Argumentatiestructuren 2

Argumentatiestructuren 3
Welkom H4

Leg je oefenboek, pen en papier op tafel. 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NedMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Argumentatiestructuren 3
Welkom H4

Leg je oefenboek, pen en papier op tafel. 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:

H 20 Argumentatiestructuren
Je leert hoe je argumentatiestructuren herkent en hoe je de aanvaardbaarheid van argumenten beoordeelt. 

- herhaling argumentatiestructuren
- aanvaardbaarheid van argumenten

Slide 2 - Tekstslide

1. Wat is een standpunt?
2. Wat is een argument?
4. Wat is een argumentatiestructuur?
5. Welke argumentatiestructuren zijn er?
Beantwoord de vragen eerst in stilte. Schrijf de antwoorden op. 
timer
4:00

Slide 3 - Tekstslide

Argumentatiestructuur: manier waarop argumentatie is opgebouwd.

Argumentatiestructuren:
- Enkelvoudig
- Onderschikkend
- Nevenschikkend

Slide 4 - Tekstslide

 Nevenschikkend: meerdere argumenten
- onafhankelijk: argumenten staan los van elkaar
- afhankelijk: argumenten kunnen niet los van elkaar

Slide 5 - Tekstslide

Iedereen zou moeten stoppen met roken, want roken is ontzettend slecht voor je gezondheid en kost veel geld.
1. Benoem het standpunt en de argumenten. 
2. Benoem de argumentatiestructuur.
- Is de argumentatie nevenschikkend? Bepaal of de argumenten elkaar nodig hebben of niet. 
Iedereen zou moeten stoppen met roken, want roken kost veel geld en het is belangrijk om geld te besparen. 

Slide 6 - Tekstslide

Op dat feestje stond de muziek stond heel hard en ik kan niet goed tegen veel geluid. Ik vond het dus geen leuke avond.
A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend afhankelijk
D
nevenschikkend onafhankelijk

Slide 7 - Quizvraag

Regelmatige lichaamsbeweging verbetert de werking van het hart. Het is belangrijk om elke dag minstens 30 minuten te bewegen.
A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend afhankelijk
D
nevenschikkend onafhankelijk

Slide 8 - Quizvraag

Het openbaar vervoer draagt bij aan een duurzamere samenleving, omdat het minder milieubelastend dan met de auto gaan. De overheid moet dus meer investeren in openbaar vervoer.


A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend afhankelijk
D
nevenschikkend onafhankelijk

Slide 9 - Quizvraag

Het is belangrijk om een fietshelm te dragen. Een fietshelm vermindert de kans op ernstig hoofdletsel bij een ongeval en vergroot het gevoel van veiligheid


A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend afhankelijk
D
nevenschikkend onafhankelijk

Slide 10 - Quizvraag

Beoordeling argumentatie
Goede argumentatie is:
- aanvaardbaar
- relevant
- consistent
- betrouwbare bronnen
Feitelijke argumenten: waar of niet waar
Waarderende argumenten: aanvaardbaar of niet aanvaardbaar. 
Aanvaardbaarheid: het publiek is bereid mee te gaan in de argumentatie. 

Slide 11 - Tekstslide

Verzwegen argumenten: niet letterlijk uitgesproken, maar wel belangrijk. 

- omdat ze voor iedereen duidelijk zijn
- omdat ze niet voor iedereen aanvaardbaar zijn
The Crown is een saaie serie, want er gebeurt bijna niets in. 

Slide 12 - Tekstslide

Als... dan... uitspraak

Als er niets gebeurt in een serie, dan is de serie saai. 
The Crown is een saaie serie, want er gebeurt bijna niets in. 

Slide 13 - Tekstslide

Maak de opdracht in stilte in je schrift. 
timer
3:00
timer
0:00

Slide 14 - Tekstslide

Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 

Maak opdracht 2 t/m 4, 10 en 11 (blz. 98 en 99).
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide