Voedingsstoffen, vitamines en godsdiensten

Voedingsstoffen & vitamines & godsdiensten
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voedingsstoffen & vitamines & godsdiensten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  •  Terugblik allergieën en gluten
  • Voorkennis activeren
  • Voedingstoffen
  • Vitamines
  • Godsdiensten
  • Stellingen
  • Recept 

Slide 2 - Tekstslide

Voedingsstoffen 
Vitamines

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet jij al van vitamines?
0100

Slide 4 - Poll

Voedingsstoffen
Er zijn zo'n 50 voedingsstoffen bekend die nodig zijn voor alle levensprocessen:
  • eiwitten (aminozuren)
  • vetten
  • koolhydraten (zetmeel en suikers)
  • groot aantal vitamines en mineralen

Slide 5 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Deze voedingsstoffen spelen een belangrijke rol bij fysiologische functies die nodig zijn voor de levensprocessen van de mens zoals:
  • opbouw en reparatie van het lichaam
  • energievoorziening 
  • het regelen van alle processen die in het lichaam plaatsvinden.

Slide 6 - Tekstslide

Voedingsstoffen
  • Eiwitten, vetten en koolhydraten worden wel macrovoedingsstoffen genoemd.
  • Vitamines en mineralen worden ook wel de microvoedingsstoffen genoemd. 

Wat is het verschil tussen macro en micro?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Vitamines
  • Vitamines krijg je in kleine hoeveelheden binnen via je eten en drinken. Dat wisselt van enkele microgrammen tot tientallen milligrammen. Ze leveren geen energie.

Slide 9 - Tekstslide

Vitamines
Het lichaam kan de vitamines in principe niet zelf maken. Er zijn een paar uitzonderingen, bijvoorbeeld
  • Vitamine K (kleine hoeveelheid maak je in de darm)

Het lichaam zet voorlopers uit van vitamines uit de voeding zoals:
  • provitamine A (carotenoïden) en provitamine D om in vitamine A en D
  • In geval van vitamine D gebeurt dat in de huid onder invloed van zonlicht.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Vitamine A
  •  Belang voor normale groei
  • Gezonde huid
  • Nagels
  • Werking van ogen en het afweersysteem
Waar zit het in?
  • Dierlijke producten
  • Bak en braad producten
  • Halvarine

Slide 12 - Tekstslide

Vitamine B
  •  Aanmaak bloedcellen
  • Goede werking zenuwstelsel
Klachten bij tekort aan vitamine B (12)
  • Bloedarmoede, zenuwproblemen (tintelingen), koude benen en overmoeidheid 
Waar zit het in?
  • Bruin brood en graanproducten
  • Aardappelen en groente
  • Vis
  • Vlees en vleeswaren
  • Melk en melkproducten
  • Noten

Slide 13 - Tekstslide

Vitamine C
  • Draagt bij aan collageen (belangrijk voor de bloedvaten)
  • Draagt bij aan de instandhouding van sterke botten en gezond kraakbeen
  • Helpt bij het vrijmaken van energie uit voeding
  • Helpt bij instandhouding voor een normale huid 
Waar zit het in?
  • Aardappelen
  • Groenten
  • Fruit

Slide 14 - Tekstslide

Waarom vitamine D?
  • Opname kalk en fosfaat in het voedsel
  • Zorgt voor goede opbouw van botten en gebit
  • Weerstand 
Waar zit het in?
  • vette vis (haring, zalm, makreel)
  • Vlees
  • Eieren
  • In Nederland toegevoegd aan: halvarine, margarine en bak- en braadproducten (geen olie)

Slide 15 - Tekstslide

Waarom vitamine E?
  • Werkt als antioxidant en beschermt zo de cellen, bloedvaten, organen, ogen en weefsel.
  • Speelt een rol bij het regelen van de stofwisselingen in de cel.
Waar zit het in?
  • Zonnebloemolie
  • Halvarine en margarine
  • Brood en graanproducten
  • Noten en zaden
  • Groenten en fruit

Slide 16 - Tekstslide

Waarom vitamine K?
  • Nodig voor goede bloedstolling
  • Aanmaak van botten (mogelijk)
  • Pasgeboren baby's krijgen na geboorte extra vitamine K
  • Risico: langdurig antibiotica gebruik kan leiden tot vitamine K tekort, vertraagde bloedstolling tot gevolg
  • Waar zit het in?
  • (Groene) bladgroenten, fruit, melk(producten), vlees, eieren en granen.
  • Kleine hoeveelheden vitamine K2: lever, kaas en eigeel

Slide 17 - Tekstslide

Risicogroepen
  • Baby's tot 3 maanden die borstvoeding krijgen​
    bij slikken: Vitamine K, dagelijks 150 microgram​ (mcg)
  • Kinderen tot 4 jaar​
    Bij slikken: Vitamine D, dagelijks 10 mcg​
  • Vrouwen die zwanger willen worden of in eerste 10 weken van de zwangerschap zijn​bij slikken: foliumzuur (B11), dagelijks 400 mcg
  • Zwangere vrouwen​
    bij slikken: vitamine D, dagelijks 10 mcg
  • Mensen die overdag weinig buiten komen of de huid bedekken​
    bij slikken: vitamine D, dagelijks 10 mcg
  • Mensen met een donkere of getinte huid​
    bij slikken: vitamine D, dagelijks 10 mcg
  • Vrouwen tussen de 50 en 70 jaar​
    bij slikken: vitamine D, dagelijks 10 mcg
  • Iedereen van 70 jaar en ouder​
    bij slikken: vitamine D, dagelijks 20 mcg
  • Veganisten​
    bij slikken: vitamine B12, aanvullen tot de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid​
















