Samenvatting en vragen H5 en H6

Lesprogramma
1 leerdoelen paragraaf 6.4 bij langs. (deelvraag bespreken)
2 Feniks paragraaf 6.4 de opdrachten bespreken.
3 Uitleg en vragen over H5 en H6
4 De les afsluiten.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Lesprogramma
1 leerdoelen paragraaf 6.4 bij langs. (deelvraag bespreken)
2 Feniks paragraaf 6.4 de opdrachten bespreken.
3 Uitleg en vragen over H5 en H6
4 De les afsluiten.

Slide 1 - Tekstslide

6.4 Nederland in Bezettingstijd.
Begrippen om te leren:

Accommodatie
Collaboratie
Arbeitseinsatz
Februaristaking

Slide 2 - Tekstslide

Hoe onderging Nederland de bezetting?

Slide 3 - Open vraag

Opdrachten Feniks 6.4 bij langs.

Slide 4 - Tekstslide

Samenvatting H5 en vragen
5.1 De roaring twenties
''Welke moderneseringen waren op sociaal, cultureel en economisch gebied kenmerkend voor de roaring twenties?''

begrippen:  isolationisme, roaring twenties, Great Migration, consumptiemaatschappij, drooglegging

Slide 5 - Tekstslide

''Welke moderneseringen waren op sociaal, cultureel en economisch gebied kenmerkend voor de roaring twenties?''
Sociaal:  Amerika ontwikkelde zich tot een industrieel-urbane samenleving. Steeds meer mensen woonden in de steden.
door het lage sterfte cijfer groeide de bevolking enorm.
vooral Afro-Amerikanen trokken van het zuiden naar de steden in de noordelijke staten. (Great migration)

Slide 6 - Tekstslide

consumptie maatschappij. Mensen ontlenen hun status aan de spullen die ze hebben.
koelkast, auto, radio, huishoudelijke apparaten.

Slide 7 - Tekstslide

''Welke moderneseringen waren op sociaal, cultureel en economisch gebied kenmerkend voor de roaring twenties?''
Economische moderniseringen: in de amerikaanse steden bloeiede consumptiemaatschappij op.

Cultureel: vermaak zoals bezoek aan sportstadions, bisoscoop, (opkomst hollywood).
Muziek: jazz

Slide 8 - Tekstslide

Schaduwzijden
1: sommigen zagen de moderniseringen als iets slechts en een bedreiging voor de Amerikaanse cultuur.
toename drankmisbruik in de grote steden als oorzaak van sociale ellende. (drooglegging was het gevolg)
2 verschillen tussen arm en rijk werden groter.
3 discriminatie en racisme was een groot probleem

Slide 9 - Tekstslide

5.2 de grote depressie
''Wat waren de oorzaken en gevolgen van de economische crisis die in 1929 uitbrak en die wereldwijd merkbaar was?''

begrippen: zwarte donderdag, beurskrach, economische wereldcrisis.

Slide 10 - Tekstslide

De oorzaken van de economische crisis.
1 Overproductie in de landbouw: boeren konden hun gewassen niet verkopen. --> konden hun leningen ook niet terug betalen.

2 Amerikanen raakten ongemerkt in grote financiele problemen. Je kon veel kopen op afbetaling. lonen bleven gelijk terwijl alle prijzen langzaam aan stegen.

3 speculatie in aandelen met geleend geld.
Dit gaat goed zolang de aandelen stijgen, maar als het misgaat kunnen mensen hun leningen niet terug betalen.

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen
1 markt is langzaam verzadigd. (consumenten kopen niks meer, ze hebben alles al) dus de productie neemt af.
2 vraag naar nieuwe huizen neemt af. Mensen kunnen geen huis kopen: want hebben leningen open staan.

3 Uit angs voor een mogelijke daling worden er steeds meer aandelen verkocht: --> zwarte donderdag 24 oktober 1929.

Beurskrach is het gevolg. Banken gaan failliet, bedrijven sluiten hun deuren.

Slide 12 - Tekstslide

Wereldcrisis.
Amerikaanse consument koopt niks meer uit Europa.
Nederland kan geen producten meer exporteren naar Amerika.
Amerikaanse lening aan Duitsland stopt. Er is geen geld.
Duitsland kan de herstelbetalingen niet voldoen. --> economische crisis.
 

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit hoe de Amerikaanse crisis oversloeg naar Duitsland.

Slide 14 - Open vraag

Lees pagina 84. Wat waren de drie oorzaken van de economische crisis?

Slide 15 - Open vraag

5.3 Roosevelt en de New Deal
''Met welke maatregelen reageerden Hoover en Roosevelt op de economische crisis?

Begrippen: Great Depression, New deal, werkgelegenheidsprojecten.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe reageerde de Republikeinse president Hoover op de economische crisis?

Slide 17 - Open vraag

Met welke maatregel kwam de democratische president Roosevelt om de economische crisis aan te pakken? noem het begrip

Slide 18 - Open vraag

Lees blz 87 of lees ''New Deal'' paragraaf 5.3. Wat voor maatregelen zaten er in de New Deal?

Slide 19 - Open vraag

5.4 Einde aan de crisis, begin van de oorlog
''Welke invloed hadden de spanningen in Europa en Azie op het beleid van Roosevelt?''

begrippen: isolationisme, good neighbor policy


Slide 20 - Tekstslide

Van isolationisme naar oorlog
Roosevelt probeerde het isolationisme vol te houden.
Maar zag ook in dat Duitsland en Japan een gevaar waren voor de vrede en veiligheid.

1935 Neutraliteitswet: verbood om wapens te leveren aan oorlogsvoerende landen.
1939 oorlog in Europa. --> 1940 Amerika begint met steun aan Engeland.
7 dec 1941 Japan valt Amerika aan in Pearl Harbor.

Slide 21 - Tekstslide