17 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:

de (bespreken) toets

Slide 18 - Open vraag

pv tt of voltooid deelwoord?

De relschopper belooft dat hij zijn gedrag verbetert.
verbetert is?

A
pv tt
B
voltooid deelwoord

Slide 19 - Quizvraag

pv tt of voltooid deelwoord?

Zij vinden dat ze wel een snoepje hebben verdiend.
'Verdiend' is?
A
pv tt
B
voltooid deelwoord

Slide 20 - Quizvraag

pv tt of voltooid deelwoord?

Wie weet wat er vanavond gebeurd is?
'gebeurd' is?
A
pv tt
B
voltooid deelwoord

Slide 21 - Quizvraag

Meervoud van
panda
A
pandaas
B
pandas
C
panda's
D
pandaa's

Slide 22 - Quizvraag

Meervoud van
kolonie
A
koloniën
B
kolonieën

Slide 23 - Quizvraag

Meervoud van
bureau
A
bureau's
B
bureaus

Slide 24 - Quizvraag

Meervoud van
porie
A
poriën
B
porieën

Slide 25 - Quizvraag

Meervoud van
SLIMMERIK
A
slimmerikken
B
slimeriken
C
slimerikken
D
slimmeriken

Slide 26 - Quizvraag

Meervoud van

karnemelk
A
geen meervoud
B
karnemelken

Slide 27 - Quizvraag

berk + hout

Slide 28 - Open vraag

miljoen + nota

Slide 29 - Open vraag

tarwe + meel

Slide 30 - Open vraag

zon + bank

Slide 31 - Open vraag

beer + goed

Slide 32 - Open vraag

groente + taart

Slide 33 - Open vraag

stoel + dans

Slide 34 - Open vraag

spil + been

Slide 35 - Open vraag

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
de efteling
B
de Efteling

Slide 36 - Quizvraag

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Noordelijk
B
noordelijk

Slide 37 - Quizvraag

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Moederdag
B
moederdag

Slide 38 - Quizvraag

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Zondag
B
zondag

Slide 39 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
aardrijkskunde
B
Aardrijkskunde

Slide 40 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
BTW
B
btw

Slide 41 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
vmbo
B
VMBO

Slide 42 - Quizvraag

Ik vond deze toets
basisvaardigheid:
- schrijfvaardigheid
- leesvaardigheid
A
makkelijk
B
redelijk te doen
C
best lastig
D
heel moeilijk

Slide 43 - Quizvraag