Slide 18 - Tekstslide

Godsdiensten en voeding

Slide 19 - Tekstslide

Godsdiensten in de wereld
  •  De grootste godsdiensten zijn:
  • Christendom (2,4 miljard mensen, 30 % van de wereldbevolking)
  • Islam (24 procent)
  • Hindoeïsme (6 procent)
  • Zo'n 15 procent van de wereldbevolking (1,2 miljard mensen) zegt geen godsdienst aan te hangen.

Slide 20 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om iets te weten over geloven in voeding?
  •  Als begeleider krijg je te maken met verschillende culturen binnen het werkveld. Cliënten hebben allemaal hun eigen achtergrond
  • Het kan zijn dat verschillende cliënten een andere geloofsovertuiging hebben, dit heeft impact op je boodschappen en gerechten
  • Het netwerk rondom een cliënt vindt het fijn wanneer je als begeleider rekening houdt met hun cultuur en geloofsovertuiging
  • Cliënten hebben een achtergrond met betrekking tot geloofsovertuiging, dit geldt ook voor je collega
  • Door met elkaar erover te spreken kan er wederzijds begrip ontstaan

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Casus 1
  • Er is te weinig eten besteld door je collega. Dit betekent dat de cliënten moeten eten 'wat de pot schaft'. Je weet dat er een aantal cliënten zijn die vanuit hun geloof niet alles mogen eten. 
  • Hoe ga je hiermee om? 
  • Hoe bespreek je dit met cliënten? 
  • Op welke wijze bespreek je dit met de collega die te weinig
    heeft besteld?

Slide 23 - Tekstslide

Casus 2
  • De organisatie waar je stage loopt gaat bezuinigen op boodschappen. In de praktijk betekent dit dat er alleen halal vlees voor cliënten gekocht kan worden. Voor het personeel is dit niet meer mogelijk. Er wordt verwacht dat je samen met de cliënten mee-eet. 
  • Hoe zou je hiermee omgaan? 

Slide 24 - Tekstslide

Casus 3
  • De ouders van cliënt Kelly hebben een feestmaal georganiseerd voor de cliënten. Ze hebben hierbij geen rekening gehouden met tradities en achtergronden van cliënten. Ze hebben gebruik gemaakt van gelatine, er zijn producten waarin rund- en varkensvlees in is verwerkt. Je weet dat ze hier veel tijd en geld aan hebben uitgegeven. Je hoort dit om 17.00 uur en om 17.30 uur begint het feest​
  • Wat is je reactie?​
  • Hoe bespreek je dit met de ouders van Kelly?​
  • Hoe zou je dit oplossen?


Slide 25 - Tekstslide

Stellingen godsdiensten

Slide 26 - Tekstslide

Stelling 1: het is een traditie bij christenen om op vrijdag vis i.p.v. vlees te eten:
Waar
Niet waar

Slide 27 - Poll

Stelling 2: Hindoes mogen geen rundvlees eten omdat dit voor hun een heilig dier is!:​
Waar
Niet waar

Slide 28 - Poll

Stelling 3: Producten met gelatine erin verwerkt mogen niet gegeten worden door moslims​
Waar
Niet waar

Slide 29 - Poll

Stelling 4: We willen de cliënten leren dat hij moet eten wat de pot schaft.
Waar
Niet waar

Slide 30 - Poll

Stelling 5: christenen vasten eens per jaar in de periode voor Pasen
Waar
Niet waar

Slide 31 - Poll

Stelling 6:In het Jodendom zijn insecten met vleugels verboden te eten
Waar
Niet waar

Slide 32 - Poll

Stelling 7: Het is niet toegestaan voor moslims om alcohol te drinken.
Waar
Niet waar

Slide 33 - Poll

Stelling 8: Vanuit de organisatie word je verplicht mee te eten ondanks jouw geloofsovertuiging
Waar
Niet waar

Slide 34 - Poll

Stelling 9: in Indonesië gebruiken ze Halal vlees
Waar
Niet waar

Slide 35 - Poll

Stelling 10: koosjer voedsel is voedsel wat afkomstig is van planten ​
Waar
Niet waar

Slide 36 - Poll

Stelling 11: wanneer een client een andere geloofsovertuiging heeft moet de hele groep zich hier aan aanpassen: ​
Waar
Niet waar

Slide 37 - Poll

Hoe kijk jij tegen de invloed van geloofsovertuiging/voedsel binnen je (toekomstige) werk/stageplek?

Slide 38 - Open vraag

Aan de slag
  • Maak in je tweetal een samenvatting van de volgende geloofsovertuigingen gericht op voeding:
  • Islam
  • Christendom
  • Boeddhisme
  • Jodendom
  • Hindoeïsme
Geen Chatgpt, maak je gebruik van internet? link naar bron vermelden.
Voeg dit toe aan je receptenboek. 

Slide 39 - Tekstslide