Argumentatiestructuren

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  1. Startvragen: standpunt, argument, tegenargument of weerlegging?
  2. Argumentatiestructuren
  3. Aan de slag
  4. Boek kiezen/reserveren

Slide 2 - Tekstslide


Slide 3 - Open vraag


Slide 4 - Open vraag


Slide 5 - Open vraag


Slide 6 - Open vraag

Argumentatiestructuur
Feiten en aanvaardbaarheid - snel te controleren, waar of niet waar? 

Niet-feiten en aanvaardbaarheid: extra uitleg 


De ondertitel van dit hoofdstuk is 'gelijk hebben, gelijk krijgen'. Verklaar hoe je gelijk kunt hebben, zonder dat je gelijk krijgt.

Slide 7 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
  1. Enkelvoudige argumentatie
    Zij moet de opvolgster worden van onze coach. Want zij heeft al veel ervaring.
  2. Nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)
    Iedereen moet stoppen met roken. Roken is slecht voor je gezondheid. Roken kost veel geld.
    Nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)
    Roken kost veel geld en het is belangrijk om aan het eind van de maand geld over te houden om te sparen.

Slide 8 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
3. Onderschikkende argumentatie
Iedereen zou moeten stoppen met roken. Roken is slecht voor je gezondheid. Roken kan hart- en vaatziektes veroorzaken. 

Slide 9 - Tekstslide

Argumentatiestructuur

Slide 10 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
Verzwegen argumenten

Willem is thuis, want zijn auto staat voor de deur [en Willem is niet zonder auto weg].

Ze is een waardeloos politicus, want ze komt nooit na wat hij gezegd heeft. [?]

Slide 11 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
Verzwegen argumenten

The Crown is een saaie serie, want er gebeurt bijna niks in 


Als ..., dan ...


Slide 12 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
Beoordelen:

Aanvaardbaar?
Relevant?
Bronnen betrouwbaar?
Consistent?

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Ik weet wat het verschil is tussen feitelijke en niet-feitelijke argumentatieve uitspraken
  • Ik kan de argumentatiestructuur in een betoog herkennen en verzwegen argumenten invullen
  • Ik kan de juiste strategie bedenken om argumenten aan te vallen
  • Ik kan kritisch kijken en reageren op een betoog

Slide 14 - Tekstslide

timer
20:00
Hulp?
LessonUp
Buur
Docent

Klaar?
NUMO

Opdracht
3, 6, 8
Blz. 98 & 99

Slide 15 - Tekstslide

Boek kiezen
Kies een boek uit de box óf reserveer er 1 in de app. Vraag bij mij of je gekozen boek goed is. 

(Nederlandse of Belgische schrijver)

Klaar? -> NUMO/bekijk de Poëzine

Slide 16 - Tekstslide

Morgen
Gastles 

Poëzine 

Slide 17 - Tekstslide