Cursus 5 Grammatica Zinsdelen Par. 1 persoonsvormen en zinsdelen

Welkom bij Nederlands
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Lezen

Lidwoorden
Zelfstandige naamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden

Blooket



Slide 2 - Tekstslide

timer
15:00
Pak je leesboek voor je!

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kan ik de persoonsvorm in een zin aanwijzen. 
Aan het einde van de les kan ik een zin in zinsdelen verdelen.

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm en zinsdelen
NN Cursus 5 Grammatica paragraaf 2

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Stap 1: Op zoek naar de pv
Drie manieren om de persoonsvorm te vinden:

1: De tijdproef
Mies maakte een grote blunder. 
Mies maakt een grote blunder. (maakt - maakte)

2: De vraagproef
Krul stond gisteren in het doel.
Stond Krul gisteren in het doel? (de PV - stond - komt vooraan te staan).

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?

Ik vind chocolade erg lekker.

A
vind
B
chocola
C
lekker

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
De bouwvakkers zijn allemaal klaar met werken.
A
zijn
B
bouwvakkers
C
werken
D
klaar

Slide 9 - Quizvraag

Wij hebben gisteren hardgelopen.
Persoonsvorm?
A
wij
B
Hebben
C
Hebben hardgelopen
D
gisteren

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm van deze zin:

Gisteren heeft het Nederlands elftal in de Nations League van Polen gewonnen.
A
gisteren
B
heeft
C
gewonnen
D
elftal

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm:
Wanneer zet jij je schoen?
A
wanneer
B
jij
C
schoen
D
zet

Slide 12 - Quizvraag

Hoe vind je de persoonsvorm?
A
tijdproef
B
getalproef
C
zinsdeelproef
D
coronaproef

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Stap 2: Zinsdelen
De zinsdeelproef: Welke woorden kun je samen vóór de persoonsvorm zetten?

Krul stond gisteren in het doel bij het Nederlands elftal.
Gisteren/ stond/ Krul/ in het doel/ bij het Nederlands elftal.
In het doel/ stond/ Krul/ gisteren/ bij het Nederlands elftal.
Bij het Nederlands elftal/ stond/ Krul/ gisteren/ in het doel.

Slide 15 - Tekstslide

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin:

Gisteren heeft het Nederlands elftal in de Nations League van Polen gewonnen.
A
6
B
5
C
3
D
4

Slide 16 - Quizvraag

Doe de tijdproef:
Zaterdag begint het weekend.
A
Begint zaterdag het weekend?
B
Zaterdag is het weekend begonnen.
C
Zaterdag begon het weekend.
D
Zaterdag werd het weekend.

Slide 17 - Quizvraag

Waar zijn de zinsdelen goed?
A
Anne/ en ik/ gaan vaak/ naar de bibliotheek.
B
Anne en ik/ gaan vaak naar de bibliotheek.
C
Anne en ik/ gaan/ vaak/ naar de bibliotheek.
D
Anne en ik gaan/ vaak/ naar de bibliotheek.

Slide 18 - Quizvraag

Wat ga je nu doen?

Blz. 202 - 203
Persoonsvorm en zinsdelen: Opdracht 1 t/m 5

Huiswerk nakijken van de vorige lessen.

Online trainen (cursus 5): alles van we gehad hebben! 








timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide