Viktoria Louise von Hohenzollern, de dochter van keizer Wilhelm II, schrijft in haar memoires over een gebeurtenis die zich afspeelt op 25 november 1914 in het Duitse hoofdkwartier in Charleville (Frankrijk)
Vader sprak tijdens het eten over het nieuws van de ondergang van het Engelse slagschip Audacious, dat op een Duitse mijn was gelopen. Een van de aanwezigen merkte op, dat het maar een haar gescheeld had, of ook het passagierschip Oceanic, een van de Engelse zeereuzen, was op een mijn gelopen. Vader antwoordde: "God zij dank, is dat niet gebeurd." Toen hij zag dat zijn woorden zijn gesprekspartner verbaasden, ging de keizer rechtop zitten en zei met klem: "Denkt er altijd aan, mijne heren, dat ons zwaard onbezoedeld moet blijven. Wij voeren geen oorlog tegen vrouwen en kinderen. Wij zullen de oorlog fatsoenlijk voeren; het geeft niet wat de anderen doen. Houdt daar rekening mee."