Dagbesteding les 11 week 6

Dagbesteding
les 11
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Dagbesteding
les 11

Slide 1 - Tekstslide

les agenda 
  • Terugblik vorige les
  • Behandelen theorie
  • Theorie zelfstandig doorlezen
  • Heeft iemand nog iets te melden?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een hulpvraag?

Slide 3 - Woordweb

De hulpvraag
Omschrijft de wensen en behoeften van de cliënt. 

De samenleving, het individu en de instelling hebben invloed op de hulpvraag

De hulpvraag komt naar voren als je de vraag stelt "help mij bij"

Je helpt de cliënt bij het ontdekken en verwoorden van zijn hulpvraag

De cliënt kan niet altijd zijn hulpvraag uitspreken of onder woorden brengen. Hij kan dan zijn hulpvraag op een andere manier laten zien bijv. door gedrag (impliciete hulpvraag)

Slide 4 - Tekstslide

Voorwaarden om vraaggericht te werken
  • Leef je in in de cliënt
  • kijk samen naar de hulpvraag en probeer deze samen met de cliënt te formuleren
  • Luister niet alleen maar vraag door, ga in gesprek
  • De cliënt is en blijft verantwoordelijk voor zijn eigen proces
  • Sluit aan bij de belevingswereld van de cliënt

Slide 5 - Tekstslide

Dagbesteding




Thema 1 Dagbesteding
Hoofdstuk 3 De betekenis van dagbesteding voor de beroepskracht
Paragraaf 3.4 en 3.5

Leerdoel: aan het einde van de les weet je wat vaardigheden zijn en welke je nodig hebt in het werkveld van een MZ-er/ vitaliteitsbegeleider




Slide 6 - Tekstslide

Vaardigheden van een beroepskracht 
Een vaardigheid is opgebouwd uit 4 componenten
  • De cognitieve component
  • De motorische component
  • De sociaalpsychologische component
  • De handelingscomponent

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

sociaal psychologische component
A
kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
B
het uitvoeren van de handeling is automatisme
C
je durft de handeling in de praktijk toe te passen
D
je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Slide 9 - Quizvraag

De sociaalpsychologische component
Dit is het aanleren van de durf en het zelfvertrouwenom de handeling daadwerkelijk in de praktijk toe te passen.

Slide 10 - Tekstslide

Cognitieve component
A
kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
B
het uitvoeren van de handeling is automatisme
C
je durft de handeling in de praktijk toe te passen
D
je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Slide 11 - Quizvraag

De cognitieve component
Kennis die nodig is...
Om te begrijpen hoe je handelingen moet uitvoeren
Waarom je de handelingen zo moet uitvoeren
Bewust zijn welk resultaat je moet bereiken

Slide 12 - Tekstslide

handelingscomponent
A
kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
B
het uitvoeren van de handeling is automatisme
C
je durft de handeling in de praktijk toe te
D
je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Slide 13 - Quizvraag

De handelingscomponent
Als je vaardigheden beheerst, moet je deze in verschillende situaties zorgvuldig, snel en flexibel kunnen toepassen

Slide 14 - Tekstslide

motorische component
A
kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
B
het uitvoeren van de handeling is automatisme
C
je durft de handeling in de praktijk toe te passen
D
je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Slide 15 - Quizvraag

De motorische component 
Je weet hoe je handelingen moet uitvoeren, in welke volgorde
Het gaat als vanzelf (zonder er nog bij na te denken)
Het is een gedragspatroon (automatisme) 

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees blz. 49 t/m 54 van je theorieboek Dagbesteding MZ zelfstandig door. 





Slide 17 - Tekstslide