Ned 3F gesprekken voeren argumentatiestructuur

Gesprekken voeren
- discussie
- gesprekken voeren
-argumenten
-argumentatiestructuur
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBO

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gesprekken voeren
- discussie
- gesprekken voeren
-argumenten
-argumentatiestructuur

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
 Je kent verschillende soorten argumenten.
 Je kunt verschillende soorten argumentatiestructuren herkennen.
 Je kunt argumentaties structureren.
 Je kunt het onderscheid maken tussen een drogreden en een argument.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een argument?
A
De mening van de schrijver
B
de onderbouwing van de mening
C
Een conclusie van de mening

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Je hebt een discussie over mondkapjes en iemand geeft als argument aan dat covid 19 waarschijnlijk is ontstaan bij vleermuizen.
A
argument is niet juist
B
argument is niet geldig
C
argument is relevant

Slide 5 - Quizvraag

Welke argumenten zijn juist en geldig?

Slide 6 - Tekstslide

Welke argumenten zijn geldig en juist? (meerder antwoorden)
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

'Een uurtje per week kan iedereen missen'
A
juist en geldig
B
juist
C
geldig
D
geen

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Als je tegenargumenten benoemt, moet je deze ook weerleggen/ontkrachten
(beide termen betekenen hetzelfde). 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Gesprekken voeren 
Discussie over stelling
Je hoort of je voor of tegen bent
Voor- en tegenargumenten voorbereiden
(met een argumentatiestructuur)

Slide 18 - Tekstslide

Hoofdargument en subargument voor- of tegen (wat jij wil) bij de stelling: 'Ik neem wel een corona-vaccin.'

Slide 19 - Open vraag