3.2 B

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

naam	nummer	naam	nummer
Khawla Abbassi	1	Farzana Kadir	15
Toka Al-tamini	2	Ihsan Kamphuis	16
Lamees Albaydany	3	Manuela Karsten	17
	4	Tess Kouwen	18
Kingston Bagate	5	Isabel Lubberts	19
Yousra Ben Haj Fredj	6	Janilla Lucas	20
Hailey Bernadina	7	Melody Mielatz	21
Noor Blomsma	8	Kenji van Putten	22
Leon Boes	9	Faylin van der Ree	23
Adam Bosma	10	Samira Seuters	24
Amaana El Boudouhi	11	Roushdi Soulimani	25
Hamza El Kadiri	12	Django Visser	26
Mirjam de Groot	13	Kyara Volkers	27
Lara Kader	14	Batuhan Yörükoglu	28

Wat gaan we doen?

• Herhalen vorige les.
• Huiswerk controleren.
• Uitleg 3.2 B
  
• Werken.

Bekijk de bron.

• Over welke gebeurtenis in de VS gaat deze bron?
• Waarom heeft deze gebeurtenis invloed in Nederland?
• Op welke manier wordt het duidelijk dat Nederland te weinig sociale wetten heeft?
  

Nakijken.

• Blz 105, vraag 1 t/m 4.
• Eén persoon leest de vraag voor.
• Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
•  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Lesdoel

Je kunt drie maatregelen noemen die de Nederlandse regering nam vanwege de crisis.

Hendrik Colijn

regering van 1933 tot 1939.

leider van de ARP = de confessionele partij.

1. Steunverlening.

• In 1930 was de armenwet de enige wet die mensen recht op een uitkering gaf.

•  De armenwet werd per gemeente geregeld en verschilde per gemeente.
• Dat wordt voor gemeentes te duur. Vanaf 1931 regelt de regering het.
• Er komt steunverlening.
• Verplicht was om twee keer per dag te stempelen.
  

2. werkverschaffing.

• De overheid zette werklozen in voor grote projecten zoals de aanleg van kanalen.

•  De werkelozen kregen een laag loon.
• In heel Nederland waren er projecten. Soms kwamen de werklozen van ver en moesten ze in kampen blijven.
  

3. Aanpassingspolitiek

• Als mensen minder inkomsten hebben geven ze minder uit.
• Belastinginkomsten dalen.
• De overheid moet minder geld uitgeven.
• De overheid bezuinigt. 

Aan het werk.

 

Werk in tweetallen of met z'n drieën.

Lees blz 106.

Maak blz 107.